Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport |
Citeertitel | Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2022 | artikel 6, 7, 8, 13, 14 | 28-06-2022 | |||
23-09-2020 | 07-07-2022 | artikel 1, 6, 7, 8, 8a, 8b, 11, 12, 13, 14, 16 | 15-09-2020 | 2662066 | |
26-01-2018 | 23-09-2020 | nieuwe regeling | 16-01-2018 | 2175768 |
Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136, eerste lid van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 16 januari 2018 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Provinciale Staten in hun vergadering van 8 februari 2017 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen;
Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 27 maart 2017, nummer 2040674 hebben ingestemd met criteria voor de inzet van deze provinciale middelen ter stimulering van de leefbaarheid en de economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport;
de provincie Flevoland, N.V. Luchthaven Lelystad en de gemeente Lelystad in juni 2017 een ‘Samenwerkingsovereenkomst Luchthavenfonds’ zijn aangegaan waarin onder andere afspraken zijn neergelegd om gezamenlijk financiële middelen in te zetten voor initiatieven die leiden tot een versterking van de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en in de directe omgeving van Lelystad Airport;
daarbij ook is aangegeven dat deze financiële middelen door de provincie en/of gemeente kunnen worden verstrekt in de vorm van subsidie ;
uitgangspunt van de Algemene wet bestuursrecht is dat subsidiering plaatsvindt op grond van een subsidieverordening;
de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria;
het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen, deze nadere regels vast te stellen,
de volgende nadere regels vast te stellen:
“Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport”
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Subsidie voor aanvullende geluidsisolatie: subsidie voor noodzakelijke maatregelen met een minimale isolatiewaarde van 3 dB en met een maximale isolatiewaarde van 30 dB voor het bereiken van een binnenwaarde tot 33 dB (of hoger) voor de isolatie van de woningen gelegen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport.
Artikel 2. Reikwijdte nadere regels
Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken ter stimulering van de leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport.
Deze nadere regels hebben tot doel aan potentiele subsidieaanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst .
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze nadere regels een incidentele subsidie voor activiteiten met een eenmalig karakter in de vorm van een projectsubsidie.
Gedeputeerde Staten kunnen bij separaat besluit ter uitvoering van deze nadere regels een subsidieplafond voor aanvullende geluidsisolatie vaststellen wanneer hiervoor door de gemeente en/en Lelystad Airport aan de provincie extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld. In dat geval stelt de provincie hiervoor ook extra middelen met een omvang van € 100.000 beschikbaar. Wanneer Gedeputeerde Staten tot vaststelling van dit subsidieplafond overgaan, maken zij dit in het Provinciaal Blad bekend.
Voor een subsidieaanvraag voor activiteiten die de biodiversiteit vergroten in het gebied op en rondom Lelystad Airport geldt, naast de in lid 1 genoemd weigeringsgronden, de weigeringsgrond dat per aanvrager één aanvraag kan worden ingediend, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken.
Artikel 8. Algemene subsidiecriteria
Om voor subsidie op grond van deze nadere regels in aanmerking te kunnen komen moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voldoen aan de volgende criteria:
de aanvrager levert een cofinancieringsbijdrage aan de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, met uitzondering van de activiteiten op het gebied van leefbaarheid. De hoogte van de cofinancieringsbijdrage wordt in deze nadere regels niet op een vast percentage gesteld, maar maakt deel uit van het beoordelingscriterium value for money.
Activiteiten die worden aangevraagd om de biodiversiteit in het gebied op en rondom Lelystad Airport te vergroten, moeten bovendien voldoen aan alle volgende voorwaarden:
Activiteiten moeten worden gerealiseerd in het doelgebied, dat ten oosten van de A6 ligt en dat Lelystad Airport, Lelystad Airport Businesspark, het grondgebied van de agrariërs behorende bij Stichting de Lelystadse Boer, het grondgebied van de WUR, de clusters agrarisch natuurbeheer Vogelweg en Zeeasterweg, de natuurgebieden van Flevolandschap die binnen het gebied vallen (inclusief Afvalzorg) en de wegen en watergangen beslaat.
