Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Warmteplan Stationsgebied Nijmegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWarmteplan Stationsgebied Nijmegen
CiteertitelWarmteplan stationsgebied Nijmegen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu
Externe bijlagekwaliteitsverklaring warmteplan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1.3, derde lid, van het Bouwbesluit 2012
  2. afdeling 6.2 van het Bouwbesluit 2012
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-01-2018nieuwe regeling

20-12-2017

gmb-2018-11657

Raadsbesluit d.d. 20 december 2017, nr. 115/2017

Tekst van de regeling

Intitulé

Warmteplan Stationsgebied Nijmegen

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 20 december 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

gelet op artikel 1.3 lid 3 en afdeling 6.2, artikel 6.10 derde lid van het Bouwbesluit 2012, besluit vast te stellen:

 

Besluit vast te stellen het navolgende:

Warmteplan Stationsgebied Nijmegen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit warmteplan wordt verstaan onder:

  • Warmtenet: het warmtenet van de ARN in Weurt naar de Waalsprong (inclusief Oosterhout en Lent) en Waalfront met restwarmte voor 94% afkomstig van de afvalverbrandingsinstallatie ARN in Weurt, en de uitbreiding van dit bestaande warmtenet naar het Stationsgebied

  • Warmteplan: plan bedoeld als in artikel 1.1. lid 1 Bouwbesluit

  • Stationsgebied: het gebied omgeven door de groene lijn zoals hier opgenomen onder afbeelding 1

  • Getrapte EPC-eis: Wanneer de NVN 7125 gebruikt wordt voor het voldoen aan de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt)-eisen, stelt het Bouwbesluit een aanvullende eis aan de EPC van de woning of het gebouw zelf, zonder het effect van maatregelen op gebiedsniveau zoals bedoeld in artikel 5.2 lid 3 Bouwbesluit

  • Stappenplan: Berekening van het gelijkwaardig alternatief zoals opgenomen in de Nota Warmteplan Stationsgebied Nijmegen

  • College: Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen

  • Woonequivalent: Het equivalent van een vast jaarverbruik van 25GJ conform de samenwerkingsovereenkomst “Duurzame warmtevoorziening”, 10-10-2014 Regio Arnhem-Nijmegen.

  • Warmte: water dat wordt geleverd ten behoeve van ruimteverwarming of verwarming van tapwater

  • EOR: Equivalent opwekrendement van warmte door het warmtenet (%), deze volgt uit de kwaliteitsverklaring van het warmtenet als toegevoegd.

  • Warmtealternatief: alternatieve warmtevoorziening (anders dan het warmtenet) voor de levering van warmte

Artikel 2. Gebied

Het Warmteplan Stationsgebied Nijmegen is van toepassing op het stationsgebied in de gemeente Nijmegen. Het gaat daarbij om weerszijden van het NS-station Nijmegen, dat aan de westkant is afgebakend door het voormalig UWV-kantoor en aan de oostkant door de Nassausingel. De geografische afbakening van het gebied is conform de bijgevoegde afbeelding 1.

Afbeelding 1:

Artikel 3. Beoogd aantal aansluitingen

Het Warmteplan Stationsgebied Nijmegen heeft betrekking op het beoogde aantal aansluitingen op het warmtenet van 800 woningequivalenten. Indien dit aantal bereikt is, vervalt het Warmteplan/aansluitplicht.

Artikel 4. Gelijkwaardig alternatief

Het college toetst of een alternatief voor aansluiting op het warmtenet gelijkwaardig is danwel beter zijn inzake energiezuinigheid en bescherming van het milieu. Hiertoe wordt de minimale norm voor energiezuinigheid en bescherming van het milieu vastgesteld. Het minimum is de energiezuinigheid en bescherming van milieu, gerekend vanuit het warmtenet voor het stationsgebied. Indien wordt voldaan aan het gestelde in artikel 4 a tot en met d wordt aan de minimum norm voldaan.

 

4a. Een gebouw dient altijd te voldoen aan alle eisen uit het actuele Bouwbesluit. In het Bouwbesluit wordt de energiezuinigheid van een gebouw uitgedrukt in een zogenaamde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Voor het bepalen van de EPC wordt de energieprestatie van het gebouw (middels de EPG-norm, NEN 7120, Energieprestatienorm voor Gebouwen) en de energieprestatie van gebiedsmaatregelen meegenomen (middels de EMG-norm, op dit moment de NEN 7125, Energieprestatienorm Maatregelen op Gebiedsniveau). Voor een collectieve energievoorziening, zoals een warmtenet, moet ook aan de zogenaamde getrapte EPC-eis worden voldaan.

