Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende Programma Toezicht en Handhaving Breda 2018 |
Citeertitel | Programma Toezicht en Handhaving Breda 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 19-12-2017 | 2017-1271 |
Voor u ligt het Programma Toezicht en Handhaving Breda 2018. In dit jaarprogramma toont Breda haar burgers, bedrijven en andere belangstellenden hoe in 2018 invulling wordt gegeven aan de diverse toezichts- en handhavingsactiviteiten en de speerpunten voor komend jaar. Het Programma Toezicht en Handhaving Breda 2018, hierna het Programma 2018, vloeit voort uit het Meerjarenprogramma 2016-2019..
Toezicht en handhaving behoren tot de kerntaken van de gemeente. De uitvoering daarvan is ondergebracht bij de nieuw opgerichte afdeling Veiligheid en Leefomgeving. Daarmee wordt gekomen tot een integrale keten van Veiligheid, Vergunningen, Toezicht en Handhaving binnen onze gemeente: Het in gezamenlijkheid met burgers, bedrijven en bezoekers organiseren en beschermen van de veiligheid en leefbaarheid. Hiermee sluiten we aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen en benaderen dit niet vanuit de gedachte: “wat hebben we nu en wat moet er dus anders”, maar we doordenken hoe je als decentrale overheid idealiter (informatie gestuurd) zou kunnen gaan werken. Toezicht en handhaving zijn immers complex en raken aan alles.
Dankzij de extra beschikbaar gestelde middelen in combinatie met de prioritering kunnen we gerichte inzet plegen met behoud van een flexibele schil die kan worden ingezet wanneer daar vraag naar is.
In 2018 wordt prioriteit gegeven aan de doorontwikkeling van de afdeling. Om die reden wordt het beleidskader zoveel mogelijk gecontinueerd. Naast het beleid is voor de prioritering gekeken naar accenten zoals deze zijn aangebracht door de gemeenteraad, signalen vanuit de buurten en input van in- en externe professionals. 2018 is daarmee een overgangsjaar. Op dit moment is het meerjarenprogramma Veiligheid 2018-2022 in de maak. Dit integrale programma bepaalt de koers op het gebied van veiligheid en leefbaarheid voor de gemeente Breda voor de komende jaren. Dit uitvoeringsprogramma zal vanaf 2019 onderdeel uitmaken van deze programmatische cyclus. (meerjarenprogramma Veiligheid, jaarprogramma en jaarschijf).
Het Programma 2018 laat zien op welke taakvelden Toezicht en Handhaving een rol vervult. In het overgangsjaar 2018 zijn de uitgangspunten voor het programma het bestaande beleidskader geactualiseerd met de accenten zoals deze zijn aangebracht door de gemeenteraad, signalen vanuit de buurten en input van in- en externe professionals.
Een nieuwe afdeling en een nieuwe benadering van de taken die aan ons zijn toevertrouwd vraagt om doorontwikkeling. Voor het jaar 2018 houden we vast aan de goede dingen van het bestaande en maken we een doorkijk naar de volgende jaren.
We maken op hoofdlijnen gebruik van thema’s, taakaccenten en taakvelden, zoals die al eerder zijn benoemd. Er zijn extra middelen beschikbaar gesteld in verband met het evenementenbeleid en inzet van BOA’s. Aan ondermijning wordt hoge prioriteit gegeven. We streven naar een integrale aanpak van vraagstukken. We zoeken hierbij verbinding met externe partijen (denk hierbij aan het Veiligheidshuis, RIEC en BIT). Ook intern verbreden we onze scope, waarbij we vanuit verschillende invalshoeken komen tot de aanpak van maatschappelijke thema’s zoals burenoverlast, drugsoverlast en verwarde personen.
Een handhavingsprogramma is nodig omdat op alles handhaven nu eenmaal niet mogelijk en ook niet wenselijk is. De beschikbare capaciteit in combinatie met de omvang van de toezicht- en handhavingstaken van de gemeente, dwingt ons om keuzes te maken: waarop wordt actief en systematisch toezicht gehouden? Kortom: we moeten prioriteren.
We maken daarbij gebruik van de landelijk beproefde prioriteringssytematiek en plegen daar inzet, waar de stad daarom vraagt: gebiedsgerichte aanpak. De wijzigingen in behoeften per wijk leidt jaarlijks tot het verschuiven van accenten en de inzet van daarbij benodigde en beschikbare capaciteit. Aan de hand van de gegevens uit onze eigen systemen en gesprekken met wijk- en dorpsraden en andere in- en externe deskundigen, maar ook op basis van de wettelijke opgedragen taken, is per gebied bepaald welke mate van inzet ten behoeve van welk vraagstuk per gebied – naast het algemene basisniveau van toezicht en handhaving - wordt gepleegd. Het programma is geen starre dienstregeling voor het toezicht en de handhaving. Op basis van gewijzigde inzichten, verschuiving van problematieken en (grote) incidenten passen we onze acties aan. Daarvoor hanteren we een flexibele schil binnen onze capaciteit.
De vertaling van taken naar uren/middelen is neergelegd in het “Jaarprogramma Toezicht en Handhaving 2018”.
3. Ontwikkelingen, thema’s, taakvelden en taakaccenten
In 2018 geven we prioriteit aan de doorontwikkeling van de afdeling Veiligheid en Leefomgeving, waar toezicht en handhaving binnen het fysieke domein onderdeel van zijn. Om die reden wordt het beleidskader gecontinueerd en geactualiseerd op basis van onderstaande ontwikkelingen.
Door de organisatorische veranderingen is de bundeling van alle toezicht- en handhavingstaken in één programma niet in dezelfde lijn en vindt de inzet van de capaciteit niet meer vanuit één domein plaats. Voor het voorliggende programma betekent het dat de inzet van de sociaal rechercheurs op fraude in het kader van de Participatiewet en Wmo, de regie op de wet Kinderopvang en de 2de lijnstoezicht Wmo plaats vindt in het sociaal domein. Verantwoording over deze thema’s vindt plaats door het sociaal domein waarbij de gehele ketenaanpak in beeld wordt gebracht.
Met de ontwikkeling van het meerjarenprogramma Veiligheid welke de volledige keten en ketenpartners (intern en extern) bevat ontwikkelen we een nieuw uitvoeringsprogramma dat voor het eerst in 2019 in werking zal treden. Tijdens deze ontwikkeling kijken we ook naar de verantwoording voor alle onderwerpen waar de keten Veiligheid en Leefomgeving een rol heeft en op welke wijze we dat weergeven.
Het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp) is in het eerste kwartaal van 2017 met 3,2% (2,7% na correctie voor aantal werkdagen) gegroeid ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2016.Deze groei wordt breed gedragen door een hogere uitvoer, meer investeringen en consumptie.
De bouwproductie lag in 2016 7% hoger dan 2015. Daarbij was de woningbouw opnieuw de motor. De hogere mobiliteit op de woningmarkt en de lage rente zijn de factoren achter de forse groei van de woningbouw. De toegevoegde waarde van de bouw groeide in het eerste kwartaal van 2017 met 5,7% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Daarmee laat de bouwsector de hoogste groei van alle bedrijfstakken zien.
Verder is het aantal verleende bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen na een dip eind 2015 weer bezig met een opmars. Over het gehele eerste kwartaal werden16.283 woningen vergund, ruim 48% meer vergeleken met dezelfde periode vorig jaar 1 . In het verlengde hiervan zal de vraag naar bouwtoezicht daarmee toenemen.
Georganiseerde ondermijnende criminaliteit duidt op het ontstaan van de verwevenheid tussen de boven- en onderwereld wanneer criminelen gebruik maken van legale structuren voor de uitvoering van de criminele activiteiten en de bovenwereld hiermee onbedoeld criminaliteit faciliteert. Het gaat hierbij vooral om ondermijnende criminaliteit, zoals hennepteelt, mensenhandel, witwassen en vastgoedfraude. Delicten die ernstige consequenties met zich mee brengen voor de maatschappij. De maatschappelijke integriteit wordt aangetast, de veiligheid en het veiligheidsgevoel van burgers wordt beïnvloed en de lokale economie wordt verstoord en/of beïnvloed.
De aanpak van ondermijnende criminaliteit is niet langer alleen een taak van de politie en het Openbaar Ministerie. Een effectieve aanpak van de ondermijnende criminaliteit vraagt om een georganiseerde overheid die alle middelen en instrumenten inzet die ze tot haar beschikking heeft. Elke ketenpartner (gemeenten, Openbaar Ministerie, politie, belastingdienst, etc.) kan een bijdrage leveren aan de aanpak. Binnen het BIT (bestuurlijk interventie team) heeft de gemeente mogelijkheden om te voorkomen dat en in te grijpen waar criminele organisaties of personen misbruik maken van legale structuren of zich weten te vestigen in de regio. Dit zal zich onder meer uiten in het versterken van de informatiepositie, actualiseren, regionaal afstemmen en consequent uitvoeren van beleid, kritische procedures bij vergunningverlening, subsidies en aanbestedingen, het uitoefenen van toezichts- en handhavingstaken en de strikte toepassing van het sanctioneringsinstrumentarium.
Het evenementenbeleid is in 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. Het beleid schept een helder kader waarbinnen evenementen in Breda zich kunnen ontwikkelen, zodanig dat hun maatschappelijke waarde toeneemt en met respect voor de omgeving. Het beleid schept duidelijkheid over waar in Breda evenementen kunnen worden georganiseerd en onder welke voorwaarden. Daarnaast wordt een betere balans nagestreefd tussen de leefbaarheid en levendigheid in de stad, dorpen en wijken. De belangen van bezoekers, omwonenden, organisatoren en ondernemers worden hierbij zorgvuldig gewogen. Duidelijkheid over de kaders en spelregels is daarbij in ieders belang. Samenwerking met en overleg tussen organisator, ondernemers, bewoners en de gemeente is cruciaal. De gemeente heeft een belangrijke rol als bewaker van de spelregels. Nadruk hierbij ligt vooral bij het bewaken van de belangen van de omwonenden. Zij worden geconfronteerd met de (bij)effecten van een evenement.
Het uitgangspunt is “high trust-high penalty”. Een organisator die heeft bewezen geen overlast te veroorzaken in welke vorm dan ook, kan rekenen op minder toezichtlasten in de toekomst. Het beeld dat een organisator geeft in de voorbereiding, tijdens en bij de afronding het evenement bepaalt mede hoe intensief de handhaving wordt ingezet. Indien blijkt dat een organisator zich niet aan de afgesproken voorwaarden houdt, kan dat leiden tot intensivering van toezicht en handhaving, met bijbehorende sancties. Wij noemen dat principe “High Penalty”.
We maken gebruik van de volgende instrumenten:
Bij het opleggen van sancties wordt de handhavingsmatrix van de Gemeente Breda gevolgd, uiteenlopend van waarschuwingen, financiële sancties en in het uiterste geval beëindiging van het evenement.
