Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Flevoland

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Lelystad Airport (Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFlevoland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Lelystad Airport (Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport)
CiteertitelNadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Flevoland/225449/CVDR225449_2.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-09-2020artikel 1, 6, 7, 8, 8a, 8b, 11, 12, 13, 14, 16

15-09-2020

prb-2020-6737

2662066
26-01-201823-09-2020nieuwe regeling

16-01-2018

prb-2018-680

2175768

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent Lelystad Airport (Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport)

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136, eerste lid van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 16 januari 2018 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

Provinciale Staten in hun vergadering van 8 februari 2017 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen;

 

Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 27 maart 2017, nummer 2040674 hebben ingestemd met criteria voor de inzet van deze provinciale middelen ter stimulering van de leefbaarheid en de economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport;

 

de provincie Flevoland, N.V. Luchthaven Lelystad en de gemeente Lelystad in juni 2017 een ‘Samenwerkingsovereenkomst Luchthavenfonds’ zijn aangegaan waarin onder andere afspraken zijn neergelegd om gezamenlijk financiële middelen in te zetten voor initiatieven die leiden tot een versterking van de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en in de directe omgeving van Lelystad Airport;

 

daarbij ook is aangegeven dat deze financiële middelen door de provincie en/of gemeente kunnen worden verstrekt in de vorm van subsidie ;

 

uitgangspunt van de Algemene wet bestuursrecht is dat subsidiering plaatsvindt op grond van een subsidieverordening;

 

de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;

 

in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria;

 

het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen, deze nadere regels vast te stellen,

 

BESLUITEN:

 

de volgende nadere regels vast te stellen:

 

“Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASF 2012: Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012;

  • b.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie op grond van deze nadere regels;

  • c.

    Nadere regels: nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport;

  • d.

    aanvrager: rechtspersoon of natuurlijke persoon die voor de realisatie van een initiatief in aanmerking wil komen voor subsidie;

  • e.

    projectsubsidie: een subsidie voor een activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die naar hun aard een eenmalig karakter hebben;

  • f.

    initiatief: een project of projectontwikkeling, een activiteit die economische netwerkvorming, duurzaamheid of leefbaarheid bevordert, een haalbaarheidsonderzoek, adviesopdracht of businesscase ontwikkeling.

  • g.

    leefbaarheid: het beperken van hinder in relatie tot ruimtelijke beperkingen voor inwoners binnen de geluidscontour van 48 dB(A)Lden en voor geluidsisolerende maatregelen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport.

  • h.

    Value for Money: de mate waarin een initiatief/activiteit effectief en efficiënt is in relatie tot de kosten alsmede de mate waarin het initiatief/activiteit voldoet aan de kwaliteitscriteria van de partijen die de samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten.

  • i.

    Woning: een in het woningenbestand van de gemeente opgenomen object, waarop één of meerdere bewoners staan ingeschreven.

  • j.

    Subsidie voor aanvullende geluidsisolatie: subsidie voor noodzakelijke maatregelen met een minimale isolatiewaarde van 3 dB en met een maximale isolatiewaarde van 30 dB voor het bereiken van een binnenwaarde tot 33 dB (of hoger) voor de isolatie van de woningen gelegen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport.

  • k.

    geluidsgevoelige ruimten van woningen: ruimten binnen woningen voor zover die kennelijk duurzaam als slaap-, woon- of eetkamer worden gebruikt of voor een zodanig gebruik zijn bestemd.

  • l.

    samenwerkingsovereenkomst: de in juni 2017 tussen de provincie Flevoland, N.V. Luchthaven Lelystad en de gemeente Lelystad gesloten Samenwerkingsovereenkomst Luchthavenfonds.

Artikel 2. Reikwijdte nadere regels

Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken ter stimulering van de leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport.

Artikel 3. Doel nadere regels

Deze nadere regels hebben tot doel aan potentiele subsidieaanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst .

Artikel 4. Subsidieaanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon of een natuurlijk persoon.

Artikel 5. Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze nadere regels een incidentele subsidie voor activiteiten met een eenmalig karakter in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • a.

    Het maximaal beschikbare bedrag voor deze nadere regels bedraagt € 160.000 waarvan:

    sub subsidieplafond van € 150.000 voor het project ‘duurzame waterketen’.

  • b.

    Gedeputeerde Staten kunnen bij separaat besluit ter uitvoering van deze nadere regels een subsidieplafond voor aanvullende geluidsisolatie vaststellen wanneer hiervoor door de gemeente en/en Lelystad Airport aan de provincie extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld. In dat geval stelt de provincie hiervoor ook extra middelen met een omvang van € 100.000 beschikbaar. Wanneer Gedeputeerde Staten tot vaststelling van dit subsidieplafond overgaan, maken zij dit in het Provinciaal Blad bekend.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet passen binnen de reikwijdte van deze nadere regels;

    • b.

      de gevraagde subsidie minder bedraagt dan € 5.000;

    • c.

      de aanvraag niet voldoet aan de subsidiecriteria;

    • d.

      door honorering van de subsidieaanvraag het subsidieplafond wordt overschreden;

    • e.

      de subsidie moet worden beschouwd als ontoelaatbare staatssteun;

    • f.

      de aanvrager niet aannemelijk heeft gemaakt dat met inbegrip van de gevraagde subsidie, de benodigde financiële middelen beschikbaar zijn om de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, te realiseren.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie kan worden geweigerd indien de aanvrager de activiteiten ook zonder de gevraagde subsidie kan verrichten.

  • 3.

    Voor een subsidieaanvraag voor aanvullende geluidisolatie gelden naast de in lid 1 genoemde weigeringsgrond, als weigeringsgronden dat:

    • i.

      de subsidie wordt geweigerd wanneer voor subsidiëring van aanvullende geluidsisolatie een beroep kan worden gedaan op een andere subsidieregeling;

    • ii.

      dan wel de woning aan overeenkomstige eisen wat betreft geluidsisolatie had moeten voldoen op grond van de geluidweringsvoorschriften ingevolge de Woningwet 1962 of de Woningwet;

    • iii.

      vaststaat dat woning onteigend maar nog bewoond is, dan wel de verwachting bestaat dat de woning binnen vijf jaar na de bekendmaking van de nadere regels zal worden of zijn onteigend of dat de bewoning om andere redenen binnen die termijn zal worden gestaakt;

    • iv.

      vast staat dat de woning onbewoonbaar is verklaard, dan wel een procedure tot onbewoonbaarverklaring, bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 3, van de Woningwet, aanhangig is gemaakt;

    • v.

      vast staat dat de woning niet voor permanente bewoning geschikt of bestemd is of daar niet voor wordt gebruikt;

    • vi.

      vast staat dat de woning behoort tot de categorieën woonschepen of woonwagens.

Artikel 8. Algemene subsidiecriteria

Om voor subsidie op grond van deze nadere regels in aanmerking te kunnen komen moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    algemene criteria als bedoeld in artikel 7 van de ASF;

  • b.

    er moet sprake zijn van een duidelijke relatie met het provinciaal beleid en betrekking hebben op een van de vijf thema’s als benoemd in de duurzaamheidsnotitie, te weten:

    • A.

      klimaatvriendelijke luchtvaart;

    • B.

      grondstofschaarste;

    • C.

      omgeving en geluid;

    • D.

      duurzame werkgelegenheid;

    • E.

      bereikbaarheid;

    • F.

      leefbaarheid.

  • c.

    de resultaten van de activiteiten moeten effect hebben in het gebied op en rond Lelystad Airport;

  • d.

    activiteiten op het gebied van leefbaarheid, met uitzondering van geluidsisolerende maatregelen, moeten vallen binnen de 48 dB(A)Lden contour.

  • e.

    de activiteiten op het gebied van duurzaamheid en/of economische kansen zijn (nog) niet economisch rendabel en/of zijn innovatief, zodat zij niet zonder subsidie kunnen worden uitgevoerd.

  • f.

    voor uitvoeren van de activiteiten moet draagvlak zijn bij de partijen waarmee de provincie de samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten

  • g.

    voor de subsidiering van deze activiteiten kan geen beroep worden gedaan op andere subsidieregelingen – met uitzondering van de subsidieregeling die burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad voor hetzelfde doel als onderhavige nadere regels heeft vastgesteld - omdat:

    • I.

      Het initiatief te klein is om de procedure van deze subsidieregelingen te rechtvaardigen;

    • II.

      Het initiatief niet kansrijk is binnen deze subsidieregelingen;

    • III.

      Andere subsidieregelingen een (te) langdurig aanvraagtraject kennen, waardoor het niet past binnen het ontwikkeltempo van het gebied;

    • IV.

      Er om andere zwaarwegende redenen geen beroep op andere fondsen kan orden gedaan;

  • h.

    de activiteiten leveren aantoonbare value for money op.

  • i.

    de aanvrager levert een cofinancieringsbijdrage aan de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, met uitzondering van de activiteiten op het gebied van leefbaarheid. De hoogte van de cofinancieringsbijdrage wordt in deze nadere regels niet op een vast percentage gesteld, maar maakt deel uit van het beoordelingscriterium value for money.

Artikel 8a Subsidiecriteria geluidisolatie

Indien een aanvraag wordt ingediend voor het treffen van geluidsisolerende maatregelen wordt deze aanvraag altijd aangemerkt als een activiteit op het gebied van leefbaarheid en moet in aanvulling op artikel 8 tevens voldaan worden aan de volgende criteria:

  • 1.

    de maatregelen worden getroffen aan geluidsgevoelige ruimten van een bestaande woning;

  • 2.

    de aanvrager is eigenaar van deze woning;

  • 3.

    deze woning moet zijn gelegen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport;

  • 4.

    alleen maatregelen noodzakelijk voor het bereiken van een binnenwaarde tot 33 dB (of hoger), de daarvoor noodzakelijke maatregelen met een minimale isolatiewaarde van 3 dB en met een maximale isolatiewaarde van 30 dB, komen in aanmerking voor subsidie;

  • 5.

    De aan te brengen geluidwerende voorzieningen worden bepaald volgens artikel 4 van bijlage 1 bij deze regeling. In afwijking van de eerste volzin, kunnen ten aanzien van een aaneengesloten rij woningen, om redenen van architectonische waarde of eenvormig aanzicht, identieke geluidwerende voorzieningen worden aangebracht. Bij toepassing van de tweede volzin worden aan de bedoelde woningen de geluidwerende voorzieningen aangebracht die voor de woning met de hoogste geluidsbelasting zijn vastgesteld.

Artikel 8b Bij de subsidieaanvraag geluidisolatie in te dienen gegevens

  • 1.

    In aanvulling op de in te dienen gegevens op grond van artikel 13 (m.u.v. lid 2 en 3) van de ASF 2012 worden bij de aanvragen op grond van artikel 8a de volgende gegevens overlegd:

    • a.

      een kopie van de eigendomsakte van de woning;

    • b.

      een rapportage inzake de huidige staat van de woning opgesteld overeenkomstig de in bijlage 1 opgenomen vereisten. In deze rapportage moet minimaal zijn opgenomen:

      • i.

        de huidige isolatiewaarde;

      • ii.

        een op basis hiervan bepaalde isolatiewaarde van de uitwendige scheidingsconstructie (muur, ramen en dak);

      • iii

        de te treffen maatregelen en tot welke binnenwaarde deze maatregelen leiden.

    • c.

      een bewijsstuk waaruit blijkt wat het bankrekeningnummer is van de aanvrager;

    • d.

      een offerte van de aannemer.

Artikel 9. Subsidiabele kosten.

Als subsidiabele kosten worden aangemerkt alle kosten die als redelijkerwijs

noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van de activiteiten en hieraan

direct toegerekend kunnen worden.

Artikel 10. Niet subsidiabele kosten

Niet voor subsidie in aanmerking komen :

  • a.

    de reguliere exploitatiekosten van de aanvrager;

  • b.

    de kosten zoals benoemd in artikel 6 van de ASF 2012;

  • c.

    kosten in de projectvoorbereiding en -uitvoering die voortvloeien uit dan wel te maken hebben met de inzet van personele capaciteit van overheden;

  • d.

    debetrente, financiële sancties, gerechtskosten en soortgelijke kosten.

Artikel 11. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt ten minste € 5.000 en ten hoogste € 150.000.

  • 2.

    de tegemoetkoming in de kosten voor de inventarisatie en het uitvoeren van aanvullende geluidisolatie (artikel 8a) bedraagt 80% van de daarmee gemoeide kosten met een maximum van € 25.000 per woning.

  • 3

    Gedeputeerde Staten kunnen wanneer sprake is van zwaarwegende omstandigheden, gemotiveerd afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 12. Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening bij Gedeputeerde Staten, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen

  • 3.

    Indien de aanvrager met toepassing van het tweede lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst, het moment waarop de complete aanvraag is ontvangen.

