Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Bedragen Wmo en Jeugdhulp Heerhugowaard 2018 |
Citeertitel | Besluit Bedragen Wmo en Jeugdhulp 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Besluit |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2018 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 23-01-2018 | BW18-0019 / Bij18-044 |
De inkomens- en vermogensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. (Stb.2014 nr. 420). Het Uitvoeringsbesluit wordt jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Stb.2014 nr. 420, artikel 3.8.
a. De eigen bijdrage van ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.
Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 22.873,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een dertiende deel van
12,50% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 22.873,-.
b. De eigen bijdrage van ongehuwde personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.
Bij een verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 17.474,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een dertiende deel van
12,50% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen in het peiljaar en € 17.474,-.
c. De eigen bijdrage van gehuwde personen, waarvan één van beiden of beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, bedraagt € 0,- per vier weken.
Bij een gezamenlijk verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 35.175,- wordt het bedrag van € 0,- verhoogd met een
dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 35.175,-
d. De eigen bijdrage van gehuwde personen, waarvan beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, bedraagt € 17,60 per vier weken.
Bij een gezamenlijk verzamelinkomen (bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001) in het peiljaar meer dan € 24.128,- wordt het bedrag van € 17,60 verhoogd met een
dertiende deel van 12,50% van het verschil tussen hun gezamenlijk verzamelinkomen in het peiljaar en € 24.128,-.
1. Voor thuisondersteuning wordt, bij zorg in natura, de eigen bijdrage berekend aan de hand van het gemiddeld tarief ad € 219,67 per 4 weken.
1. Conform artikel 12 van de Verordening Wmo is bij het verstrekken van een voorziening t.a.v. alle resultaten een eigen bijdrage verschuldigd.
2. De eigen bijdrage is niet verschuldigd:
b. voor een cliënt die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing;
3. Een eigen bijdrage voor bruikleenvoorzieningen is verschuldigd zolang de voorziening in bruikleen is en onderhouden wordt.
4. Een eigen bijdrage voor koopvoorzieningen is verschuldigd zolang de voorziening in gebruik is, totdat de volledige kostprijs van de voorziening is bereikt.
5. Bij een persoonsgebonden budget voor voorzieningen verstrekt vóór 1 januari 2012 is geen eigen bijdrage verschuldigd.
Hoofdstuk 2: Bedragen voor Persoonsgebonden budget (PGB) Wmo en Jeugdhulp
Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerde offerte.
Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals dat door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals die door het college van burgemeester en wethouders aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.
De vaststelling van een persoonsgebonden budget voor ondersteuning vindt als volgt plaats: het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld, wordt berekend op basis van de indicatie. De indicatie wordt gesteld in uren aan de hand van het Protocol hulp bij het huishouden Wmo Heerhugowaard en het protocol gebruikelijke zorg van het CIZ.
Alle vormen van Jeugdhulp is een Persoonsgebonden budget mogelijk waarbij professionele ondersteuning wordt ingezet. Hiervoor geldt 75% van het door het College vastgestelde ZIN tarief voor betreffende hulpvorm of in het geval van Integrale Ambulante Jeugdhulp 75% van de door het College vastgestelde tarieven per opleidingsniveau.
Persoonsgebonden budget voor ondersteuning vanuit het netwerk is uitsluitend mogelijk voor:
Bij de bepaling van het Persoonsgebonden budget voor ondersteuning door het netwerk worden de volgende maximale vergoedingen gehanteerd: