Organisatie | Regio Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland houdende regels omtrent reiskosten Regeling Reiskosten Regio Rivierenland |
Citeertitel | Regeling Reiskosten Regio Rivierenland |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Reiskostenregeling 2007.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-04-2019 | 01-01-2019 | 01-01-2020 | artikel 5, 7, 8, 9 | 10-04-2019 | |
18-01-2018 | 26-04-2019 | nieuwe regeling | 10-01-2018 |
Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland,
gelet op artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet
gelet op artikel 3:21, artikel 3:22 en artikel 18:1:10 CAR-UWO;
gelet op de belastingwetgeving ter zake;
met overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 18 december 2017;
Vast te stellen de navolgende Regeling Reiskosten Regio Rivierenland
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 3 Woon-werkverkeer openbaar vervoer (OV)
De tegemoetkoming voor het reizen met het OV tussen woonplaats en de werkplaats wordt toegekend op grond van de werkelijk gemaakte kosten van het openbaar vervoer, tarief 2e klasse. Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen dienen (afschriften van) de vervoersbewijzen te worden ingeleverd bij de werkgever.
Artikel 5 Woon- werkverkeer deels eigen vervoer en deels OV
De medewerker geeft achteraf per maand op hoeveel dagen hij met eigen vervoer naar de werkplaats is gereisd. Hiervoor bedraagt de vergoeding € 0,19 per kilometer onbelast met een maximum van € 8,10 per dag. Daarnaast declareert de medewerker de kosten van de vervoersbewijzen voor die dagen waarop gebruik is gemaakt van het OV (onder overlegging van de vervoersbewijzen).
Artikel 6 Fiscalisering reiskosten
De reiskosten woon-werkverkeer die niet op grond van deze regeling voor vergoeding in aanmerking komen kunnen uitgeruild worden binnen de lokale IKB-regeling. Zie voor de toepassing hiervan de Regeling Individueel Keuzebudget (IKB) Regio Rivierenland.
Artikel 7 Afwezigheidsituaties
Indien, in geval van langdurig verlof of ziekte, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes weken niet is gereisd, wordt na deze periode geen vaste vergoeding meer uitbetaald. Indien de medewerker de werkzaamheden weer (gedeeltelijk) hervat, wordt de vaste reiskosten vergoeding (naar rato) uitbetaald.
Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. De vergoeding van de verblijfskosten wordt gedeeltelijk belast aan u uitbetaald. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.
Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand bij het afdelingshoofd is ingediend.
Artikel 13 Aansprakelijkheid bij schade
Bij schade aan het eigen voertuig tijdens dienstreizen, als gevolg van eigen schuld of ander gedrag dat valt binnen de risicosfeer van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.
Artikel 14 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het Dagelijks Bestuur een bijzondere voorziening treffen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 januari 2018
Het Dagelijks Bestuur,
de secretaris,
drs. L.H. Derksen
de voorzitter,
ir. J. Beenakker
Bijlage 1 TABEL BEREKENING WOON-WERKVERGOEDING
Uitgangspunten bij de berekening van de vergoeding woon-werkverkeer:
De vaste vergoeding woon-werkverkeer is gebaseerd op 214 werkdagen per jaar, uitgaande van een 5-daagse werkweek, waarbij rekening is gehouden met feestdagen, vakantie, kortdurende ziekte en dergelijke. Dit komt neer op 17,83 werkbare dagen per maand.
Dit betekent dat gedurende vakanties de vaste vergoeding woon-werkverkeer wordt doorbetaald.
Formule bij 5 dagen reizen naar arbeidsplaats per week:
d x 17,83 = vaste vergoeding woon-werkverkeer per maand met een maximum van € 170,- per maand. Daarna x aantal % als dat van toepassing is
Bij 4 dagen per week is dit bedrag x 80% met een maximum van € 136,- per maand.
Bij 3 dagen per week is dit bedrag x 60% met een maximum van € 102,- per maand.
Bij 2 dagen per week is dit bedrag x 40% met een maximum van € 68,- per maand.
Bij 1 dag per week is dit bedrag x 20% met een maximum van € 34,- per maand.
Dagvergoeding incidentele woon-werk verkeer met auto = 12x170/214= 9,53 maximaal bij 5 dagen per week. Bij minder dagen naar rato.