Artikel 13. Verplichtingen subsidieontvanger, start uitvoering

  • 1.

    Bij een aanvraag op grond van artikel 8 geldt in aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in de ASF dat de subsidieontvanger verplicht is om binnen 1 jaar na dagtekening van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit en deze uiterlijk 31 december 2022 te hebben afgerond.

  • 2.

    Bij een aanvraag op grond van artikel 8a en artikel 8b geldt in aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in deze subsidieregeling en in de ASF 2012 de verplichting voor de subsidieontvanger om:

    • a.

      zelf een aannemer te selecteren om de aanvullende geluidisolatie te laten uitvoeren;

    • b.

      de aanvullende geluidsisolatie uiterlijk één jaar na het toekennen van de subsidie volledig te hebben afgerond;

    • c.

      per e-mail, vergezeld van een kopie van de factuur inclusief bewijs van betaling, te melden op welke dag de werkzaamheden inzake de geluidsisolatie gereed zijn. Deze melding met bijlagen moet verstuurd worden aan luchthavenfonds@lelystad-airport.nl;

    • d.

      alle medewerking te verlenen aan een door of namens de provincie Flevoland uit te voeren opleveringscontrole. Tijdens deze controle wordt nagegaan of de werkzaamheden conform offerte zijn uitgevoerd. Van deze controle en de bevindingen wordt een rapport opgesteld.

Artikel 14. Inwerkingtreding en looptijd

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het provinciaal blad waarin de nadere regels worden geplaatst en geldt tot en met 30 juni 2022.

Artikel 15. Citeertitel.

Dit besluit kan worden aangehaald als “Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport”.

Artikel 16. Contact vóór de aanvraag

De aanvrager is verplicht om vóór het indienen van een subsidieaanvraag contact op te nemen met de gebiedspartners via luchthavenfonds@lelystad-airport.nl om het projectidee met de gebiedspartners af te stemmen.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 16 januari 2018.

Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

TOELICHTING

Algemeen

1. Waarom deze nadere regels.

Deze nadere regels vloeien voort uit:

  • a.

    het besluit van Provinciale Staten van 8 februari 2017 om financiële middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen;

  • b.

    het besluit van Gedeputeerde Staten van 27 maart 2017, nummer 2040674 om in te stemmen met criteria voor de inzet van deze provinciale middelen ter stimulering van economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport.

 

Deze stimulering kan plaatsvinden via subsidiëring;

De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 geeft een procedureel kader voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid.

In deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 is aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria.

Omdat het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van initiatieven die de leefbaarheid, duurzaamheid en economische netwerkvorming op en rondom Lelystad Airport bevorderen, deze nadere regels vast te stellen, zijn Gedeputeerde Staten hiertoe overgegaan.

 

2. Waarom nadere regels nodig als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is.

Een bestuursorgaan mag op grond van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen. De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleid specifieke voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er wanneer sprake is van subsidiering niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. DE BASISSPELREGELS VOOR SUBSDIERING ZIJN OPGENOMEN IN DE ASF 2012 EN DE SUBSIDIETITEL VAN DE AWB. De beleid specifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepalingen.

Bij sub f is gedefinieerd wat onder het begrip initiatief wordt verstaan”: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten met als doel de economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport te stimuleren”. Hiervoor kan dan een projectsubsidie worden gegeven.

 

Artikel 6.Weigeringsgronden

In dit artikel zijn in verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigeringsgronden zich voordoen, moet de aanvraag om subsidie worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag om subsidie moet worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. Het kan in de praktijk voorkomen dat een aanvraag om subsidie, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zodanig door de subsidie-aanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.

 

Artikel 8. Subsidiabele kosten

Dit artikel gaat over de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het project en over het financiële tekort.

 

Het financiële tekort wordt vastgesteld door de gemaakte (subsidiabele) kosten te verminderen met de opbrengsten (cofinanciering door of financiële bijdrage van andere partijen dan de provincie). Voorbeelden daarvan zijn subsidie van andere organisaties, sponsorbijdragen dan wel de eigen bijdragen aan het project.

 

Met uitzondering van activiteiten op het gebied van leefbaarheid, wordt een cofinancieringsbijdrage gevraagd van de aanvrager zelf en/of van samenwerkingspartijen. Het percentage van deze cofinancieringsbijdrage is niet vastgesteld in de nadere regels, maar wordt meegewogen in het criterium value for money. Een hogere cofinancieringsbijdrage leidt hierbij tot een hogere waardering.

Bijlage 1: Vereisten rapportage huidige staat woning

Begrippen:

  • a)

    geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie: grootheid die het verschil tussen het niveau van het invallende geluid aan de buitenzijde van een uitwendige scheidingsconstructie en het geluidsniveau in een ruimte achter deze constructie in een getal weergeeft.

  • b)

    onderzoek: akoestisch en bouwtechnisch onderzoek van woningen of van andere geluidsgevoelige gebouwen;

  • c)

    NEN-5077: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties’, publicatiejaar 2001, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;

  • d)

    NEN-EN-12354-3: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van bouwelementen – Deel 3: Luchtgeluidisolatie tegen geluiden van buitenaf’, publicatiejaar 2000, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;

  • e)

    NPR-5079: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven Nederlandse praktijkrichtlijn ‘Geluidwering in gebouwen – Het bepalen en hanteren van ééngetalsaanduidingen voor de geluidwering in gebouwen en van bouwelementen’, publicatiejaar 1999;

Artikel 1:

  • 1)

    De bepaling van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie vindt plaats door middel van berekeningen dan wel door middel van metingen.

  • 2)

    De berekeningen en metingen vinden plaats voor de octaafbanden met de middenfrequenties 125 Hz, 250 Hz, 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz.

  • 3)

    Bij de berekeningen wordt uitgegaan van de situatie zoals die voor een bepaling door metingen van de geluidwering volgens dit voorschrift van toepassing zijn.

  • 4)

    Bij de bepaling van de in het eerste lid bedoelde geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie geschiedt de vaststelling van de A-gewogen geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie (GA) zoals bedoeld in NPR-5272 en NEN-5077, met inachtneming van de in artikel 4, tweede en derde lid, genoemde aanwijzingen.

Artikel 2:

  • 1)

    Voor de geluidwerende voorzieningen wordt bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen uitgegaan van de herleidingswaarden Ki volgens het standaard referentiespectrum voor luchtverkeersgeluid, zoals opgenomen in tabel 1 van NPR-5272.

  • 2)

    Bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen worden afscherming en reflectie verdisconteerd door toepassing van de correctiefactor CL voor luchtvaartgeluid, zoals opgenomen in tabel 2 van NEN-5077.

  • 3)

    Voor de geluidwerende voorzieningen wordt voor het onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie dat het verst van het grondpad is verwijderd, CL =8 dB gehanteerd indien de hoek tussen het onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie en het gemiddelde grondpad kleiner is dan 30°.

  • 4)

    Bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen worden, indien bij meerdere geluidbelaste onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie deze onderdelen niet gelijktijdig door een vliegtuig direct aangestraald kunnen worden, voor de correctiefactor CL de waarden voor luchtvaartgeluid gehanteerd, zoals opgenomen in tabel 2 van NEN-5077. De geluidwering GA van de uitwendige scheidingsconstructie is de laagste van de te berekenen geluidwering bij mogelijke combinaties van direct en niet direct aangestraalde onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie.

Artikel 3:

  • 1)

    De geluidwering (GA) van de uitwendige scheidingsconstructie wordt bepaald overeenkomstig NEN 5077.

  • 2)

    Bij de in artikel 1, vierde lid, bedoelde bepalingswijze van de A-gewogen geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie wordt de bepaling voor de ééngetalsaanduiding genoemd in NEN-5077, vervangen door het bronspectrumsysteem zoals beschreven in NPR-5079.

  • 3)

    Het te gebruiken referentiespectrum, bedoeld in NPR-5079, is het standaard referentiespectrum voor luchtverkeersgeluid, genoemd in artikel 2, eerste lid.

Artikel 4:

  • 1)

    De geluidwering (GA) van de uitwendige scheidingsconstructie wordt berekend conform NPR-5272 en NEN-EN-12354-3.

  • 2)

    Voor de berekeningen van GA worden de NEN-EN 12354-3 annexen B, C en D als integraal onderdeel van de methode beschouwd. Indien afwijkende waarden als invoergegevens worden toegepast, worden die afwijkingen nader gemotiveerd.

  • 3)

    Indien de situatie zich voordoet waarbij de flankerende geluidoverdracht van invloed is op de geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie, moet deze overdracht in rekening worden gebracht op de wijze die in NEN-EN 12354-3 is aangegeven.