Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Verordening op de ambtelijke bijstand gemeente Westerwolde 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand gemeente Westerwolde 2018
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand gemeente Westerwolde 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpAmbtelijke bijstand

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

wet Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-2018nieuwe regeling

02-01-2018

gmb-2018-14036

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand gemeente Westerwolde 2018

No. 11.5

 

De raad van de gemeente Westerwolde,

 

gelezen het voorstel van de beoogd griffier en de raadsvoorzitter

 

gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de ambtelijke bijstand gemeente Westerwolde 2018

Artikel 1
  • 1.

    Een raadslid wendt zich, al dan niet via de raadsgriffier of een door hem aangewezen medewerker van de griffie, tot de gemeentesecretaris of een manager van de ambtelijke organisatie met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      een toelichting op een voorstel, een uitvoeringsaangelegenheid of beleidsontwikkelingen

    • c.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    De gemeentesecretaris of de manager waaraan het verzoek is gericht kan het desbetreffende raadslid doorverwijzen naar een behandelend ambtenaar.

  • 3.

    Indien de aangesproken manager of behandelend ambtenaar van mening is dat het verzoek geen betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, dan wel daaraan twijfelt stelt hij de gemeentesecretaris daarvan in kennis. Deze beslist of al dan niet aan het verzoek wordt voldaan.

  • 4.

    In geval de gemeentesecretaris besluit dat niet aan het verzoek kan worden voldaan stelt hij de griffier hiervan op de hoogte.

Artikel 2
  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om informatie niet vallende onder lid 1 van artikel 1 en om bijstand bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen, moties of andere bijstand.

  • 2.

    De bijstand, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan deze de gemeentesecretaris of een manager verzoeken de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen en daarvoor zo nodig één of meer ambtenaren aan te wijzen.

  • 3.

    Een raadslid kan aangeven de bijstand alleen van de griffier te willen ontvangen

Artikel 3
  • 1.

    Geen bijstand wordt verleend wanneer naar het oordeel van de griffier of de gemeentesecretaris:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de gevraagde bijstand onredelijk van omvang is, gemeten aan de beschikbare ambtelijke capaciteit

  • 2.

    De gemeentesecretaris kan bepalen dat de ambtelijke bijstand onder bepaalde voorwaarden (waaronder de maximale inzet in uren bij het verlenen van bijstand ten behoeve van een initiatief-voorstel) verleend wordt.

  • 3.

    Wanneer de gemeentesecretaris bepaalt dat de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd of voorwaardelijk wordt verleend deelt hij dit met vermelding van redenen mee aan de griffier. Wanneer de griffier daartoe aanleiding vindt wordt de weigering of gestelde voorwaarde besproken in het overleg tussen burgemeester, gemeentesecretaris en griffier (het ‘driehoeksoverleg’). Bij verschil van inzicht beslist de burgemeester over het verzoek.

  • 4.

    Wanneer de gemeentesecretaris of de griffier bepaalt dat de gevraagde bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd of voorwaardelijk wordt verleend deelt de griffier dit met vermelding van redenen mee aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4
  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij hiervan mededeling aan de griffier. Deze overlegt daaromtrent met de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Indien overleg tussen griffier en gemeentesecretaris niet leidt tot een voor beide of het betreffende raadslid bevredigende oplossing bespreken zij dat in het overleg tussen burgemeester, gemeentesecretaris en griffier (het ‘driehoeksoverleg’). Bij verschil van mening beslist de burgemeester.

Artikel 5
  • 1.

    De gemeentesecretaris kan bepalen dat door middel van tijdschrijven wordt geregistreerd hoeveel uren ambtelijke bijstand per tijdsperiode door de ambtelijke organisatie aan raadsleden wordt verleend.

  • 2.

    Wanneer de gemeentesecretaris gebruik maakt van lid 1 verstrekt hij periodiek aan de griffier en de burgemeester een overzicht van het aantal uren verstrekte ambtelijke bijstand.

Artikel 6
  • 1.

    Het doen van een verzoek om ambtelijke bijstand is niet geheim.

  • 2.

    Het raadslid kan bepalen dat, in tegensteling tot het eerste lid, tot behandeling van het onderwerp in de commissie of raad, c.q. verzending van documenten aan de raad, de inhoud van het gegeven advies of de verstrekte informatie geheim wordt gehouden en/of geen mededelingen worden gedaan over welke informatie aan hem verstrekt is.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde geheimhouding geldt niet ten opzichte van:

    • a.

      de leden van het college van burgemeester en wethouders, tenzij artikel 2, lid 3 van toepassing is

    • b.

      de leden van de directie, tenzij artikel 2, lid 3 van toepassing is

    • c.

      de griffier

  • 4.

    De leden van het college van burgemeester en wethouders en het ambtelijk apparaat zijn ten opzichte van derden gehouden aan een door het raadslid bepaalde geheimhouding, zoals bedoeld in het tweede lid.

  • 5.

    Indien het college of een lid van het college informatie wenst over een verzoek om bijstand wenden zij zich daartoe tot de griffier, dan wel rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

     

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 2 januari 2018

De raadsgriffier

De voorzitter.