Aanspraak vergoeding woon/werkverkeer
Artikel 2
De ambtenaar die in de standplaats woonachtig is, kan naar eigen keuze aanspraak maken op één van de volgende vergoedingen terzake van woon/werkverkeer:
- a.
- b.
een openbaarvervoer-vergoeding.
Artikel 3
De ambtenaar die niet in de standplaats woonachtig is, kan naar eigen keuze aanspraak maken op één van de volgende vergoedingen terzake van woon/werkverkeer:
- a.
een motorvoertuigen-vergoeding,
- b.
een openbaarvervoer-vergoeding, of,
- c.
verstrekking van een openbaarvervoer abonnement.
Artikel 4
De verhuisplichtige ambtenaar kan naar eigen keuze aanspraak maken op één van de volgende vergoedingen terzake van woon/werkverkeer:
- a.
een motorvoertuig-vergoeding;
- b.
een openbaarvervoer-vergoeding;
- c.
verstrekking van een openbaarvervoer abonnement of,
- d.
een pensionkosten-vergoeding.
Artikel 5
De ambtenaar maakt de keuze vernoemd in artikel 2 en 3 bij indiensttreding kenbaar en kan indien gewenst deze keuze jaarlijks eenmalig voor het komende jaar herzien.
Voorwaarden vergoeding woon/werkverkeer
Artikel 6: Fietsbijdrage
- 1.
De ambtenaar die op grond van artikel 2 aanspraak kan maken op een fietsbijdrage komt hiervoor maximaal éénmaal per 5 jaar in aanmerking, nadat hij schriftelijk heeft verklaard, dat hij de ontvangen vergoeding zal terugbetalen indien;
- a.
hij binnen de termijn van vijf jaar aanspraak maakt op een andere vergoeding binnen deze regeling;
- b.
hij na eigen aanvraag daartoe of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen de termijn van vijf jaar na ontvangst van de fietsbijdrage en dat het terug te betalen bedrag wordt ingehouden op de laatste salarisbetaling.
- 2.
De hoogte van de terugbetalingsverplichting wordt als volgt vastgesteld.
- -
gedurende het 1ste jaar 70% van de ontvangen vergoeding;
- -
gedurende het 2 e jaar 55% van de ontvangen vergoeding;
- -
gedurende het 3 e jaar 40% van de ontvangen vergoeding;
- -
gedurende het 4 e jaar 25% van de ontvangen vergoeding;
- -
gedurende het 5 e jaar 0% van de ontvangen vergoeding.
- 3.
Gedeputeerde Staten kunnen de ambtenaar na zijn aanvraag daartoe, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.
Artikel 7: Motorvoertuig-vergoeding
- 1.
De ambtenaar die op grond van artikel 3 of 4 aanspraak kan maken op een motorvoertuigvergoeding komt hiervoor pas in aanmerking indien hij op meer dan 10 kilometer afstand van de plaats van tewerkstelling woonachtig is.
- 2.
De motorvoertuigen-vergoeding wordt onderverdeeld in categorieën op basis van reisafstand en het aantal dagen dat de ambtenaar volgens zijn werkrooster werkzaam is.
- 3.
De voor de ambtenaar van toepassing zijnde reisafstand wordt vastgesteld middels een door Gedeputeerde Staten vastgesteld berekeningsprogramma.
- 4.
Gedeputeerde Staten stellen de bedragen voor de motorvoertuigen-vergoeding vast.
Artikel 8: Verstrekking openbaarvervoer abonnement
- 1.
De ambtenaar die op grond van artikel 3 of 4 aanspraak kan maken op een verstrekking van een openbaarvervoer abonnement ontvangt deze voor het traject gebaseerd op goedkoopste wijze van vervoer, langs de kortste of meest doelmatige weg. Onder bijbetaling van de meerkosten is een uitbreiding van het abonnement mogelijk.
- 2.
De ambtenaar dient het verstrekte openbaarvervoer abonnement in te leveren indien hij aanspraak maakt op een andere vergoeding of bijdrage binnen deze regeling of als aan de ambtenaar ontslag wordt verleend binnen de termijn van het abonnement.
- 3.
Op grond van de fiscale regelgeving kan op de ambtenaar welke een openbaarvervoer abonnement verstrekt heeft gekregen een fiscale bijtelling worden toegepast.
Artikel 10: Pensionkosten-vergoeding
- 1.
De ambtenaar die op grond van artikel 4 aanspraak kan maken op een pensionkosten-vergoeding komt hiervoor pas in aanmerking indien de ambtenaar op een zodanige afstand van de plaats van tewerkstelling woonachtig is dat deze afstand naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of niet op regelmatige basis kan worden afgelegd.
- 2.
De ambtenaar die een pensionkosten-vergoeding ontvangt, heeft tevens aanspraak op een tegemoetkoming voor ten hoogste eenmaal per week in de reiskosten naar zijn vaste woonplaats.
- 3.
De in het eerste en tweede lid bedoelde aanspraken bestaan slechts gedurende de door Gedeputeerde Staten gestelde termijn.
- 4.
De in het eerste lid bedoelde pensionkosten-vergoeding is, voorzover deze kosten niet uitgaan boven de door Gedeputeerde Staten redelijk geoordeelde pensionkosten, gelijk aan 90% van de kosten voor een pension.
- 5.
De in het tweede lid bedoelde tegemoetkoming wordt, afhankelijk van de feitelijke situatie, vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 7 en 8.
Artikel 11: Hardheidsclausule
Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen zo nodig in afwijking van de bepalingen van deze regeling een besluit naar billijkheid nemen.
Bovengenoemde vaststelling treedt, na publicatie in het provinciaal blad, met ingang van 1 januari 2018 in werking.