Organisatie | Drechterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017 |
Citeertitel | Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2018 | Nieuwe regeling | 18-12-2017 | Zaaknummer 678476; 2017-69 |
De raad van de gemeente Drechterland;
gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende de op 26 juni 2017 aangenomen motie van GBD om particulieren tegemoet te komen in de kosten voor archeologisch onderzoek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017
Op basis van de uitgangspunten en beoogde doelstellingen van het Verdrag van Valletta, de ‘Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017’ vast te stellen.
‘Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017’
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;
archeologische monumenten: hetgeen artikel 1.1 van de Erfgoedwet daaronder verstaat;
archeologisch onderzoek: hetgeen artikel 5.1, onder 1 en artikel 5.4, van de Erfgoedwet verstaat onder het doen van opgravingen;
De aanvraag wordt bij voorkeur ingediend bij het principeverzoek of schetsplan, maar in elk geval voorafgaand aan de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het slopen of bouwen als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het college is bevoegd van deze verordening af te wijken in gevallen waarin de toepassing van de verordening, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze verordening wordt in 2020 geëvalueerd. Bij de evaluatie worden het behalen van de doelstelling, deze verordening, het beschikbare budget en de wijze van financiering van het fonds meegenomen.