De inzet van de toezichthoudende diensten wordt bepaald op basis van het profiel van het evenement, de evaluaties van voorgaande evenementen van de organisator, samenloop met andere activiteiten en/of evenementen. In de aankomende drie jaren zal er een intensivering van het toezicht zijn om samen met de omgeving en organisatoren tot een goede invulling van het principe “high trust, high penalty te komen. Onderdeel van het toezicht is de preventieve aanpak, waarbij geïnvesteerd wordt om voor het evenement het gesprek met organisator en omgeving aan te gaan over de invulling van de verantwoordelijkheden van de organisator. In de preventieve aanpak zijn alle onderwerpen die impact hebben op de omgeving, zoals ook de bereikbaarheid van de organisator voor omwonenden, onderwerp van gesprek
Het toezicht op de vooraf opgelegde geluidsnormen wordt geïntensiveerd ten opzicht van voorgaande jaren. In het voortraject van de vergunning wordt expliciet gesproken met de organisator welke maatregelen genomen worden bij klachten uit de omgeving en/of overschrijding van de normen. Daarnaast worden op het Chasséveld en Breepark permanente meetstations geplaatst. Door inzet hiervan is het mogelijk om als toezichthouder en organisator direct te monitoren en indien noodzakelijk maatregelen te nemen. De toezichthouder grijpt in indien de organisator geen maatregelen neemt. Daarnaast worden overschrijdingen van geluidsnormen geregistreerd en volgen handhavingssancties conform de handhavingsmatrix. Ook de geluidsregistraties maken onderdeel uit van de evaluatie van het evenement en de resultaten worden meegenomen in de afweging van toekomstige evenementen door dezelfde organisator. Voor de evenementen met eenmalig karakter zal de mate van intensivering van toezicht van een aantal factoren afhangen waaronder het (eventueel) in de arm genomen evenementenbureau, de kwaliteit van de aangeleverde stukken in de aanvraag, de tijdigheid van het indienen van de aanvraag, de inspanningen naar de omgeving in het voortraject om te komen tot een evenementenvergunning en het risicoprofiel van het evenement. Ondanks de maatregelen die getroffen worden door organisator, gemeente en omgeving zal er altijd een mate van hinder zijn, gelet op het feit dat een evenement een tijdelijke extra activiteit is binnen een bestaande omgeving. Als er een goed samenspel is tussen organisator, omgeving en gemeente ontstaat er een goede balans voor zowel de bezoekers van het evenement als de leefbaarheid in de omgeving en wordt eventuele hinder en overlast tot een minimum beperkt
Een belangrijk maatschappelijk thema betreft burenoverlast (buurtterreur), overdadig drankgebruik, multi probleemgezinnen, risicovolle personen, complexe problemen, contra terrorisme, extremisme, radicalisering (integrale aanpak CTER), verwarde personen, in de maatschappij terugkerende ex-gedetineerden (Bestuurlijke Informatie Justitiabelen: BIJ) e.d.). Het betreft hier ook kwetsbare groepen binnen de stad. Dit vraagt om meer dan de aanpak van overlast alleen. Daarom wordt verbinding gezocht met het sociaal domein en het maatschappelijk omveld. Voor een integrale aanpak zoeken we zoeken verbinding met het Veiligheidshuis, de politie, de brandweer en andere deskundigen op het gebied van het bestrijden van overlast en in bredere zin het bieden van een passende oplossing voor de “overlastgever” en diens omgeving.
De verantwoordelijkheid voor dit thema verschuift in 2019 van politie naar de gemeente. In 2018 brengen we in kaart wat het effect van toezicht en handhaving moet zijn. Daarvoor wordt kennis opgehaald, informatie vergaard en verrijkt. We leggen contacten en voorzien in de overname van dossiers.
Één van de hoofdlijnen voor ontwikkeling uit de Structuurvisie Breda 2030 vormt Breda Markstad, waarbij wordt ingezet op het benutten van de kansen en kwaliteiten van het water in Breda. Een uitwerking hiervan is het Bredaas Waterkompas dat in 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld. De recreatie en toerisme op en rondom het water is enorm toegenomen wat onder andere gevolgen heeft voor het ecologisch evenwicht. Effectieve toezicht en handhaving op de naleving van regels en gemaakte afspraken heeft in 2018 derhalve aandacht en prioriteit.
Gastvrije en aantrekkelijke binnenstad
Breda staat bij bezoekers en bewoners bekend om zijn gastvrijheid. Het is daarom belangrijk de kwaliteit van de openbare ruimte in voornamelijk de binnenstad op hoog peil te houden. In 2017 is gestart met een projectmatige aanpak van toezicht en handhaving in de binnenstad op de naleving van regels, dit wordt in 2018 gecontinueerd.
