Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Verordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018
CiteertitelVerordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 81oa van de Gemeentewet
  2. artikel 82 van de Gemeentewet
  3. artikel 108 van de Gemeentewet
  4. artikel 147 van de Gemeentewet
  5. artikel 185 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-2018Nieuwe regeling

02-01-2018

gmb-2018-19852

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018

De raad van de gemeente Zevenaar;

 

gelezen het voorstel van de griffier en de burgemeester;.

 

gelet op de artikelen 81oa, 82, 108, 147 en 185 van de Gemeentewet;

 

gehoord de Raadsgroep herindeling

besluit: vast te stellen de Verordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de lokale rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 Instelling

Er is een lokale rekenkamercommissie.

Artikel 3 Taak en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3.

    Het gemeentebestuur verleent desgevraagd alle inlichtingen die de commissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal zeven en maximaal negen leden, die door de raad uit zijn midden worden benoemd. De raad benoemt eveneens uit zijn midden de plaatsvervangende leden.

  • 2.

    De commissie heeft een externe voorzitter, die door de raad benoemd wordt.

  • 3.

    De commissie kan ten behoeve van en voor de duur van een onderzoek worden uitgebreid met

    maximaal drie externe leden. De raad benoemt de externe leden op voordracht van de commissie. De externe leden hebben geen stemrecht.

  • 4.

    De raad benoemt de externe voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 5.Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De voorzitter ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3.

    De vergoeding per vergadering voor de voorzitter bedraagt 3x de geldende vergoeding (jaarlijks geïndexeerd) zoals die nu geldt voor de raadscommissieleden bij een gemeente tussen de 20.001 en 50.000 Inwoners.

Artikel 6. Eed

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Duur lidmaatschap

  • 1.

    De zittingsduur van de in het eerste lid genoemde leden is gelijk aan die van de leden van de zittende raad. Na afloop van een raadsperiode blijven zij zitting houden totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 2.

    Leden en plaatsvervangende leden zijn herbenoembaar.

  • 3.

    Het (plaatsvervangend) lidmaatschap eindigt door:

    • a.

      ontslagname;

    • b.

      het verlies van de hoedanigheid van raadslid;

    • c.

      het niet langer voldoen aan de eisen genoemd in artikel 81oa, lid 3 van de Gemeentewet;

  • 4.

    De raad kan een (plaatsvervangend) lid ontslaan indien hij ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 8 Vergaderwijze

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste vier leden het nodig oordelen.

  • 2.

    Door of namens de voorzitter worden de leden schriftelijk ter vergadering opgeroepen. De oproeping gaat vergezeld van de te behandelen agenda en eventuele bijbehorende stukken.

  • 3.

    De vergaderingen van een commissie zijn openbaar.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 worden de deuren gesloten wanneer tenminste twee leden dit verzoeken of de voorzitter dit nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

  • 5.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Er kan niet besloten worden indien niet tenminste de helft plus één van het aantal commissieleden aanwezig is. Wanneer de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 9 Geheimhouding

Er kan geheimhouding worden opgelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 86 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Bijwonen van vergaderingen

  • 1.

    Op verzoek van de voorzitter woont de persoon of wonen de personen die belast is of zijn met het onderzoek de vergaderingen van de commissie bij.

  • 2.

    De voorzitter is bevoegd andere personen uit te nodigen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie.

Artikel 11 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raad benoemt gehoord de commissie een ambtelijk secretaris van de commissie op voordracht van het college.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitoefening van haar taak terzijde.

  • 3.

    De secretaris is voor zijn functioneren ten behoeve van de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

  • 4.

    Ter ondersteuning van het secretariaat kunnen specifieke werkzaamheden in handen worden gegeven van door het college aan te wijzen ambtenaren van de gemeente. De ambtenaren verrichten hun taak op aanwijzing van de secretaris van de commissie.

Artikel 12 Onderzoek en budget.

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de externe voorzitter;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Werkwijze commissie

  • 1.

    De commissie maakt een inventarisatie van onderwerpen, die in aanmerking komen voor een onderzoek van de commissie.

  • 2.

    De commissie maakt uit de inventarisatie een beargumenteerde keuze voor wat betreft bestuurlijke, maatschappelijke en financiële relevantie, en formuleert de onderzoeksopdracht.

  • 3.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek.

  • 4.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie zich laten bijstaan door een extern onderzoeksbureau.

  • 5.

    Ter ondersteuning van de uitvoering van het onderzoek kan de commissie zich, met toestemming van het college, laten bijstaan door de ambtelijke organisatie.

  • 6.

    Bij de uitvoering van het onderzoek draagt de commissie zorg voor de toepassing van het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van degenen en/of organisatieonderdelen die voorwerp van onderzoek zijn.

  • 7.

    De commissie kan de raad tussentijds informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 8.

    Met inachtneming van het in deze verordening bepaalde kan de commissie haar werkwijze zelf nader bepalen.

Artikel 14 Resultaten van het onderzoek

  • 1.

    De commissie legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.

  • 2.

    De commissie deelt aan de raad en het college de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake Voorstellen doen.

  • 3.

    De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 4.

    De commissie zendt een afschrift van haar rapport en haar verslag aan de raad en het college.

  • 5.

    Het rapport en het verslag zijn openbaar.

Artikel 15 Ondertekening stukken

De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter, of namens de voorzitter, door de secretaris.

