Organisatie | Urk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BELEIDREGELS BEDRIJFSVERZAMELGEBOUWEN EN UNITBOUW |
Citeertitel | Beleidsregel bedrijfsverzamelgebouw en unitbouw |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening |
Geen
artikel 2.1 van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 29-11-2017 | 2017.08541 |
Voor het realiseren en in stand houden van een bedrijfsverzamelgebouw en of unitbouw is een omgevingsvergunning benodigd. Overigens dient de bestemming te voldoen aan de bestemming die op basis van het bestemmingsplan is toegestaan.
Deze vergunning kan worden verleend indien wordt voldaan aan de voorschriften die in deze beleidsregel zijn vermeld. Uitgangspunt is dat het gebouw noch de activiteiten hinder veroorzaken dan wel afbreuk doen aan het karakter van het bedrijventerrein.
Artikel 1 Gebied waarop de beleidsregel van toepassing is
De beleidsregel is van toepassing voor alle gronden met de bestemming Bedrijventerrein binnen de gemeente Urk.
Artikel 2 Nadere voorschriften:
Ten behoeve van het aanwenden van het perceel/pand voor/als bedrijfsverzamelgebouw gelden de volgende voorschriften.
1. Het bedrijfsverzamelgebouw dient te voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening.
2. Het aantal brandcompartimenten overschrijdt het in de omgevingsvergunningsaanvraag aangegeven compartimenten niet.
3. Het gebruik past qua aard, omvang en ruimtelijke uitstraling (naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders) in de omgeving en mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het gebied en indien van toepassing het woon- en leefklimaat.
4. Er dienen minimaal 2 afzonderlijke en zelfstandige bedrijven gevestigd te zijn in één bedrijfsverzamelgebouw.
5. Er dient op eigen terrein te worden voldaan aan de parkeernormering op basis van de CROW normering met betrekking tot bedrijfsverzamelgebouwen.
6. Door/vanwege de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw mag geen verkeersonveilige situatie ontstaan.
7. Opslag buiten het pand is niet toegestaan.
8. Verkoop van bedrijfsgerelateerde detailhandelsproducten aan bezoekers is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit, mits deze beperkt is tot maximaal 10% van de totale bedrijfsomzet en het bedrijf met deze activiteit in haar eigen parkeerbehoefte kan blijven voorzien. Ingeval de situatie daartoe aanleiding geeft kan het college een hogere parkeernorm opleggen in verband met toename van de parkeerdruk als gevolg van de detailhandel, ook na afgifte van de vergunning.
Ten behoeve van het aanwenden van het perceel/pand voor unitbouw gelden de volgende voorschriften.
1. Aanvragen voor unitbouw worden alleen in zijn geheel in behandeling genomen en niet voor units afzonderlijk.
2. De unitbouw dient te voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening.
3. Per unit mag slechts 1beroep/bedrijf worden uitgevoerd en worden gevestigd.
4. De units hebben een minimale bedrijfsvloeroppervlakte (bvo) op de begane grond van 200m2. Eventuele extra m2 op de eerste verdieping mogen slechts worden gebruikt door de eigenaar/gebruiker van de begane grondvloeroppervlakte van het betreffende perceel (verticaal is slechts 1 eigenaar/gebruiker toegestaan).
5. Het aantal brandcompartimenten overschrijdt het in de omgevingsvergunningsaanvraag aangegeven compartimenten niet.
6. Het gebruik past qua aard, omvang en ruimtelijke uitstraling (naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders) in de omgeving en mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het gebied en indien van toepassing het woon- en leefklimaat.
7. Het is niet toegestaan meer dan 3 units aaneen te realiseren.
8. Er dient op eigen terrein te worden voldaan aan de parkeernormering uit de dan vigerende nota parkeren waarbij de normering per unit wordt bepaald.
9. Door/vanwege de realisatie van een unitbouw mag geen verkeersonveilige situatie ontstaan.
10. Opslag buiten het pand is niet toegestaan.
11. Verkoop van bedrijfsgerelateerde detailhandelsproducten aan bezoekers is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit, mits deze beperkt is tot maximaal 10% van de totale bedrijfsomzet en het bedrijf met deze activiteit in haar eigen parkeerbehoefte kan blijven voorzien. Ingeval de situatie daartoe aanleiding geeft kan het college een hogere parkeernorm opleggen in verband met toename van de parkeerdruk als gevolg van de detailhandel, ook na afgifte van de vergunning.