Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Warmteplan Stationsgebied Nijmegen |
Citeertitel | Warmteplan stationsgebied Nijmegen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Externe bijlage | kwaliteitsverklaring warmteplan |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2018 | nieuwe regeling | 20-12-2017 | Raadsbesluit d.d. 20 december 2017, nr. 115/2017 |
De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 20 december 2017;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;
gelet op artikel 1.3 lid 3 en afdeling 6.2, artikel 6.10 derde lid van het Bouwbesluit 2012, besluit vast te stellen:
In dit warmteplan wordt verstaan onder:
Getrapte EPC-eis: Wanneer de NVN 7125 gebruikt wordt voor het voldoen aan de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt)-eisen, stelt het Bouwbesluit een aanvullende eis aan de EPC van de woning of het gebouw zelf, zonder het effect van maatregelen op gebiedsniveau zoals bedoeld in artikel 5.2 lid 3 Bouwbesluit
Het Warmteplan Stationsgebied Nijmegen is van toepassing op het stationsgebied in de gemeente Nijmegen. Het gaat daarbij om weerszijden van het NS-station Nijmegen, dat aan de westkant is afgebakend door het voormalig UWV-kantoor en aan de oostkant door de Nassausingel. De geografische afbakening van het gebied is conform de bijgevoegde afbeelding 1.
Artikel 3. Beoogd aantal aansluitingen
Het Warmteplan Stationsgebied Nijmegen heeft betrekking op het beoogde aantal aansluitingen op het warmtenet van 800 woningequivalenten. Indien dit aantal bereikt is, vervalt het Warmteplan/aansluitplicht.
Artikel 4. Gelijkwaardig alternatief
Het college toetst of een alternatief voor aansluiting op het warmtenet gelijkwaardig is danwel beter zijn inzake energiezuinigheid en bescherming van het milieu. Hiertoe wordt de minimale norm voor energiezuinigheid en bescherming van het milieu vastgesteld. Het minimum is de energiezuinigheid en bescherming van milieu, gerekend vanuit het warmtenet voor het stationsgebied. Indien wordt voldaan aan het gestelde in artikel 4 a tot en met d wordt aan de minimum norm voldaan.
4a. Een gebouw dient altijd te voldoen aan alle eisen uit het actuele Bouwbesluit. In het Bouwbesluit wordt de energiezuinigheid van een gebouw uitgedrukt in een zogenaamde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Voor het bepalen van de EPC wordt de energieprestatie van het gebouw (middels de EPG-norm, NEN 7120, Energieprestatienorm voor Gebouwen) en de energieprestatie van gebiedsmaatregelen meegenomen (middels de EMG-norm, op dit moment de NEN 7125, Energieprestatienorm Maatregelen op Gebiedsniveau). Voor een collectieve energievoorziening, zoals een warmtenet, moet ook aan de zogenaamde getrapte EPC-eis worden voldaan.
4b. Ter invulling van de eerste gelijkwaardigheidseis ‘energiezuinigheid’, wordt in dit warmteplan, naast de EPC, een aanvullende eis aan de energiezuinigheid van een gebouw gesteld. Deze sluit aan bij de EMG en de EPG normen, maar heeft alleen betrekking op het primaire energiegebruik voor ruimteverwarming en tapwaterverwarming.
4c. De tweede gelijkwaardigheidseis ‘bescherming van het milieu’ wordt in dit warmteplan gedefinieerd als: gelijkwaardige (equivalente) CO2-emissies. Het gaat om de emissies van de broeikasgassen CO2en methaan, uitgedrukt in equivalente CO2-emissies (kg CO2-eq). De methaanemissies kunnen worden omgerekend met de factor (global warming potential) 35 kg CO2-eq /kgmethaan. Het gaat hierbij om de (equivalente) CO2-emissies van de primaire energie, exclusief indirecte emissies.
4d. Als vastgesteld is dat het gebouw met alternatieve warmtevoorziening (inclusief eventuele aanvullende maatregelen) voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit en hiermee ook aan de (getrapte) EPC-eis, kan de gelijkwaardigheid worden getoetst. Een alternatief (aangeduid met de index alt) is gelijkwaardig aan het warmtenet (aangeduid met de index dh) als de volgende toetsen zijn doorstaan:
Het primaire energiegebruik voor ruimteverwarming en tapwater–verwarming van de situatie met een alternatieve warmtevoorziening is ten minste gelijkwaardig aan de situatie met een aansluiting op het warmtenet.
De equivalente CO2-emissies die voortkomen uit het primaire energie–gebruik voor ruimteverwarming en tapwaterverwarming van de situatie met een alternatieve warmtevoorziening is ten minste gelijkwaardig aan de situatie met een aansluiting op het warmtenet.
Zowel in de situatie waarbij het gebouw is aangesloten op het warmtenet als de situatie waarbij het gebouw is aangesloten op een alternatieve warmtevoorziening, moet het gebouw voldoen aan de (getrapte) EPC-eis uit het actuele Bouwbesluit om een geldige vergelijking te maken.
Voor het bepalen of wordt voldaan aan deze toetsen en daarmee aan de eis tot een gelijkwaardig alternatief dient het stappenplan doorlopen te worden als weergegeven in de Nota Warmteplan Stationsgebied Nijmegen zoals tegelijkertijd met deze regels vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van het Equivalent Opwekkingsrendement van de in de bijlage opgenomen kwaliteitsverklaring warmtenet Nijmegen.
Het college is bevoegd wijzigingen van de Kwaliteitsverklaring warmtenet Nijmegen vast te stellen.
Artikel 6. Eisen aanvraag ontheffing
Als aan de toetsen van artikel 4 en 5 en de eisen uit het Bouwbesluit is voldaan, kan een ontheffing van de aansluitplicht op het warmtenet worden aangevraagd. De aanvraag moet voorzien zijn van een uitgewerkt en voldoende onderbouwd stappenplan, bovendien moet aangetoond worden dat zowel in de referentie–situatie met aansluiting op het warmtenet, als in de alternatieve situatie, wordt voldaan aan de eisen in het Bouwbesluit en hiermee ook de (getrapte) EPC-eis.
Artikel 7. Verlenen ontheffing
Het college verleent de ontheffing van de aansluitverplichting indien wordt voldaan aan de gelijkwaardigheidseis zoals bedoeld in artikel 1.3 lid 3 Bouwbesluit. Deze gelijkwaardigheid wordt beoordeeld via het stappenplan en de berekening zoals bedoeld in artikel 4 en 5.
Ontheffing van de aansluitverplichting kan alleen wanneer wordt voldaan aan de gelijkwaardigheid als bedoeld in artikel 7. Echter indien een pand aantoonbaar een grote koude behoefte heeft, welke niet duurzaam opgelost kan worden en de totale duurzaamheid van het pand met aansluiting op het warmtenet slechter uitvalt, kan het college ontheffing verlenen ten behoeve van de meest duurzame energievoorziening.