Artikel 16 Voorziening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 17 Intrekking oude verordeningen

De verordening rekenkamerfunctie Zevenaar en de Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie gemeenten Doesburg, Rijnwaarden en Westervoort worden ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening rekenkamerfunctie gemeente Zevenaar 2018’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar, gehouden op 2 januari 2018

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting

Algemeen, artikel 1 en 2

De nieuwe Gemeentewet (Gmw) schrijft in het kader van het dualisme een rekenkamer of rekenkamerfunctie moet zijn ingevoerd. Gekozen is voor een rekenkamerfunctie, in de vorm van een (raads)commissie. Ingevolge artikel 81oa Gmw en ook om het specifieke karakter van de commissie te benadrukken, gebeurt dit bij verordening.

Artikel 3

In de artikelen 182 tot en met 185 Gmw zijn taak en bevoegdheden van de rekenkamer geregeld. Artikel 81oa Gmw bepaalt dat de artikelen 182 en 185 Gmw van overeenkomstige toepassing zijn op de rekenkamerfunctie. Artikel 182 Gmw, lid 1 is verwoord in lid 1 van artikel 3. De leden 2 en 3 zijn toegevoegd en bevatten een weergave van artikel 183, lid 1 en 2 Gmw.

Van belang is vooral dat de commissie haar taak zelfstandig en onafhankelijk uitoefent. Zij bepaalt in beginsel zelf haar agenda. Artikel 182, lid 2 Gmw zegt overigens dat de raad de commissie kan verzoeken een onderzoek in te stellen. De commissie kan hieraan gehoor geven, maar is hiertoe niet verplicht.

Ingevolge artikel 213a Gmw dient het college periodiek onderzoek te verrichten naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Het is aan de commissie en aan het college ervoor te waken dat geen overlap plaatsvindt.

Artikel 4

Het ledenaantal sluit aan bij dat van de reguliere raadscommissies. Er wordt de voorkeur gegeven aan het benoemen van een externe voorzitter.

Gelet op het soort onderzoek dat de commissie verricht, is gekozen voor de mogelijkheid niet permanent (m.u.v. de voorzitter), maar tijdelijk externe leden toe te voegen. Deze leden kunnen door hun deskundigheid en/of betrokkenheid een meerwaarde aan een onderzoek geven. De externe leden krijgen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen overeenkomstig de geldende regeling. De commissie kan voorts altijd, voor zover dit wenselijk en financieel haalbaar is, het advies van deskundigen inwinnen, zie artikel 11, lid 4.

Artikel 5.

In dit artikel wordt de vergoeding voor de externe voorzitter geregeld. Er is aansluiting gezocht bij de geldende regeling voor de vergoeding die raadscommissieleden (niet zijnde raadsleden) ontvangen.

Artikel 6.

Evenals voor de te benoemen raadsleden in de rekenkamercommissie, geldt voor de externe voorzitter ook de verplichting de eed af te leggen.

Artikel 7

Het lidmaatschap van de commissie loopt per raadsperiode. Bij een nieuwe raadsperiode blijft men lid totdat in de opvolging is voorzien. Op dat moment eindigt het lidmaatschap. Herbenoeming is mogelijk. In lid 3 staat vermeld wanneer het lidmaatschap daarnaast (tussentijds) van rechtswege eindigt. Een raadslid dat zijn raadslidmaatschap verliest, kan niet langer lid van de commissie zijn. De raad kan iemand ontslaan in ernstige gevallen. De formulering van lid vier is ontleend aan artikel 81c, lid 6, sub e Gmw en dient hier als een algemene kapstok om misstanden tegen te gaan.

Artikel 8

Lid vier is geënt op artikel 23 Gmw.

In lid vijf is aangegeven dat niet vergaderd en dus besloten kan worden zonder dat een vereist minimum van (plaatsvervangende) leden aanwezig is. Gekozen is voor de helft plus één. Bij een commissie van zeven leden is dit vier, bij negen vijf.

Artikel 9

Kortheidshalve is volstaan met een verwijzing naar de Gemeentewet. Op grond van belangen genoemd in de Wet openbaarheid van bestuur kan bepaalde informatie buiten de openbaarheid worden gehouden. Dan wordt geheimhouding opgelegd.

Artikel 10

Bedoeld zijn in lid 1 degenen die in opdracht van de commissie feitelijke onderzoekswerkzaamheden verrichten.

Artikel 11

De secretaris zal veelal afkomstig zijn uit de bestaande organisatie. Om de onafhankelijkheid van de commissie te waarborgen, is geregeld dat hij slechts verantwoording schuldig is aan de commissie. Formeel beslist het college over het verlenen van extra ambtelijke steun.

Artikel 12

De raad stelt ten behoeve van de commissie vooraf een budget vast . De raad bepaalt uiteindelijk hoeveel geld hij – in het algemeen of per onderzoek – ter beschikking wil stellen.

Artikel 13

Teneinde de noodzakelijke onafhankelijkheid van de commissie te waarborgen, kan de raad geen zeggenschap hebben over de vraag welk onderzoek moet worden verricht. Dat is aan de commissie. Dit sluit niet uit dat overleg met de raad kan plaatsvinden. De leden 1 en 2 verplichten de commissie een beredeneerde keuze te maken.

Artikel 14

Het artikel bevat een aangepaste tekst van art. 185 Gmw, dat ingevolge art. 81oa, lid 2 Gmw van overeenkomstige toepassing is op de rekenkamerfunctie.