Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandateringsbesluit gemeente Haarlem |
Citeertitel | Mandateringsbesluit gemeente Haarlem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belasting, machtiging, mandaat, mandateringsbesluit, mandatenregister, volmacht |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2018 | 24-01-2020 | Aanvulling mandaat afdelingsmanagers van Omgevingsbeleid en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving | 03-07-2018 | 2018/273794 | |
01-01-2018 | 13-07-2018 | Nieuwe regeling | 19-12-2017 | 2017/586089 |
Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem en de burgemeester van Haarlem, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
dat het voor het efficiënt functioneren van de gemeente Haarlem wenselijk is een mandaatregeling vast te stellen;
gelet op de wettelijke voorschriften, in het bijzonder de bepalingen van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 156, 165, 168, 171 en 178 van de Gemeentewet;
Artikel 2 Mandaat, plaatsvervanging en ondermandaat
De algemeen directeur c.q. de directeuren hebben het recht specifieke mandaten tijdelijk en uitsluitend aan zich te trekken, ingeval de uitoefening van de betreffende gemandateerde bevoegdheid uit het oogpunt van risicobeheersing, of anderszins noodzakelijk, tijdelijk een centrale aansturing vereist.
Artikel 4 Ondertekening en ondertekeningsmandaat
Stukken die van een bestuursorgaan uitgaan inzake niet-gemandateerde bevoegdheden kunnen worden ondertekend door de afdelingsmanager, indien het ontwerp van het uitgaande stuk was gevoegd bij het advies aan het bestuursorgaan en het bestuursorgaan overeenkomstig dat advies en dat ontwerp heeft besloten.
Artikel 6 Uitgesloten van mandatering
Geen mandaat wordt verleend voor uitoefening van de bevoegdheid tot:
Artikel 7 Informatieverstrekking
De gemandateerde informeert het ter zake bevoegd bestuursorgaan desgewenst en indien nodig over de krachtens (onder)mandaat genomen besluiten en over de wijze waarop het mandaat overigens wordt uitgeoefend.
Artikel 8 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 1 Begripsbepalingen – onderscheid mandaat, volmacht, machtiging
De gemeente kan verschillende handelingen verrichten: bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de soort (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we dan over mandaat, volmacht en machtiging. In de Algemene wet bestuursrecht zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht (artikel 10:12 Algemene wet bestuursrecht). Wat geldt voor de mandaten, geldt ook voor de volmachten en de machtigingen. Ook in het Mandateringsbesluit van de gemeente Haarlem zijn volmachten en machtigingen onder de werking ervan gebracht (zie de schakelbepaling in artikel 8). Zij zijn dan ook, samen met de mandaten, opgenomen in de bij het Mandateringsbesluit behorende mandatenlijsten.
De gemeentelijke bestuursorganen voeren bestuursrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: de burgemeester verleent een vergunning of het college verstrekt een subsidie. Al deze bevoegdheden steunen op een bestuursrechtelijke wet, waarin die bevoegdheid zijn grondslag kent.
Als een bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid opdraagt aan een ambtenaar noemen we dat mandaat. De ambtenaar oefent die bevoegdheid uit namens het bestuursorgaan. Het verschil met delegatie is dat het bestuursorgaan bij mandaat de bevoegdheid niet verliest. De verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid is en blijft bij het bestuursorgaan. Hierbij mag het bestuursorgaan op elk moment de bevoegdheid zelf uitoefenen en tussentijds algemene en bijzondere instructies geven aan de ambtenaar over de wijze waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.
Voorwaarde voor de juridische binding is dat het besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Dit spreekt voor zichzelf, omdat buiten de grenzen van hetgeen is gemandateerd geen bevoegdheid bestaat. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Het gevolg van een onbevoegd genomen besluit kan zijn dat dit in rechte wordt vernietigd. De bestuursrechter controleert ambtshalve op eventuele bevoegdheidsgebreken, ook als dit door partijen niet wordt ingebracht in de procedure.
