Organisatie | Haarlemmerliede en Spaarnwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING FORENSENBELASTING 2018. |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 223 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2019 | 19-12-2017 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet;
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
de raad: de gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
ambtenaar belast met de heffing: de gemeenteambtenaar die door het college is aangewezen als de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar belast met de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen,
Onder de naam ’forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen
Artikel 9 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening forensenbelasting 2017”, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de belasting, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2018.
De verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2018”.