Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2018 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke ondersteuning |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2018 | 01-03-2019 | Nieuwe regeling | 16-01-2018 | 1387986 |
Hoofdstuk 2 - Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening
Artikel 2.2 Hoogte en duur bijdrage
Indien een maatwerkvoorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing aan een woning, wordt voor de berekening van de bijdrage de kostprijs gebaseerd op de kostprijs van de woningaanpassing plus de eventuele kosten voor onderhoud, keuring en reparatie en wordt geïnd gedurende maximaal 39 periodes van 4 weken.
Indien een maatwerkvoorziening bestaat uit een individuele vervoersvoorziening of een losse woonvoorziening, bestaat voor de berekening van de bijdrage de kostprijs uit de gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe maatwerkvoorziening en een depotverstrekking plus de kosten voor het onderhoud, keuring en reparatie van de maatwerkvoorziening voor 7 jaar zijnde de afschrijftermijn van de leverancier. De bijdrage voor deze maatwerkvoorzieningen wordt opgelegd gedurende de gehele gebruiksduur van de voorziening.
Artikel 2.3 Bijdrage maatschappelijke opvang
Gezien het bepaalde in artikel 12 lid 3 a van de verordening bedraagt de bijdrage maatschappelijke opvang €364,- per maand voor alleenstaande vanaf 21 jaar en alleenstaande ouder. Voor personen tot 21 jaar wordt een bedrag vrijgelaten van € 335,20 per maand (bedrag per 1 juli 2017).
Voor zover het maandinkomen exclusief vakantietoeslag van personen onder 21 jaar het vrij te laten bedrag te boven gaat, wordt dit als eigen bijdrage aangemerkt tot maximaal het op grond van artikel 12 lid 3 a.
Hoofdstuk 3 - Persoonsgebonden budget (Pgb)
Om de budgethouder volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het Pgb dient te worden aangeschaft en aan welke vereisten de aan te schaffen ondersteuning dient te voldoen, wordt een zo nauwkeurig mogelijk omschreven programma van eisen bij de beschikking gevoegd.
Wordt dan toch een maatwerkvoorziening aangeschaft die niet aan het programma van eisen voldoet, dan is gehandeld in strijd met de beschikking en kan het Pgb alsnog geweigerd worden.
Artikel 3.2 Invulling Pgb door personen uit het sociale netwerk
Het Pgb voor individuele vervoersvoorzieningen (met uitzondering van een vervoerskosten vergoeding voor eigen dan wel bruikleen auto en een (rolstoel)taxivergoedingen), rolstoelen en losse woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde gelijkwaardig aan de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier. Binnen de natura-variant zijn er per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de adequate voorziening in natura te kunnen bepalen is veelal een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert, wordt ervan uitgegaan dat de goedkoopste maatwerkvoorziening binnen de natura-variant-mogelijkheden adequaat is, zodat het Pgb-bedrag hierop wordt afgestemd.
Hoofdstuk 4 - Maatwerkvoorziening bestaande uit woonvoorzieningen
Hoofdstuk 5 - Maatwerkvoorziening bestaande uit vervoersvoorzieningen
Artikel 5.1 Vervoersvoorziening
Indien de persoon met beperkingen geen gebruik kan maken van in lid 1 sub a benoemde vervoersvoorziening kan deze in aanmerking komen voor een individuele vervoerskostenvergoeding. Hiervoor geldt een maximumvergoeding van € 0,19 per km tot maximaal 2.000 km op jaarbasis.
Indien er geen sprake is van een eigen auto of bruikleenauto, kan de cliënt in aanmerking komen voor een (rolstoel)taxikostenvergoeding . Zie voor de maximale vergoedingen bijlage 1 Vergoedingenlijst Pgb’s 2018.
Indien de collectieve vervoersvoorziening een adequate voorziening is, maar de persoon met beperkingen wenst een aanpassing aan een motorvoertuig als bedoeld in lid 1 sub b, sub a dan kan deze alleen worden verstrekt in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat wordt geacht. Het Pgb voor de aanpassing bedraagt maximaal € 2.226 inclusief onderhoud en reparatie. Dit bedrag wordt niet vaker dan 1x per 5 jaar verstrekt. Gedurende deze 5 jaar bestaat geen recht op gebruik van het Aanvullend Openbaar Vervoer, tenzij de persoon met beperkingen het verstrekte Pgb voor de aanpassing naar rato terugbetaalt aan de gemeente.