De gemeenteraad stelt budgetten beschikbaar door de begroting vast te stellen (budgetrecht artikel 191 Gemeentewet). Het college voert de begroting uit (taak van college op grond van artikel 160 Gemeentewet). In de Budgethoudersregeling Haarlem is geregeld welke functionaris op welke wijze over bepaalde budgetten kan beschikken. Om budgetten te kunnen aanwenden is het nodig dat bepaalde bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke of feitelijke handelingen worden verricht. Er moet bijvoorbeeld een overeenkomst met een leverancier worden gesloten. Het is belangrijk om te beseffen dat de budgethouder niet automatisch op grond van zijn budgethouderschap de nodige bijbehorende handelingen mag verrichten, maar hiervoor aparte mandaten, volmachten en machtigingen nodig heeft van het ter zake bevoegd bestuursorgaan. Bovendien dient te worden opgemerkt dat financiële bevoegdheden los staan van datgene wat in het Mandateringsbesluit wordt geregeld. Daarop is de Budgethoudersregeling van toepassing.
De gemeente kan ook als ´gewone´ rechtspersoon deelnemen aan het rechtsverkeer en voert in die hoedanigheid privaatrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden: het aan- of verkopen van grond, het sluiten van een contract, het verlenen van een opdracht tot onderzoek of het aanschaffen van een product. De privaatrechtelijke tegenhanger van mandaat is de volmacht.
Naast bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht de gemeente ook feitelijke handelingen. Dit zijn de gewone dagelijkse handelingen die geen rechtsgevolgen hebben. Voorbeelden daarvan zijn: het planten van een boom, het voeren van verweer bij de rechtbank, het uitoefenen van toezicht in de stad, het verstrekken van informatie aan burgers of het aanleggen van een uitrit.
Artikel 2 Mandaat, plaatsvervanging en ondermandaat
Mandaat is in de regel een opdracht aan een hiërarchisch ondergeschikte. Het college mandateert bijvoorbeeld de manager van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) om namens het college omgevingsvergunningen te verlenen. Of de manager van de afdeling Jeugd Onderwijs en Sport krijgt de bevoegdheid opgedragen om subsidies te verstrekken. Het is ook mogelijk mandaat te verlenen aan functionarissen met een bijzondere bevoegdheid of aanwijzing. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan functionarissen als de havenmeester, de marktmeester en de security officer.
Voor de duidelijkheid: het in mandaat uitoefenen van een bevoegdheid omvat niet alleen het toekennen, maar ook het weigeren en intrekken. Voorbeeld: als je mag aanstellen, mag je ook ontslaan. Indien je mag besluiten over een aanvraag om een vergunning, mag je deze verlenen, maar ook weigeren en, indien dit aan de orde is, intrekken. Alleen in de expliciet aangegeven gevallen in dit Mandateringsbesluit ligt dit anders.
Bij de vermelding van de specifieke mandaten wordt onder meer gesproken over regulering, handhaving en subsidieverstrekking. Onder deze begrippen wordt in het kader van dit Mandateringsbesluit het volgende verstaan:
Regulering houdt in: alle bevoegdheden rondom vergunningverlening, waaronder het verlenen van een ontheffing van een verbod en de inname en afhandeling van meldingen. Zie in de betreffende regeling zelf wat van toepassing is. Regulering houdt niet in: beleidsregels of algemeen verbindend voorschriften op stellen (ook niet: aanwijzingsbesluiten). Dergelijke besluiten zijn niet gemandateerd en blijven voorbehouden aan het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan.
Handhaving omvat: controle, toezicht en feitelijke/juridische handhaving te weten: het aanschrijven, het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom, het besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, het instemmen met een verzoek om handhaving, het weigeren van een verzoek om handhaving, het besluiten tot het innen van een dwangsom, het feitelijk overgaan tot bestuursdwang, het besluiten tot het intrekken van een last onder bestuursdwang, het intrekken van een besluit tot toepassing van bestuursdwang en het opstellen van een verweerschrift.
Bij subsidieverstrekking onderscheiden we onder meer de beoordeling van subsidieaanvragen (inclusief de weigering van subsidie), de verlening van subsidies, de verstrekking van voorschotten, het uitvoeren van controlewerkzaamheden, de vaststelling van subsidie alsmede de eventuele terugvordering van subsidie. Overigens zijn besluiten over toepassing van de hardheidsclausule op grond van de toepasselijke subsidieregeling niet gemandateerd.
Wanneer op het niveau van de afdelingsmanager mandaat is verleend, kunnen de algemeen directeur (c.q. de directeuren) hun bevoegdheid blijven uitoefenen. Dit is een gevolg van de hiërarchische bevoegdheid van de hoger geplaatste managers.