In 2018 start er een pilot waarbij 10 BOA’s gedurende een half jaar de bodycams in hun werk gaan gebruiken. Uit de pilot moet blijken of de bodycams bijdragen aan de veiligheid van BOA’s en betrokkenen en ongewenst gedrag kan voorkomen. Verder kunnen beelden worden gebruikt als bewijsmiddelen bij incidenten, klachtafhandeling en dergelijke.
De taxiverordening zal in de tweede helft van 2018 van kracht zijn. Effectief toezicht en handhaving op de naleving van de regels heeft aandacht. Voor 2018 is er vooralsnog geen inzet begroot.
Veiligheid en leefbaarheid is het doel van onze nieuwe verbindende aanpak rond toezicht en handhaving voor de stad. Toezicht en handhaving vormt het sluitstuk binnen de diverse ketens en is daar ook belegd. Voor een totaal omvattend pakket aan toezicht en handhaving leggen we gemeentebreed dwarsverbanden tussen de verschillende ketens. Te denken valt aan relaties tussen de Basisregistratie Personen, Participatiewet, WMO, Economie en Ruimtelijke ontwikkeling. We zijn elkaars ogen en oren in de stad. Signalen worden met elkaar gedeeld.
3.2 Thema, Taakveld, Taakaccent
Voor 2018 gaan we uit van de thema’s die in 2017 zijn vastgesteld voor het fysieke domein2 . De thema’s zijn onderverdeeld in taakvelden. De taakvelden zijn weer onderverdeeld in taakaccenten. Het totaalbeeld is dan als volgt:
Basisregistraties, woonadressen, kamerverhuur, leegstand e.d. | ||
Agressieve honden, hondenpoep, loslopende honden, blaffende honden, overige dieren. | ||
Vergunning, schijnbeheer, sluitingstijden, portiers, schenken minderjarigen, paracommercie, exploitatie. | ||
Fietshandhaving3 | ||
Toezicht en handhaving binnen de gemeente Breda is breed en omvat veel beleidsterreinen. Het is niet mogelijk om 100% te handhaven op alles wat er binnen onze gemeente speelt. Daarnaast is het op basis van de beschikbare capaciteit noodzakelijk om keuzes te maken. De gemeente Breda hanteert bij het prioriteren van de toezichts- en handhavingstaken een landelijke prioriteringssystematiek die op een objectieve wijze kan ondersteunen bij het vaststellen van prioriteiten 4 . Het stellen van prioriteiten betekent overigens niet dat bepaalde taken niet behandeld worden of niet worden opgepakt. Op basis van gewijzigde inzichten, verschuiving van problematieken en (grote) incidenten passen we onze acties aan. Daarvoor hanteren we een flexibele schil binnen onze capaciteit.
Afhankelijk van de prioriteit betekent dit het volgende:
In eerdere programma’s werden de vastgestelde prioriteiten geprojecteerd op de gehele gemeente. Op deze manier werden alle prioriteiten overal even belangrijk gevonden. In principe is dit een eerlijke verdeling, in praktijk blijken sommige prioriteiten echter minder urgent. Sinds 2017 is ons uitgangspunt: “het juiste taakveld op de juiste locatie”. We zijn ons gaan richten op een buurtspecifieke aanpak van overlastsituaties. Hierbij is aangesloten op de bestaande districtsindeling 5 . Per buurt is geïnventariseerd van welke overlast sprake is. Toezicht en handhaving treedt op waar een bepaalde vorm van overlast zich voordoet. Met andere woorden: aan overlast wordt een hoge prioriteit gegeven daar waar deze zich voordoet. In buurten waar eenzelfde overlastsituatie veel minder voorkomt blijft de prioriteit daar laag.
Een belangrijk onderdeel van buurtspecifieke aanpak is het zichtbaar of hoorbaar zijn in de verschillende buurten en wijken. Hierdoor weten we nog beter wat er in de buurten en wijken leeft. We sluiten aan bij verschillende bijeenkomsten zoals die van de wijk- en dorpsraden. Daarnaast analyseren we de overlastmeldingen die bij ons binnenkomen.
In hoofdstuk 7 is opgenomen welk inzicht deze benadering in specifieke overlast per gebied oplevert. Hier zal gerichte inzet worden gepleegd.
We streven naar een optimale onderlinge samenwerking met de verbonden partijen in het belang van de stad.
De werkzaamheden van de BOA’S hebben raakvlakken met die van de Politie als het gaat om taken op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. De taken zijn complementair aan elkaar. Een goede samenwerking met de politie komt de veiligheid en leefbaarheid van de stad ten goede. De samenwerking zal verder geoptimaliseerd en verbeterd worden.
Samenwerking met de Brandweer Midden- en West-Brabant
De samenwerking met Brandweer Midden- en West-Brabant (hierna BMWB) vindt plaats aan de hand van het Basistakenpakket Brandweerzorg Risicobeheersing 2.0. Aan de hand van het basistakenpakket wordt een werkwijzer opgesteld waarin de prioriteiten tussen de BMWB en de taken die in het kader van toezicht en handhaving met een accent brandveiligheid op elkaar afgestemd worden. In 2018 werken we toe naar een dienstverleningsovereenkomst waarbij de verwachtingen over en weer inzichtelijk worden gemaakt.
Samenwerking met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Het streven van de OMWB is om vanaf 2018 met een zogenaamde MWB-norm (Midden en West Brabant) te werken. De MWB-norm gaat over de inhoud van de OMWB-taken, de kwaliteit, de productiviteit, het regionaal uitvoeringsprogramma, de programmering van het werk, de basistaken en de verzoektaken, alsook de financiering van de OMWB door de deelnemers. Het doel ervan is dat de OMWB volgens eenzelfde norm gaat werken voor elke deelnemer, waardoor vergelijkbare bedrijven in verschillende gemeenten op dezelfde wijze behandeld worden.
De wens van de OMWB is dat naast de totstandkoming van de MWB norm, het bestuur in het vervolg een gezamenlijk meerjarenprogramma vaststelt voor regionale taken. Bijvoorbeeld dezelfde branche(s) voor alle gemeenten controleren. Op deze manier kan risico gestuurd en efficiënter gewerkt worden, waardoor beter werk voor minder geld geleverd kan worden.
Verder zal met ingang van 2018 de basistaak asbest bij sloopwerkzaamheden aan de OMWB worden overgedragen. Tevens zal in samenwerking met de Provincie intensief toezicht plaatsvinden bij veehouderijen. Dit project heeft een doorlooptijd van 3 jaar.
Samenwerking met het Veiligheidshuis Baronie Breda
De samenwerking binnen het Veiligheidshuis tussen de verschillende ketens straf (politie en justitie), zorg (organisaties zorg en welzijn) en bestuur (gemeenten).richt zich op de aanpak van complexe problematieken. Specialisten bieden ondersteuning in casussen waar professionals binnen de reguliere ‘eigen’ keten niet voldoende tot een duurzame en doeltreffende oplossing komen. Er is sprake van een intensieve samenwerking tussen de verschillende ketens straf, zorg en bestuur.
Samenwerking met het RIEC Zeeland West-Brabant & Oost-Brabant
De RIEC's zijn opgericht ter ondersteuning van gemeenten en andere overheidspartners bij de bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het RIEC faciliteert de zogenaamde 1-overheid-aanpak van ondermijnende criminaliteit. Daarbij worden de taken en expertise van politie, Openbaar Ministerie, gemeenten, provincies, Belastingdienst, FIOD, Douane, ISZW en KMAR zodanig geïntegreerd ingezet, dat maximaal effect bereikt wordt in de strijd tegen criminaliteit die de samenleving bedreigt.
