Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent rapportages TTO Nadere regels rapportages TTO 2018 |
Citeertitel | Nadere regels rapportages TTO 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de nadere regels rapportages TTO.
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/amsterdam/432706/432706_2.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2018 | nieuwe regeling | 30-01-2018 |
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
gelet op artikel 2.7c, tweede lid, van de Taxiverordening Amsterdam 2012;
overwegende dat door middel van kwartaal- en jaarrapportages het college inzicht kan krijgen in de prestaties van een TTO en mede aan de hand hiervan kan beoordelen of een TTO de gewenste bijdrage levert aan het bevorderen van de kwaliteit van taxivervoer in Amsterdam;
brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 30 januari 2018 hebben besloten:
Burgemeester en wethouders voornoemd,
J.J. van Aartsen,
waarnemend burgemeester
A.H.P. Van Gils,
gemeentesecretaris
Toelichting nadere regels rapportages TTO
TTO’s krijgen van het college de ruimte hun kwaliteitsbeleid zelf in te vullen. De precieze mate van controles en de hoogte van de sancties zijn door TTO’s zelf te bepalen. Omdat het college inzicht wil hebben in de prestaties van TTO’s is het van belang dat de resultaten van de inspanningen van de TTO’s inzichtelijk zijn. Periodieke rapportages van de TTO maken inzichtelijk hoe de TTO presteert op de belangrijkste criteria, te weten aantal klachten, aantal geconstateerde overtredingen en opgelegde maatregelen aan chauffeurs. Om de prestatie tussen de verschillende TTO’s te kunnen vergelijken is een uitsplitsing van prestaties naar de gedragingen benoemd in het normen- en waardenprotocol nodig. Zo wordt duidelijk op welke norm de klachten, overtredingen en maatregelen betrekking hebben. De verwachting is dat een TTO die actief werkt aan kwaliteit op de taximarkt snel en eenvoudig de gevraagde data kan leveren. Een TTO zal deze data immers zelf ook nodig hebben om inzicht te krijgen in het eigen functioneren.
Elk kwartaal wordt een rapportage opgeleverd.
Inzichtelijk moet zijn voor welke gedragingen klachten zijn binnengekomen, overtredingen zijn geconstateerd en maatregelen zijn opgelegd. Deze data moeten gepresenteerd worden per gedraging, zoals benoemd in het normen- en waardenprotocol en gesorteerd op categorie, zoals genoemd in artikel 2.5a, tweede lid, van de Taxiverordening Amsterdam 2012.
In artikel 2.5a, tweede lid, worden de volgende categorieën genoemd:
De TTO of het college is veelal de controlerende partij.
Het college stelt formats ter beschikking, waar de rapportages aan moeten voldoen. Dit zorgt ervoor dat de rapportages onderling goed vergelijkbaar zijn.
Eén keer per jaar stelt de TTO een uitgebreidere rapportage op, waarin de belangrijkste conclusies door de TTO staan en of dit effect heeft op de werkwijze van de TTO. Deze jaarrapportage geldt ook als kwartaalrapportage.
Het college stelt formats ter beschikking, waar de rapportages aan moeten voldoen. Dit zorgt ervoor dat de rapportages onderling goed vergelijkbaar zijn.
Artikel 3 Intrekking en inwerkingtreding
De nadere regels zijn inhoudelijke identiek aan de vorige versie. De wijzigingen zijn beperkt tot aanpassing van verwijzingen en regelgevingstechniek. Om die reden is gekozen voor onmiddellijke werking voor op alle lopende aanvragen, reeds verleende vergunningen en nieuwe aanvragen.