| Organisatie | Amsterdam |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent emissievrije TTO’s Nadere regels emissievrije TTO’s 2018 |
| Citeertitel | Nadere regels emissievrije TTO’s 2018 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels emissievrije TTO’s.
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/amsterdam/432706/432706_2.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-02-2018 | nieuwe regeling | 30-01-2018 |
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
gelet op artikel 2.5, achtste en negende lid, van de Taxiverordening Amsterdam 2012;
overwegende dat het gewenst is ter vergroting van de keuzevrijheid van de klant en ter bevordering van de luchtkwaliteit, initiatieven mogelijk te maken van taxiorganisaties die rijden met voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen;
overwegende dat de minimale eisen als gesteld in artikel 2.5, zesde lid, onder a en c, van de Taxiverordening Amsterdam 2012 mogelijk niet haalbaar zijn voor TTO’s die slechts rijden met voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen en dat het daarom wenselijk is voor die TTO’s andere eisen te stellen aan het aantal aangesloten chauffeurs en rijklare voertuigen;
brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 30 januari 2018 hebben besloten:
Artikel 1 Aangesloten chauffeurs
In afwijking van artikel 2.5, zesde lid, onder a, van de Taxiverordening Amsterdam 2012, geldt voor een TTO die voor het aanbieden van taxivervoer slechts gebruik maakt van voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen, een minimum van 50 aangesloten chauffeurs.
In afwijking van artikel 2.5, zesde lid, onder c, van de Taxiverordening Amsterdam 2012, geldt voor een TTO die voor het aanbieden van taxivervoer slechts gebruik maakt van voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen, een minimum van 25 rijklare auto’s.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
J.J. van Aartsen,
waarnemend burgemeester
A.H.P. Van Gils,
gemeentesecretaris
Toelichting Nadere regels emissievrije TTO’s 2018
Op grond van artikel 2.5, achtste en negende lid van de Taxiverordening Amsterdam 2012 kan het college andere toelatingseisen stellen voor TTO’s met alleen voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen (zoals NO2, fijnstof en CO2). De bevoegdheid beperkt zich tot het afwijken of stellen van een andere eis ten aanzien van het aantal aangesloten chauffeurs en voertuigen. Het college mag voor die TTO’s afwijken van de standaardregel dat een TTO uit 100 chauffeurs en 50 voertuigen moet bestaan.
De overweging hiervoor is dat de taxibranche als geheel er baat bij heeft dat ook TTO’s met innovatieve en milieuvriendelijke alternatieven de opstapmarkt kunnen bedienen, maar dat de toelatingsdrempel te hoog is. Door het toelaten van deze categorie TTO’s neemt de keuzevrijheid van de klant toe en krijgt de taxibranche een beter imago. Bovendien zou het vasthouden aan een te hoge drempel voor TTO’s met voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen afbreuk doen aan de verbeteringen van de luchtkwaliteit in Amsterdam.
Artikel 1 Aangesloten chauffeurs
Voor een TTO met alleen voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen, geldt een minimumaantal van 50 aangesloten chauffeurs.
De TTO moet nog steeds wel een zekere omvang hebben omdat te veel en te kleine TTO’s kunnen leiden tot minder overzicht voor de klant en hiermee de doelstellingen van de Taxiverordening Amsterdam 2012 onder druk komen te staan.
Voor een TTO met alleen voertuigen zonder directe uitstoot van schadelijke stoffen, geldt een minimumaantal van 25 rijklare auto’s, die de aangeslotenen duurzaam ter beschikking hebben staan. Voor dit aantal gelden dezelfde overwegingen als genoemd onder artikel 1.
Artikel 3 Intrekking en inwerkingtreding
De nadere regels zijn inhoudelijke identiek aan de vorige versie. De wijzigingen zijn beperkt tot aanpassing van verwijzingen en regelgevingstechniek. Om die reden is gekozen voor onmiddellijke werking voor op alle lopende aanvragen, reeds verleende vergunningen en nieuwe aanvragen.