Organisatie | Meierijstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Gemeentelijk Minimabeleid Meierijstad 2018 |
Citeertitel | Verordening Gemeentelijk Minimabeleid Meierijstad 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2018 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 18-01-2018 |
Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm een bijdrage te verstrekken voor sociaal-culturele, educatieve, sportieve en maatschappelijke activiteiten, voor henzelf en hun eventuele kinderen om zodoende de participatie aan de samenleving te bevorderen.
De bijdrage op grond van deze verordening bedraagt € 255,- per ten laste komend kind en € 187,- per persoon voor de aanvrager en zijn/haar overige gezinsleden. De bijdrage op grond van deze verordening voor kosten van zwemlessen diploma ABC bedraagt maximaal € 600,- en wordt rechtstreeks betaald aan de aanbieder.
De bedragen worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.
Artikel 8 Bijzondere situaties
In bijzondere situaties kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 18 januari 2018
De raad voornoemd
De griffier,
A.F.J. Franken,
De burgemeester,
ir. C.H.C. van Rooij
In dit artikel zijn een aantal begrippen nader omschreven.
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening
Hiermee is doel en strekking van de regeling verwoord.
Benadrukt wordt, dat het hierbij gaat om personen met een of meerdere ten laste komende kinderen. Dus een kind waarvoor de ouder aanspraak kan maken op kinderbijslag. Na het bereiken van de 18-jarige leeftijd kan zelfstandig een beroep worden gedaan op een bijdrage in kosten die gemaakt worden in verband met sociaal- culturele, sportieve en maatschappelijke activiteiten.
Voor beoordeling van het recht op een bijdrage is de inkomenssituatie- en vermogenssituatie van de aanvrager van belang. De bepalingen van de Participatiewet zijn van toepassing.
Het betreft activiteiten maatschappelijke participatie met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter, waarbij actief aan de samenleving wordt deelgenomen.
Ingaande 1 januari 2018 is het ook mogelijk een bijdrage te verlenen in de kosten van zwemlessen voor diploma ABC, als er geen voorliggende voorzieningen zijn of oplossingen via schoolzwemmen. Zwemvaardigheid is niet alleen belangrijk omdat kinderen op deze manier mee kunnen doen, maar ook in het kader van veiligheid. Het is belangrijk dat elk kind leert zwemmen. Ouders kunnen de kosten van zwemlessen (pakket A B C) niet altijd betalen.
In Sint-Oedenrode bestaat schoolzwemmen op de basisschool nog. In Veghel, Schijndel echter niet meer in het gewone basisonderwijs.
Per kalenderjaar bedraagt de vergoeding € 255,- per kind in de kosten van maatschappelijke participatie en € 187,- per volwassene.
De bijdrage voor zwemlessen diploma ABC is maximaal € 600,-.
Door de vele soorten van activiteiten die in de verordening onder het begrip van maatschappelijke participatie zijn genoemd, de mogelijke stigmatisering van de doelgroep, en vanwege hoge uitvoeringskosten is verstrekking in natura veelal niet doelmatig. Als uitgangspunt geldt dan ook een geldelijke bijdrage. Het college kan via steekproefsgewijze controle nagaan of de middelen doelmatig zijn besteed.
Het college kan in een individueel gevallen besluiten tot betaling in natura. De bijdrage voor zwemlessen betalen we wel rechtstreeks aan de aanbieder (in natura).
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 7. Aanpassing bedragen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 8. Bijzondere situaties
In de verordening zijn de hoofdlijnen voor het gemeentelijk minimabeleid vastgelegd. Er kunnen zich echter concrete gevallen voordoen waarin de verordening niet voorziet. Dit artikel bepaalt dat het college in dergelijke situaties beslist in afwijking van de verordening.
Dit past bij de individualiseringsgedachte van de Participatiewet. Redelijkheid is hierbij het uitgangspunt. Bij de besluitvorming wordt in de geest van de wet en de verordening gehandeld.