Organisatie | Midden-Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE GEMEENTERAAD MIDDEN-GRONINGEN 2018 |
Citeertitel | Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Midden-Groningen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij Reglement van orde |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-2018 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 02-01-2018 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Artikel 6. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder overlegt de kandidaat-wethouder een Verklaring omtrent het gedrag (VOG). Er wordt een ad-hoccommissie Integriteit ingesteld onder voorzitterschap van de burgemeester, aangevuld met drie leden van de gemeenteraad. De commissie voert een gesprek met de kandidaat-wethouder over onder meer –financiële- belangen en (on)wenselijkheid van de continuering van nevenfuncties. Ook vermijding van (de schijn van) belangenverstrengeling speelt een belangrijke rol De commissie brengt verslag uit aan de gemeenteraad. Vervolgens wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld die onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. Op de werkwijze van deze commissie is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 2. RAADSVERGADERINGEN
Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda
De voorzitter zendt ten minste 10 dagen dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een oproep (mailbericht) met de mededeling dat de agenda met vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering is geplaatst op de openbare website van de gemeente; de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden in beginsel 10 dagen voor de raadsvergadering digitaal beschikbaar gesteld.
Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van het mailbericht bij de griffie ter inzage gelegd. Als stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 18. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 20. Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het vierde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
De volgende werkwijze geldt bij herstemming over personen:
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken
Artikel 21. Verslaglegging van de raadsvergadering en besluitenlijst
De besluitenlijst moet inhouden:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stem¬ming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 23. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 25. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 3. BEVOEGDHEDEN, INSTRUMENTEN RAADSLEDEN
Artikel 30. Initiatiefvoorstel
De agendacommissie zorgt voor agendering van een initiatiefvoorstel indien het college kenbaar heeft gemaakt geen wensen of bedenkingen te zullen indienen, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij de oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Na de sluiting van de raadsvergadering is er een vragenuur, tenzij er bij de griffier geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden, dan wel dat in verband met het speciale karakter van een vergadering geen vragenuur volgt. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenuur eindigt.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, dient zijn vragen tenminste 24 uur voor aanvang van de raadsvergadering in bij de griffier. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk per mail ter kennis van de burgemeester (tevens raadsvoorzitter), het directiesecretariaat en in cc van de gemeentesecretaris worden gebracht.
Artikel 33. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn ingediend. Tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.
De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende vergadering gegeven, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden. In dat geval vind de beantwoording uiterlijk plaats in de eerstvolgende raadsvergadering.
In de eerste termijn voeren alleen de interpellant en degene(n) aan wie de interpellatie is gericht het woord. De interpellant voert in één termijn niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.