Aan de hand van de verzamelde gegevens is per taakveld en bijbehorend taakaccent aangegeven wat de prioritering in 2018 is en hoe deze zich ten opzichte van 2017 verhoudt.
In het voorgaande is te lezen dat ten aanzien van enkele thema’s de prioritering is gewijzigd. De totale reguliere capaciteit om de taakvelden en de bijbehorende taakaccenten uit te voeren is ten opzichte van 2017 toegenomen. Dit levert het volgende beeld op.
De totale capaciteit voor de uitvoering van regulier taken is toegenomen. We zien een accentverschuiving van inzet van het thema openbare ruimte naar het thema openbare orde. In het thema openbare ruimte is voorzien in een behoefte-afhankelijk in te zetten flexibele schil.
Voor een zuiver beeld is de capaciteit gecorrigeerd met de uren waarvoor extra middelen incidenteel ter beschikking zijn gesteld. Het betreft BAG (basisregistratie adressen en gebouwen) en bouwtoezicht (Amphia, Rechtbank en 5-tracks) Op deze wijze is de reguliere capaciteit verkregen.
In dit hoofdstuk is per thema opgenomen op welke wijze we aan de taakvelden uitvoering geven en welke instrumenten en middelen hiervoor worden ingezet.
Toezicht en handhaving met betrekking tot situaties waarbij wordt gehandeld in strijd met het bestemmingsplan, de vergunning of bouwbesluit. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot de wet- en regelgeving met betrekking tot de omgevingsvergunning met activiteit “bouwen”. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot meervoudige sloopactiviteiten, niet OMWB 6 . | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot het op de verkeerde wijze, op de verkeerde plek en het verkeerde tijdstip aanbieden en storten van afval. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot de illegale kap en het verzuimen van de herplantplicht. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot agressieve honden, hondenpoep, loslopende honden, blaffende honden en overige overlast gevende dieren. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot fout geparkeerde voertuigen 7 . | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot terrasvergunningen. | |
| |
Toezicht en handhaving met betrekking tot uitstalling van reclameborden | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot het in strijd met wet- en regelgeving afsteken van vuurwerk. | |
|
Toezicht en handhaving op de naleving van regels en gemaakte afspraken met betrekking tot gemeentelijke wateren door vaartuigen (inclusief woonboten) en recreanten en beroepsvaart. | |
|
Toezicht en handhaving met betrekking tot wet- en regelgeving rondom hangjeugd, zwervers en bedelaars8 . | |
Inzet van BOA’s t.b.v. de constatering van de overtreding en het opstellen van het proces-verbaal. |
(Integrale) acties in diverse samenstellingen met diverse partners op locaties waar veelvuldig overtreding van regels / criminaliteit of het vermoeden daarvan plaats vindt. | |
|
6.5 (Gedeeltelijk)Uitgevoerd door derden
Organisatorisch valt het toezicht en de handhaving op gestalde fietsen, brommers en scooters onder de afdeling Parkeerbedrijf van de directie beheer, vandaar dat dit item in deze paragraaf is opgenomen. Toezicht en handhaving met betrekking tot fietsers die fietsen in het voetgangersgebied (binnenstad) betreffen bevoegdheden van de BOA’s van de afdeling Veiligheid en Leefomgeving.
Zoals in de inleiding is gesteld zijn toezicht en handhaving complex en raken aan alles. Steeds opnieuw wordt een afweging gemaakt tussen wetgeving, beleidsvoornemen en de wensen en verwachtingen van de stad. Nu toezicht en handhaving zijn ingebed in één keten samen met Veiligheid en Vergunningen krijgen we meer inzicht in wat de impact is van intensivering op één van de onderdelen op de anderen. Denk hierbij aan het sprekend voorbeeld van de wet op de communicerende vaten.
Het totaalbeeld van de keten(partners) en de stad zal nu en in de toekomst bepalend zijn voor de richting die gegeven gaat worden aan toezicht en handhaving als bijdrage aan een veilige en leefbare stad.