 

4b. Ter invulling van de eerste gelijkwaardigheidseis ‘energiezuinigheid’, wordt in dit warmteplan, naast de EPC, een aanvullende eis aan de energiezuinigheid van een gebouw gesteld. Deze sluit aan bij de EMG en de EPG normen, maar heeft alleen betrekking op het primaire energiegebruik voor ruimteverwarming en tapwaterverwarming.

 

4c. De tweede gelijkwaardigheidseis ‘bescherming van het milieu’ wordt in dit warmteplan gedefinieerd als: gelijkwaardige (equivalente) CO2-emissies. Het gaat om de emissies van de broeikasgassen CO2en methaan, uitgedrukt in equivalente CO2-emissies (kg CO2-eq). De methaanemissies kunnen worden omgerekend met de factor (global warming potential) 35 kg CO2-eq /kgmethaan. Het gaat hierbij om de (equivalente) CO2-emissies van de primaire energie, exclusief indirecte emissies.

 

4d. Als vastgesteld is dat het gebouw met alternatieve warmtevoorziening (inclusief eventuele aanvullende maatregelen) voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit en hiermee ook aan de (getrapte) EPC-eis, kan de gelijkwaardigheid worden getoetst. Een alternatief (aangeduid met de index alt) is gelijkwaardig aan het warmtenet (aangeduid met de index dh) als de volgende toetsen zijn doorstaan:

Toets 1:

Het primaire energiegebruik voor ruimteverwarming en tapwater–verwarming van de situatie met een alternatieve warmtevoorziening is ten minste gelijkwaardig aan de situatie met een aansluiting op het warmtenet.

Toets 2:

 

De equivalente CO2-emissies die voortkomen uit het primaire energie–gebruik voor ruimteverwarming en tapwaterverwarming van de situatie met een alternatieve warmtevoorziening is ten minste gelijkwaardig aan de situatie met een aansluiting op het warmtenet.

 

Toets 3:

Zowel in de situatie waarbij het gebouw is aangesloten op het warmtenet als de situatie waarbij het gebouw is aangesloten op een alternatieve warmtevoorziening, moet het gebouw voldoen aan de (getrapte) EPC-eis uit het actuele Bouwbesluit om een geldige vergelijking te maken.

Artikel 5. Berekening

Voor het bepalen of wordt voldaan aan deze toetsen en daarmee aan de eis tot een gelijkwaardig alternatief dient het stappenplan doorlopen te worden als weergegeven in de Nota Warmteplan Stationsgebied Nijmegen zoals tegelijkertijd met deze regels vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van het Equivalent Opwekkingsrendement van de in de bijlage opgenomen kwaliteitsverklaring warmtenet Nijmegen.

Het college is bevoegd wijzigingen van de Kwaliteitsverklaring warmtenet Nijmegen vast te stellen.

Artikel 6. Eisen aanvraag ontheffing

Als aan de toetsen van artikel 4 en 5 en de eisen uit het Bouwbesluit is voldaan, kan een ontheffing van de aansluitplicht op het warmtenet worden aangevraagd. De aanvraag moet voorzien zijn van een uitgewerkt en voldoende onderbouwd stappenplan, bovendien moet aangetoond worden dat zowel in de referentie–situatie met aansluiting op het warmtenet, als in de alternatieve situatie, wordt voldaan aan de eisen in het Bouwbesluit en hiermee ook de (getrapte) EPC-eis.

Artikel 7. Verlenen ontheffing

Het college verleent de ontheffing van de aansluitverplichting indien wordt voldaan aan de gelijkwaardigheidseis zoals bedoeld in artikel 1.3 lid 3 Bouwbesluit. Deze gelijkwaardigheid wordt beoordeeld via het stappenplan en de berekening zoals bedoeld in artikel 4 en 5.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Ontheffing van de aansluitverplichting kan alleen wanneer wordt voldaan aan de gelijkwaardigheid als bedoeld in artikel 7. Echter indien een pand aantoonbaar een grote koude behoefte heeft, welke niet duurzaam opgelost kan worden en de totale duurzaamheid van het pand met aansluiting op het warmtenet slechter uitvalt, kan het college ontheffing verlenen ten behoeve van de meest duurzame energievoorziening.

Artikel 9. Geldigheidsduur

Het Warmteplan Stationsgebied en onderhavige regels komen te vervallen 10 jaar na vaststelling door de raad of indien dit zich eerder voordoet na het bereiken van het beoogd aantal aansluitingen.

Artikel 10. Inwerkingtreding/Citeertitel

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in de openbare vergadering van 20 december 2017

Bijlage: Kwaliteitsverklaring warmtenet Nijmegen

De raadsgriffier a.i,

Drs. Y.A. van Delft

De Burgemeester,

Drs. H.M.F. Bruls