Het kan noodzakelijk zijn dat de algemeen directeur (en bij vervanging de directeur) tijdelijk gemandateerde bevoegdheden uitoefent, waarbij de oorspronkelijke functionaris die het mandaat in eerste instantie heeft gekregen gedurende die periode niet bevoegd is. In de bepaling is opgenomen dat dit vanuit een oogpunt van risicobeheersing kan plaatsvinden, waarbij is aangesloten bij de budgethoudersregeling waarin eenzelfde bepaling ten aanzien van specifieke budgetbevoegdheden is opgenomen. Maar ook andere redenen kunnen leiden tot de wens of de noodzaak van een tijdelijke centrale sturing vanuit de directie. Om die reden is de zinsnede ‘of anderszins noodzakelijk’ toegevoegd.
Wanneer een gemandateerde afwezig is, is diens plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Plaatsvervangers worden, tenzij anders bepaald, bij voorkeur altijd horizontaal aangewezen.
Het verlenen van ondermandaat is op grond van de Algemene wet bestuursrecht een mogelijkheid, maar bestuursorganen moeten hiertoe wel uitdrukkelijk besluiten. In het Mandateringsbesluit is deze bepaling opgenomen in artikel 2, vijfde lid. In de mandatenlijsten staat in de kolom ‘bijzonderheden’ in voorkomende gevallen vermeld wanneer wordt afgeweken van deze algemene bepaling. Ook hier is het uitgangspunt dat bij afwezigheid van de ondergemandateerde in beginsel altijd sprake moet zijn van bij voorkeur horizontale plaatsvervanging. Voor het verlenen van ondermandaat is op InSite een format opgenomen.
Bestuurlijke mandaten zijn mandaten waarbij het college de uitoefening van een bevoegdheid opdraagt aan één van zijn leden. Een voorbeeld is de beslissing op bezwaarschriften op het gebied van sociale zekerheid: deze zijn in Haarlem opgedragen aan de wethouder belast met de portefeuille sociale zekerheid. Het is overigens niet toegestaan dat een lid van het college beslist op een bezwaar tegen een besluit dat in primo door het bestuursorgaan zelf is genomen.
Mandatering aan niet-ondergeschikten is in bepaalde gevallen eveneens mogelijk. Voor sommige besluiten is bijzondere deskundigheid nodig die niet binnen de gemeente aanwezig is. Ook kunnen in het kader van intergemeentelijke samenwerking of uitbesteding van taken bevoegdheden worden gemandateerd aan niet-ondergeschikten.
Artikel 4 Ondertekening en ondertekeningsmandaat
De burger die met een besluit wordt geconfronteerd dat in mandaat is genomen dient hierover te worden geïnformeerd, zo bepaalt artikel 10:10 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze informatieplicht vloeit voort uit het meer omvattende beginsel van de rechtszekerheid. Het krachtens mandaat genomen besluit moet dan ook vermelden namens welk bestuursorgaan het is genomen. In artikel 3 van het Mandateringsbesluit staat beschreven hoe besluiten die in (onder)mandaat zijn genomen moeten worden ondertekend.
Omdat mandaatverlening een vorm van opdracht is waarbij het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan verantwoordelijk blijft voor de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid, is het van belang dat de gemandateerde functionaris zich bij het gebruik van het mandaat beweegt binnen de grenzen van de wet, overige hogere en/of gemeentelijke regelgeving en vastgesteld beleid. Ook is de gemandateerde gebonden aan bestaande richtlijnen en instructies. Met deze bepaling wordt nog eens nadrukkelijk onderstreept dat mandaat een uitvoerend karakter heeft en slechts kan resulteren in gebonden besluiten.
Wet- en regelgeving wijzigen doorlopend. Om te voorkomen dat bij welke wijziging in wetten of andere regelgeving het mandateringsbesluit niet langer geldt en er geen gebruik kan worden gemaakt van het verleende mandaat, is bepaald dat ingeval van wetswijzigingen het gewijzigd artikel geldt tot het moment van aanpassing van het Mandateringsbesluit. Hiermee wordt bereikt dat er steeds bevoegd in mandaat kan worden gehandeld en er voldoende gelegenheid is om het Mandateringsbesluit te actualiseren.