Artikel 8a Subsidiecriteria geluidisolatie
Indien een aanvraag wordt ingediend voor het treffen van geluidsisolerende maatregelen wordt deze aanvraag altijd aangemerkt als een activiteit op het gebied van leefbaarheid en moet in aanvulling op artikel 8 tevens voldaan worden aan de volgende criteria:
De aan te brengen geluidwerende voorzieningen worden bepaald volgens artikel 4 van bijlage 1 bij deze regeling. In afwijking van de eerste volzin, kunnen ten aanzien van een aaneengesloten rij woningen, om redenen van architectonische waarde of eenvormig aanzicht, identieke geluidwerende voorzieningen worden aangebracht. Bij toepassing van de tweede volzin worden aan de bedoelde woningen de geluidwerende voorzieningen aangebracht die voor de woning met de hoogste geluidsbelasting zijn vastgesteld.
Artikel 8b Bij de subsidieaanvraag geluidisolatie in te dienen gegevens
Artikel 9. Subsidiabele kosten.
Als subsidiabele kosten worden aangemerkt alle kosten die als redelijkerwijs
noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van de activiteiten en hieraan
Artikel 12. Wijze van verdeling
Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen
Artikel 13. Verplichtingen subsidieontvanger, start uitvoering
Bij een aanvraag op grond van artikel 8 geldt in aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in de ASF dat de subsidieontvanger verplicht is om binnen 1 jaar na dagtekening van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit en deze uiterlijk 31 december 2025 te hebben afgerond.
Artikel 14. Inwerkingtreding en looptijd
Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Provinciaal Blad waarin de nadere regels worden geplaatst en geldt tot en met 30 juni 2025.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 16 januari 2018.
Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter,
De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland
Deze nadere regels vloeien voort uit:
Deze stimulering kan plaatsvinden via subsidiëring;
De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 geeft een procedureel kader voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid.
In deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 is aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria.
Omdat het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen, deze nadere regels vast te stellen, zijn Gedeputeerde Staten hiertoe overgegaan.
2. Waarom nadere regels nodig als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is.
Een bestuursorgaan mag op grond van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen. De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleid specifieke voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er wanneer sprake is van subsidiering niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. DE BASISSPELREGELS VOOR SUBSDIERING ZIJN OPGENOMEN IN DE ASF 2012 EN DE SUBSIDIETITEL VAN DE AWB. De beleid specifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.
Bij sub f is gedefinieerd wat onder het begrip initiatief wordt verstaan”: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten met als doel de economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport te stimuleren”. Hiervoor kan dan een projectsubsidie worden gegeven.
In dit artikel zijn in verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigeringsgronden zich voordoen, moet de aanvraag om subsidie worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag om subsidie moet worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. Het kan in de praktijk voorkomen dat een aanvraag om subsidie, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zodanig door de subsidie-aanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.
Artikel 8. Subsidiabele kosten
Dit artikel gaat over de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het project en over het financiële tekort.
Het financiële tekort wordt vastgesteld door de gemaakte (subsidiabele) kosten te verminderen met de opbrengsten (cofinanciering door of financiële bijdrage van andere partijen dan de provincie). Voorbeelden daarvan zijn subsidie van andere organisaties, sponsorbijdragen dan wel de eigen bijdragen aan het project.
Met uitzondering van activiteiten op het gebied van leefbaarheid, wordt een cofinancieringsbijdrage gevraagd van de aanvrager zelf en/of van samenwerkingspartijen. Het percentage van deze cofinancieringsbijdrage is niet vastgesteld in de nadere regels, maar wordt meegewogen in het criterium value for money. Een hogere cofinancieringsbijdrage leidt hierbij tot een hogere waardering.
Bijlage 1: Vereisten rapportage huidige staat woning
NEN-5077: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties’, publicatiejaar 2001, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;
NEN-EN-12354-3: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van bouwelementen – Deel 3: Luchtgeluidisolatie tegen geluiden van buitenaf’, publicatiejaar 2000, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;
Bij de bepaling van de in het eerste lid bedoelde geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie geschiedt de vaststelling van de A-gewogen geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie (GA) zoals bedoeld in NPR-5272 en NEN-5077, met inachtneming van de in artikel 4, tweede en derde lid, genoemde aanwijzingen.
Bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen worden, indien bij meerdere geluidbelaste onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie deze onderdelen niet gelijktijdig door een vliegtuig direct aangestraald kunnen worden, voor de correctiefactor CL de waarden voor luchtvaartgeluid gehanteerd, zoals opgenomen in tabel 2 van NEN-5077. De geluidwering GA van de uitwendige scheidingsconstructie is de laagste van de te berekenen geluidwering bij mogelijke combinaties van direct en niet direct aangestraalde onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie.