Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent nevenwerkzaamheden (Uitvoeringsregeling melding en registratie nevenwerkzaamheden provincie Noord-Holland 2015)

Toelichting

Algemeen

In de CAP 2018 is op grond van de bepalingen in de Ambtenarenwet en de Provinciewet een aantal bepalingen opgenomen over integriteit en met name over het verrichten van nevenwerkzaamheden. De verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van nevenwerkzaamheden zijn in de CAP 2018 bij de betreffende ambtenaar/werknemer gelaten. De Provincie Noord-Holland heeft in haar integriteitsbeleid bepaald dat integriteit niet alleen een persoonlijke eigenschap is, maar ook een kenmerk van de organisatie. Om die reden hecht de Provincie er aan goed zicht te hebben op de door haar ambtenaren/werknemers verrichte nevenwerkzaamheden indien zij het belang van de dienst kunnen raken.

Artikel 1: Algemene bepalingen en definities

Bij het vervullen van de nevenfunctie hoeft het niet te gaan om werkzaamheden tegen beloning. Ook is niet van belang of de werkzaamheden al dan niet in diensttijd worden verricht. Het begrip 'nevenwerkzaamheden' moet ruim worden opgevat. Ook bestuurslidmaatschappen, commissariaten, vennoot zijn in een rechtspersoon en aandeelhouderschappen vallen onder nevenwerkzaamheden.

In beginsel kan elke nevenfunctie strijd met het dienstbelang opleveren.

Artikel 2: Opgave van nevenwerkzaamheden

Gedeputeerde staten kunnen de uitvoering van deze regeling volgens de mandaatregeling, conform de daarvoor geldende voorschriften, opdragen aan de provinciesecretaris.

Voor het opgeven van werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier (zie bijlage bij de regeling).

In de gevallen genoemd in artikel 2 sub 3 is sprake van nevenwerkzaamheden die de belangen van de dienst kunnen raken.

Bij de vaststelling van de toelaatbaarheid van bepaalde nevenwerkzaamheden zal het met name gaan om de volgende aandachtsgebieden:

• •

  Onoirbare belangenverstrengeling

• •

  Botsing van belangen

• •

  Schade aan aanzien van het ambt

• •

  Onvoldoende beschikbaarheid voor de hoofdfunctie.

In deze toetsing kan met name aandacht besteed worden aan de volgende aspecten:

• a.

  Het karakter van de nevenwerkzaamheden

• b.

  De functie van het personeelslid in de organisatie

• c.

  Het gebied waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht

• d.

  De vraag of er een verwevenheid met de hoofdfunctie is

• e.

  De vraag of de betrouwbaarheid en de integriteit van het personeelslid in het geding komen

• f.

  De vraag of het risico bestaat, dat interne informatie bij het verrichten van de nevenwerkzaamheden wordt misbruikt

• g.

  De vraag of door de nevenwerkzaamheden het risico van een persoonlijke confrontatie in de functie aanwezig is

• h.

  De reputatie van het bedrijf of de branche, waarin de nevenwerkzaamheden worden verricht

• i.

  De vraag of zich in belangrijke mate publieke effecten kunnen voordoen waardoor op zichzelf aanvaardbare nevenwerkzaamheden toch extern negatief worden beoordeeld

• j.

  De vraag of de nevenwerkzaamheden een negatieve uitwerking kunnen hebben op de handhavingsmogelijkheden in de ambtelijke functie

• k.

  De omvang of zwaarte van de nevenwerkzaamheden.

Artikel 3 Beperking van nevenwerkzaamheden

Aan het verrichten van nevenwerkzaamheden kunnen voorwaarden worden verbonden met betrekking tot de duur en de omvang van de nevenwerkzaamheden alsmede met betrekking tot de gevolgen van een eventuele financiële vergoeding. GS zullen alleen dan gebruik maken van de bevoegdheid om nevenwerkzaamheden te weigeren c.q. te beperken, indien een zwaarwegend organisatiebelang dit rechtvaardigt.

Voor politieke nevenfuncties geldt dat kritisch zal moeten worden beoordeeld of het werkveld en takenpakket binnen de provincie raakt aan de politieke werkzaamheden. Is dit het geval, dan zal de politieke nevenfunctie slechts vervuld kunnen worden onder voorwaarden. De ambtenaar vervult dan bijvoorbeeld een ander takenpakket binnen de provincie.

Nevenwerkzaamheden waardoor de goede vervulling van de functie of het functioneren van de dienst niet in redelijkheid zou zijn verzekerd zijn niet toegestaan.