Mandaat is beslissen én ondertekenen. In het verleden werd dikwijls een onderscheid gemaakt tussen beslissingsmandaat en ondertekeningsmandaat. Bekeken in het licht van artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht is het echter niet juist om bij louter ondertekening namens een bestuursorgaan te spreken van mandaat. Veeleer zou je hier moeten spreken van ambtelijke afdoening. Vertrekpunt is dat degene die een besluit neemt dit besluit ook ondertekent. Een bevoegdheid in mandaat uitoefenen houdt zowel beslissingsbevoegdheid als ondertekeningsbevoegdheid in.
(N.B. De enige uitzondering hierop is als men de besluitvorming op zichzelf bij het bevoegde bestuursorgaan wil laten, maar wil voorkomen dat (bijvoorbeeld) burgemeester en secretaris stapels brieven moeten tekenen. Dan kan het desbetreffende bestuursorgaan een algemene machtiging ter ondertekening aan bepaalde medewerkers geven. Een en ander conform het bepaalde in art. 10:11 Algemene wet bestuursrecht.)
Een gemandateerde bevoegdheid omvat ook de daarbij behorende voorbereiding en uitvoering, zoals het inwinnen van de nodige inlichtingen, het doen van mededelingen over bestaand beleid, correspondentie over de uitvoering van besluitvorming enz.
In het Mandateringsbesluit worden grenzen gesteld aan de omvang van de mandaatverlening, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan wordt genomen. Als regel wordt bijvoorbeeld gesteld dat besluiten geen afwijking van het bestaande beleid tot gevolg mogen hebben. Of als er gebruik moeten worden genaakt van de zogenoemde hardheidsclausule. Besluiten die afwijken van het beleid, moeten aan het bestuur worden voorgelegd. Alvorens een van het beleid afwijkend besluit wordt genomen, heeft het bestuur op deze wijze de gelegenheid het onderliggende beleid nog eens te heroverwegen. Ook moet een besluit aan het bevoegd bestuursorgaan worden voorgelegd als er geen eensluidend ambtelijk advies is. Verder kunnen besluiten waarvoor geen financiële dekking aanwezig is, niet in mandaat worden afgedaan.
De verantwoordelijkheid en de beslissing om in de artikel 2 beschreven situaties niet van het gegeven mandaat gebruik te maken ligt bij de gemandateerde functionaris. Bij twijfel kan worden overlegd met de portefeuillehouder.
Artikel 6 Uitgesloten van mandatering
Op grond van het bepaalde in artikel 10:3, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht mag degene die krachtens mandaat een besluit heeft genomen waartegen een bezwaar zich richt niet ook de beslissing op dit bezwaarschrift nemen. Gelet op de aard van de bezwaarschriftprocedure, namelijk een bestuurlijke heroverweging van het primair genomen besluit, is ervoor gekozen om de beslissing op bezwaar niet te mandateren, doch deze besluitvorming voor te behouden aan het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan. Zoals eerder vermeld is het wel mogelijk een bestuurlijk mandaat hiervoor te verlenen, zoals thans de wethouder sociale zaken heeft voor beslissingen op bezwaarschriften op het gebied van de sociale zekerheid.
Algemeen verbindend voorschriften zijn een vorm van regelgeving die externe werking hebben (zij binden de burgers). Beleidsregels zijn regels waarmee het bestuursorgaan aangeeft op welke wijze hij met de hem gegeven bevoegdheid omgaat. Beleidsregels hebben weliswaar geen externe werking (zij binden het bestuursorgaan zelf, niet de burgers), niettemin zijn zij algemeen van aard en worden zij ervaren als een vorm van regelgeving. Het opstellen van algemene regels, hetzij algemeen verbindend voorschriften, hetzij beleidsregels, past niet bij de aard van mandaatverlening.
Artikel 7 Informatieverstrekking
Informatie over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden wordt verstrekt op verzoek en waar nodig, maar kan ook structureel plaatsvinden, b.v. in de vorm van de management- of bestuursrapportages.
Artikel 8 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
In artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat alle bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht die betrekking hebben op mandaat (artikel 10:1 tot en met 10:11) van overeenkomstige toepassing zijn indien een bestuursorgaan volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of machtiging verleent tot het verrichten van feitelijke handelingen. Bij het toepassingsbereik van het Mandateringsbesluit is hierbij aangesloten. De achtergrond hiervan is dat het ongewenst zou zijn indien de regeling van mandaat, volmacht en machtiging binnen de gemeente verschillend zou zijn.
