Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Middelburg

Verordening Kinderopvang op sociaal medische indicatie Middelburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMiddelburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kinderopvang op sociaal medische indicatie Middelburg
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-201801-01-2018zaaknummer 184902 publicatiedatum 24-1-2018

18-12-2017

gmb-2018-15366

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Kinderopvang op sociaal medische indicatie Middelburg

De raad van de gemeente Middelburg;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 oktober 2017;

 

overwegende dat het noodzakelijk is voor de verlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

 

gezien het advies van Sociale Cliëntenraad Walcheren en het advies van Adviesraad Sociaal Domein Middelburg.

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de verordening Wet Kinderopvang Middelburg;

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Doel van de verordening

Deze verordening stelt als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten

van kinderopvang op grond van een sociale en/of medische indicatie.

 

Artikel 2 Begripsbepalingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

de wet: De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Middelburg;

kind: de jeugdige in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar;

het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van het college advies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang;

voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze beleidsregel waarop de belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de bekostiging van de noodzakelijke kinderopvang op basis van een sociale of medische indicatie.

2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in

dezelfde betekenis als in de wet.

 

Hoofdstuk 2: Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang

2.1. Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie

 

Artikel 3 Doelgroep

De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op ouder(s)/verzorger(s) en/of het kind, die volgens de Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig zijn in

de gemeente Middelburg; en:

die tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/of psychische beperking en voor wie op advies van een adviesorgaan is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

ten aanzien van wie door het sociale team/het adviesorgaan is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is, of

indien de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit (andere) stukken van een huisarts en/of andere instellingen dan is er geen aanvullend advies nodig van een adviesorgaan.

 

2.2. Aanvraag voor de tegemoetkoming

 

Artikel 4 Aanvraag

1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van

een sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

2. De aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval de volgende gegevens:

Naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s)/verzorger(s);

Indien van toepassing: naam, burgerservicenummer, geboortedatum van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

Naam, burgerservicenummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

Een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval per kind wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per maand, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

Gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag

3. Het college stelt op aanvraag van de ouder(s)/verzorger(s) vast of hij of zijn partner

een persoon is die onder de doelgroep genoemd in artikel 3 van deze verordening

valt.

4. Alvorens te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de

noodzakelijkheid van kinderopvang advies bij een adviesorgaan als

bedoeld in artikel 2 lid 1 onder d van deze verordening opvragen.

5. Het college kan periodiek een herbeoordeling verrichten op personen als bedoeld in

artikel 3 van deze verordening. De herbeoordeling vindt plaats na 6 maanden

overeenkomstig het vierde lid van artikel 4.

6. Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het

college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier en/of wijzigingsformulier.

7. Indien de ouder(s)/verzorger(s) een partner heeft, wordt de aanvraag mede

ondertekend door de partner.

 

Artikel 5 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder/verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de door hem of zijn

partner te betalen kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische

indicatie indien:

het college op grond van het bepaalde in het advies kan vaststellen in welke mate deze ouder/verzorger in aanmerking hoort te komen voor een tegemoetkoming in deze kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van een sociaal medische indicatie. Het advies bevat de volgende elementen:

aantal noodzakelijk uren opvang (aantal uren/dagdelen per week en verwachte duur);

medische/psychische situatie van ouder/verzorger en/of kind;

informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen;

de kinderopvang plaatsvindt bij een in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen opgenomen kindercentrum of gastouder.

 

Artikel 6 Weigeringsgronden

1. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende

voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een

voorziening op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

2. Het college weigert de noodzaak van de kinderopvang op grond van een sociaal

medische indicatie vast te stellen indien;

De ouder/verzorger en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangen of kunnen ontvangen; of

de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

de aanvrager aantoonbaar zelf in kinderopvang kan voorzien of als er een andere passende voorziening is waar een beroep op gedaan kan worden;

de aanvrager een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijft en als gevolg daarvan geen aanspraak heeft op toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen op grond van een beschikking van een bestuursorgaan (artikel 10 lid 1 Vreemdelingenwet 2000);

Er gebruik wordt gemaakt van opvang die niet is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen;

de aanvrager niet in de gemeente Middelburg woont.

 

2.3. Verlening van de tegemoetkoming

 

Artikel 7 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

1. Het college besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle

benodigde gegevens.

2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de

ouder(s)/verzorger(s) hiervan schriftelijk in kennis.

 

Artikel 8 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag

voor de tegemoetkoming in ontvangst is genomen.

2. Indien er reeds kinderopvang wordt afgenomen op de datum waarop de aanvraag in

ontvangst wordt genomen en er een noodzaak voor opvang op basis van een sociaal

medische indicatie is vastgesteld, dan kan de tegemoetkoming maximaal 3 maanden

met terugwerkende kracht worden verleend.

3. Als op de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming in ontvangst is genomen

nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van

de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

 

Artikel 9 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt toegekend per kalenderjaar. Dit betekent dat er elk

kalenderjaar een nieuwe aanvraag gedaan dient te worden. Na 6 maanden kan er een

herbeoordeling gedaan.

2. Aanvragers met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm hebben geen eigen

bijdrage en komen voor vergoeding van de volledige kosten kinderopvang in

aanmerking.

3. Voor aanvragers met een inkomen vanaf 130% van de bijstandsnorm is een eigen bijdrage van

6% van de kosten kinderopvang, waarvan gebruik wordt gemaakt, van toepassing.

4.De kosten van kinderopvang boven de door de rijksoverheid vastgestelde maximale

uurprijzen komen niet voor vergoeding in aanmerking.

5. De kosten die door een kindercentrum of gastouderbureau in rekening worden gebracht

bij de ouder/verzorger, niet zijnde de kosten van opvang, komen niet voor vergoeding

in aanmerking.

6. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere

periode verlenen.

 

Artikel 10 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een

sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

de naam en het adres van het kindercentrum of gastouder waar de kinderopvang plaatsvindt;

de geldigheidsduur van de indicatie;

de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

de verplichtingen van de ouder

 

Artikel 11 De betaling van de tegemoetkoming

1. De tegemoetkoming wordt na aanlevering van de maandelijkse declaratie uitbetaald.

2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van betaling.

 

2.4. Vaststelling van de tegemoetkoming

 

Artikel 12 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

1. De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de

tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van

de kinderopvang in deze periode.

2. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het

overzicht van de kosten vast.

 

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de ouder(s)/verzorger(s)

Artikel 13 Verrekening

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald.

Als de gemeente een ouder een hoger bedrag heeft uitgekeerd dan waarop deze recht heeft, kan de gemeente het te veel betaalde bedrag terugvorderen.

 

Artikel 14 Inlichtingenplicht

1. De ouder(s)/verzorger(s) of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend

worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en

gegevens die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de hoogte van de bijdrage.

 

2. De ouder(s)/verzorger(s) of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een

door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en

zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de

gemeente van belang zijn.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 9 is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 16 Overgangsbepaling

Voor degene die op 31 december 2017 een tegemoetkoming ontvangt is een overgangsregeling van toepassing. Bij voortzetting van de tegemoetkoming per 1 januari 2018 blijft de tegemoetkoming van toepassing op basis van de oude verordening, derhalve een tegemoetkoming van 94% in de kosten.

 

Artikel 17 Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018.

2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Verordening Wet Kinderopvang

tegemoetkoming kinderopvang sociaal medische indicatie”.

3. De verordening Wet kinderopvang gemeente Middelburg van 2004, laatstelijk gewijzigd in 2008, wordt ingetrokken.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Middelburg d.d. 18 december 2017.

de griffier, de voorzitter,

M. Wisse-Roelse mr. H.M. Bergmann