Hoofdstuk 6 - Maatwerkvoorziening bestaande uit rolstoelvoorziening
Purmerend, 21 december 2017
Burgemeester en wethouders van Purmerend,
De secretaris,
G. Blom
de burgemeester,
D. Bijl
Toelichting Besluit Maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2018
Vanaf 1 januari 2015 is de Wmo 2015 in werking getreden en zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Purmerend 2018 zijn gemeentelijke keuzes vastgelegd. Deze keuzes worden verder uitgewerkt in de nadere regels en de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning. In dit Besluit maatschappelijke ondersteuning zijn de nadere financiële regels voor de uitvoering van de Wmo in 2018 opgenomen.
Dit Besluit is mede afgeleid van de landelijke AMvb “Uitvoeringsbesluit Wmo 2015”. Hierin zijn nadere regels gesteld om te borgen dat in alle gemeenten een uniforme systematiek voor het vaststellen van inkomens- en vermogensafhankelijke bijdragen in de kosten worden gehanteerd.
Hoofdstuk 2 – Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening
Gemeenten dienen binnen de in het Uitvoeringsbesluit aangegeven bandbreedte parameters vast te stellen voor de berekening van de bijdragen in de kosten. Voor de berekening van de eigen bijdragen wordt aangesloten bij de maximale parameters van het Uitvoeringsbesluit. Naast deze parameters worden de gehanteerde kostprijzen van de maatwerkvoorzieningen benoemd. Deze kostprijs mag maximaal de daadwerkelijke kostprijs bedragen.
Specifiek met betrekking tot beschermd wonen wordt in het Uitvoeringsbesluit paragraaf 3 de bepaling van de bijdrage beschreven. De gemeente heft een eigen bijdrage voor deze maatwerkvoorziening en volgt daarmee de systematiek die in het Uitvoeringsbesluit is opgenomen.
Voor het gebruik van het Aanvullend Openbaar Vervoer wordt geen bijdrage gevraagd zoals is geregeld in het Uitvoeringsbesluit. Hier betaalt de gebruiker een tarief dat vergelijkbaar is met het reguliere openbaar vervoer. Dit vervoersysteem biedt vervoer van deur tot deur met behulp van auto’s en (rolstoel) busjes. Dit vervoersysteem is alleen toegankelijk voor Wmo geïndiceerden (met eventuele begeleiders) en wordt door de gemeente ingekocht.
Hoofdstuk 3 – Persoonsgebonden budget (Pgb)
De tegenhanger in natura wordt gehanteerd voor de berekening van het Pgb bedrag in 2018. Hiermee wordt zoals beschreven in artikel 3.3, lid 1 uitgegaan van de meest adequate maatwerkvoorziening in natura (zie bijlage 1). Wanneer meerdere geschikte oplossingen zijn, wordt gekozen voor de goedkoopste adequate maatwerkvoorziening. Indien aanvrager een duurdere voorziening wenst (die eveneens adequaat is) komen de meerkosten voor rekening van aanvrager.
Het college verstrekt een Pgb in overeenstemming met artikel 2.3.6 van de wet.
Voor de maatwerkvoorzieningen hulp bij het huishouden, individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, dagbesteding (met het eventuele bijbehorende vervoer), wordt bij de inzet van een professionele aanbieder 90% van het naturatarief gehanteerd.
Er wordt geen 100% gehanteerd omdat deze aanbieders minder overheadkosten hebben.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van hulp vanuit het sociale netwerk, bestaan voor de genoemde maatwerkvoorzieningen verschillende tarieven. Voor hulp bij het huishouden wordt uitgegaan van 75% van het tarief, gebaseerd op reële markttarieven.
Voor individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en/of dagbesteding wordt een uur, dagdeel, etmaaltarief van € 20,- dan wel € 30,- gehanteerd. Deze tarieven zijn afkomstig van het in artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg genoemde gangbare tarief voor een persoon uit het sociale netwerk.
Ten behoeve van zintuigelijk beperkten wordt vanwege de zeer specialistische ondersteuning alleen professionele ondersteuning geboden.
De maatwerkvoorziening in natura voor beschermd wonen wordt gefinancierd middels subsidie. Voor het bepalen van de hoogte van het Pgb bedrag wordt uitgegaan van het subsidiebedrag voor de natura maatwerkvoorziening.
De maatwerkvoorziening beschermd wonen kan niet worden uitgevoerd door een niet-professional aangezien beschermd wonen een intramurale voorziening betreft die per definitie door professionals wordt verzorgd.
Hoofdstuk 4 – woonvoorzieningen
Wanneer een verhuizing voor een persoon met beperkingen de meest adequate oplossing is en door betreffende persoon kan worden aangetoond dat deze persoon niet in de mogelijkheid verkeert om alle bijbehorende kosten te betalen dan kan op declaratiebasis een bedrag worden verstrekt in de vorm van een Pgb. Zie voor het maximale bedrag bijlage 1 Tarieven Pgb’s 2018.