Mandatenregister 2018 college- en burgemeestersbesluiten
Algemene mandaten, volmachten en machtigingen
Specifieke mandaten, volmachten en machtigingen per afdeling
Afdeling Bestuur en Communicatie
Afdeling Informatievoorziening
Afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte
Afdeling Jeugd, Onderwijs en Sport
Bij voorgenomen opschorting van voorschotten wordt hiervan vooraf melding gedaan aan de betreffende portefeuillehouder; | |||||
Bijzondere subsidieverordening sportaccommodaties en duurzame sportvoorzieningen | Geen mandaat voor besluiten waarbij ingevolge de verordening wordt afgeweken van de standaard voorgeschreven eigen inbreng van de aan vrager. Geen mandaat voor de bevoegdheid om leden en voorzitter van de adviescommissie te benoemen en te ontslaan. | ||||
Aangaan en opzeggen overeenkomsten inclusief ondertekening met betrekking tot gemeentelijke investeringen in sportvoorzieningen | |||||
Aangaan en opzeggen overeenkomsten inclusief ondertekening namens de gemeente t.b.v. aanleg, gebruik, beheer en (specialistisch) onderhoud van bestaand gemeente-eigendom t.b.v. sport en recreatie | |||||
Vaststelling gymrooster primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs | Artikel 21 van de Verordening voorziening Huisvesting Onderwijs gem Haarlem 2009 | ||||
Het vaststellen en uitbetalen van de klokuurvergoeding voor het gebruik van lokalen ten behoeve van bewegingsonderwijs | Addendum nr. 1 bij de Verordening Materiële en financiële gelijkstelling gem. Haarlem 2009 getiteld: | ||||
Besluitvorming op ingediende verantwoordingen (voorzien van accountantsverklaring) betreffende vanuit het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs aan schoolbesturen verstrekte kredieten voor vervangende nieuwbouw en uitbreidingen | Gemeentelijk Investeringsplan; artikel 13, achtste lid Verordening voorziening Huisvesting Onderwijs Gemeente Haarlem 2009; | Geen mandaat indien de verantwoording door een schoolbestuur op een hoger bedrag uitkomt dan het bedrag genoemd in de toewijzingsbeschikking | |||
De besluitvorming op aanvragen van schoolbesturen wat betreft het (specialistisch) onderhoud van bestaande gemeentelijke schoolgebouwen inclusief de besluitvorming (vaststelling) ten aanzien van naderhand ingediende verantwoordingen | Artikel 13, achtste lid Verordening Voorziening Huisvesting Onderwijs Gemeente Haarlem 2009 | Geen mandaat indien de verantwoording door een schoolbestuur op een hoger bedrag uitkomt dan het bedrag genoemd in de toewijzingsbeschikking. | |||
De besluitvorming op aanvragen voorziening functie verbeterende aanpassingen/onderhoud inclusief de besluitvorming (vaststelling) t.a.v. naderhand ingediende verantwoordingen. | Artikel 4Verordening Materiële en Financiële gelijkstelling gemeente Haarlem 2009; Addendum 3: Voorziening functie verbeterende aanpassingen/onderhoud | Geen mandaat indien de verantwoording door een schoolbestuur op een hoger bedrag uitkomt dan het bedrag genoemd in de toewijzingsbeschikking. | |||
Het verhuren of in (mede)gebruik geven en opzeggen verhuur of (mede)gebruik van gemeente-eigendom t.b.v. onderwijs en jeugdzorg inclusief ondertekening namens de gemeente | Artikel 160, eerste lid aanhef en onder e Gemeentewet Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gem. Haarlem 2009; Nota medegebruik en verhuur van schoolgebouwen 2009 | ||||
Besluiten ter uitvoering van de verordening leerlingenvervoer | |||||
Besluitvorming op verzoek om vervangende leerplicht, al dan niet in laatste schooljaar | |||||
Besluitvorming op aanvragen jeugdhulpverlening in natura en in de vorm van een persoonsgebonden budget(pgb) via de gemeente en via de huisarts, medisch specialist en jeugdarts | 1. niet gemandateerd: toepassing hardheidsclausule op grond van Verordening Jeugdhulp | ||||
Het doen van steekproefsgewijs onderzoek naar de bestedingen van de pgb’s | |||||
