Organisatie | Schagen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Schagen. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Schagen, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Gemeentewet, art. 228Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 14-12-2010 Schager Weekblad, 22-12-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Schagen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 november 2010, nr. 10;
gezien het advies van de commissie Algemene Zaken Middelen d.d. 7 december 2010;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011
Onder de naam “precariobelasting” wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het heffingstijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn.
In de overige gevallen is het heffingstijdvak de kalendermaand waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Worden gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van de over een jaar te betalen belasting beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het heffingstijdvak resteren.
Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2010.
griffier voorzitter
N.S. Voogd G. Westerink
Deze tabel behoort bij het raadsbesluit van 14 december 2010
tot vaststelling van de "Verordening precariobelasting 2011".