Overige uitvoeringsbevoegdheden op cliënt-niveau in het kader van de jeugdhulpverlening | |||||
Uitvoering namens het Gemeenschappelijke Orgaan van de Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten “West-Kennemerland” | Leerplichtwet alsmede RMC-regelgeving in Wet op het VO, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet op de expertisecentra; | B&W in GR-verband, waarbij de portefeuillehouder het college vertegenwoordigt in de GR | B&W Haarlem in de hoedanigheid van uitvoerende gemeente namens de aan de GR deelnemende gemeenten | 1.De aan de GR deelnemende gemeenten hebben een aantal in de GR genoemde bevoegdheden gemandateerd aan het Gemeenschappelijk orgaan (GO) van de GR. Het GO heeft voor deze bevoegdheden ondermandaat verleend aan Haarlem als uitvoerende gemeente. Als uitvoerende gemeente faciliteert Haarlem het RBL1 waarin de gemeenten in de regio Zuid- en Midden-Kennemerland samenwerken voor leerplicht- en RMC2-taken. 2. Aan de teammanager en de beleidscoördinator van het RBL wordt volmacht verleend voor het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten met derden namens het GO tot een maximum bedrag van € 25.000,--. 3. Voor de Leerplichttaken genoemd in artikel 6 lid 1 en 2 a. tot en met e. van de GR die collegebevoegdheid zijn is, overeenkomstig artikel 10 lid 3 van de GR, ondermandaat verleend aan de met de uitvoering van deze taken belaste medewerkers van het RBL. | |
Verzoek tot uithuisplaatsing voor gesloten jeugdhulp (op vrijwillige basis) | Een instemmingsverklaring van de gecertificeerde instelling is noodzakelijk . | ||||
Artikel 3 lid 3 en 4 Samenwerkingsconvenant Verwijsindex IJmond en Zuid-Kennemerland | Coördinator treedt op namens 9 gemeenten in de regio IJmond en Zuid-Kennemerland. | ||||
Vastgelegd in verordening Jeugdhulp; de gemandateerde kan ondermandaat verlenen aan medewerkers |
Afdeling Economie, Cultuur, Duurzaamheid en Wonen
Afdeling Programma- en gebiedsmanagement
Afdeling Project- en contract management
Stilleggen graafwerkzaamheden waarvoor geen vergunning of instemming is verleend, of stilleggen graafwerkzaamheden waarbij wordt gehandeld in strijd met daaraan verbonden voorschriften |
Afdeling Vergunningen, Toezicht & Handhaving
Afdeling Veiligheid en Handhaving
Afdeling Klant Contact Centrum
Afdeling Data, Informatie en Analyse
Afdeling Schulden, Minima en Sociale recherche
Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning
Politie eenheid Noord Holland Basisteam Haarlem
Uitvoeren beleid Verblijfsontzeggingen 8 april 2011; ondermandaat aan hulpofficieren, operationeel experts en operationeel commandanten. |
Bijlage 1 MANDATEN PERSONEELSZAKEN
gelet op artikel 22:1:1:1 van het Ambtenarenreglement 1995
De beschikkingsbevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, betrekking hebbende op de bepalingen in het Ambtenarenreglement 1995, de verordeningen waarnaar in dit reglement wordt verwezen, en de krachtens het reglement en die verordeningen vastgestelde nadere regelingen, wordt uitgeoefend door de afdelingsmanager, met uitzondering van de in de onderstaande tabel opgenomen beschikkingsbevoegdheden.
De afdelingsmanager kan de bevoegdheid alleen uitoefenen als hij handelt overeenkomstig het geldende beleid. Bij afwijking van beleid is alleen de directie3 bevoegd.
Tot het mandaat behoren mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de gemandateerde bevoegdheden alsmede het treffen van voorbereidings en uitvoeringshandelingen en voorbereidings en uitvoeringsbesluiten.
Bijlage 2 MUTATIEOVERZICHT behorend bij het mandatenregister 2018
Overzicht alle door het college en de burgemeester vastgestelde nieuwe mandaatbesluiten vanaf de inwerkingtreding van het mandatenregister 2015 (ingaande 1 mei 2015 tot en met 21 november 2017) en die verwerkt zijn in het mandatenregister 2018: zie hieronder: