Marktreglement Nijmegen 2017

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening Nijmegen 2017 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op dit marktreglement.

Artikel 2. Dag, tijd, plaats en opstelling van de markt

• 1.

  In de gemeente Nijmegen worden de volgende markten gehouden:

  • a.

    Maandag Centrum – Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van 09.00 uur tot 17.00 uur en van oktober t/m maart tot 16.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1 en A2.

  • b.

    Maandag Centrum – Kelfkensbos, van 09.00 uur tot 14.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart B.

  • c.

    Maandag Centrum Luizenmarkt – Grote Markt / St. Stevenskerkhof, van 08.30 uur tot 13.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1.

  • d.

    Zaterdag Centrum – Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van 09.00 uur tot 17.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart C1 en C2.

  • e.

    Zaterdag Centrum – Kelfkensbos, van 09.00 uur tot 14.00 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart D.

  • f.

    Wijkmarkt Hatert – Couwenbergstraat, op woensdag van 08.30 tot 12.30 uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart E.

• 2.

  De tijdstippen van het bezetten en afrijden van de verschillende markten zijn in Bijlage II aangegeven.

• 3.

  De opstelling en indeling van de markten genoemd in het eerste lid onder a. tot en met f. vind plaats zoals op die bij de betreffende markt bijbehorende kaart is aangegeven.

Artikel 3. Thema-markten

• 1.

  Het college kan op grond van artikel 5 van de marktverordening vergunning verlenen voor het organiseren van markten op de locaties Grote Markt, Burchtstraat, Kelfkensbos, Mariënburg (hoge plein), Plein 1944 en Waalkade of door het college nader te bepalen locaties.

• 2.

  In geval van een themamarkt dient tenminste 70% van de te verkopen waren of de plaatsvindende activiteiten verband te houden met het thema.

• 3.

  In het stadscentrum worden op zondag alleen themamarkten toegestaan.

• 4.

  Ten aanzien van deze markten zijn de artikelen 4, 5 en 18 t/m 24 van toepassing.

Artikel 4. Afgelasting terstond

Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden de orde op de markt wordt verstoord of dreigt te worden verstoord kan het college besluiten:

• a.

  de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

• b.

  de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

• c.

  de markt onmiddellijk te beëindigen.

Artikel 5. Afmeting marktplaats

• 1.

  De afmeting van een marktplaats is bepaald op 4 strekkende meter of een veelvoud daarvan, met een maximum van 16 meter frontbreedte in winkelstraten en maximaal 20 meter frontbreedte op het plein Kelfkensbos.

• 2.

  Het college kan bij de toewijzing van de marktplaatsen, in verband met eigen materiaal van de marktplaatshouder of om redenen van plaatsing, afwijken van de standaardmaten.

Artikel 6. Verplaatsen markt of wijzigen openingstijden in verband met bijzondere omstandigheden

Het college kan op grond van artikel 4 van de marktverordening in bijzondere omstandigheden de markt verplaatsen of afgelasten. Daarnaast kan het college op grond van artikel 2. van de marktverordening in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in het Marktreglement zoals bijvoorbeeld in geval van artikel 2. de dag, tijd, plaats en opstelling van de markt.

• a.

  een vertegenwoordiging van de markt en de organisator van bijvoorbeeld een evenement worden met elkaar in contact gebracht en hebben overleg over o.a. locatie, opstelling en tijd van de markt en het evenement.

• b.

  indien de gesprekken niet leiden tot overeenstemming maakt de gemeente een voorstel waarop beide partijen kunnen reageren waarna het college een definitief besluit neemt.

Artikel 7. Aanvraag vergunning vaste marktplaats

• 1.

  Het college stelt een aanvraagformulier voor de aanvraag voor een vaste marktplaats vast.

• 2.

  Voor de toewijzing van een vaste marktplaats komt uitsluitend in aanmerking een of meerdere natuurlijke personen, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die:

  • a.

    staat ingeschreven in het Handelsregister;

  • b.

    een kopie van een geldig identiteitsbewijs overlegt;

  • c.

    een omschrijving met foto verstrekt van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken, voorzien van een keuringsrapport ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaatsgevonden.

• 3.

  In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, dient een aanvrager, afkomstig uit een land dat aangesloten is bij de Europese Economische Ruimte (EER), met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vereisten, gelijkwaardige inschrijvingsbewijzen te overleggen.

• 4.

  Voordat het college een besluit neemt over de aanvraag voor een vergunning voor vaste marktplaatsen wordt de selectiecommissie geraadpleegd, tenzij artikel 5 eerste lid van de Marktverordening van toepassing is.

• 5.

  Het is mogelijk om maximaal twee personen aan te wijzen als zijn vervanger zoals aangegeven in artikel 16. Deze worden op de vergunning vermeld.

Artikel 8. Overschrijving vaste marktplaatsvergunning

• 1.

  In geval van overlijden, stoppen in verband met bedrijfsbeëindiging, dan wel bij blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 50% van de vergunninghouder kan het college de vergunning voor de vaste plaats overschrijven op de echtgenoot of de geregistreerde partner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder of een medewerker in loondienst voor de duur van de resterende looptijd van de vergunning.

• 2.

  Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden

  • a.

    na het overlijden van de vergunninghouder;

  • b.

    na het stoppen in verband met bedrijfsbeëindiging;

  • c.

    dan wel nadat blijvende arbeidsongeschiktheid door een onafhankelijke keuringsarts is vastgesteld.

Artikel 9. Vrijgekomen vaste marktplaats

• 1.

  Een vrij gekomen vaste marktplaats wordt door middel van een openbare publicatie aangeboden.

• 2.

  Het college kan bij een tijdelijke of incidentele marktverplaatsing, het bepaalde in het voorgaande lid van dit artikel buiten beschouwing laten.

• 3.

  Indien de markt geheel of gedeeltelijk opnieuw wordt ingedeeld, kunnen de bestaande marktplaatsvergunningen worden aangepast.

Artikel 10. Selectie

• 1.

  In overleg met de marktkooplieden wordt een selectiecommissie ingesteld.

• 2.

  De selectiecommissie heeft tot taak advies uit te brengen aan het college of de gevraagde vergunning al dan niet kan worden verleend en toetst daarbij op:

  • •

    aard en soort product

  • •

    presentatie en uitstraling

  • •

    innovatie en vernieuwing

  • •

    beschikbaarheid in de branche-indeling

Artikel 11. Toewijzing standwerkersplaats en dagplaats

• 1.

  Handelaren die in aanmerking willen komen voor een standwerkersplaats dienen zich een week van tevoren schriftelijk of telefonisch aan te melden bij de marktmeester.

• 2.

  Het toewijzen van de standwerkersplaatsen vindt plaats door middel van loting op woensdag voor de betreffende markt.

• 3.

  Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen.

• 4.

  Een standwerker mag slechts met één artikel of artikelsoort werken.

• 5.

  Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats, moeten zich persoonlijk een uur voor de openingstijd van de markt melden bij de marktmeester.

• 6.

  Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats met een product of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de handelaren met producten en/of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden. Bij toewijzing wordt rekening gehouden met het maximum van de voor de betreffende markt geldende branchering

• 7.

  Indien het aantal handelaren het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft, geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting vindt plaats 30 minuten voor aanvang van de markt. De loting vindt plaats door middel van een willekeurig gekozen getal, in volgorde van aanmelding.

Artikel 12. Tijdstip innemen marktplaats / aan- en afvoer goederen

• 1.

  Het is verboden voor vergunninghouders en voor handelaren met een standwerkersplaats op het marktterrein eerder of later dan de genoemde tijden per markt in Bijlage II met een voertuig, met goederen of op andere wijze ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

• 2.

  Het bepaalde in het eerste lid ten aanzien van de aanvang is niet van toepassing op handelaren met een dagplaats.

• 3.

  Indien de vergunninghouder of de handelaar met een standwerkersplaats zijn marktplaats niet uiterlijk een half uur na aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende marktplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder of de handelaar met een standwerkersplaats de marktmeester tot uiterlijk een uur voor aanvang van de markt heeft verzocht zijn marktplaats voor hem beschikbaar te houden.

• 4.

  De vergunninghouder en de handelaar met een standwerkersplaats of dagplaats is verplicht zijn marktplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen en gedurende die periode ook daadwerkelijk de door hem aangeboden producten te blijven uitstallen.

• 5.

  De marktmeester kan in bijzondere situaties afwijken van het bepaalde in het vierde lid.

Artikel 13. Gebruik marktplaats

• 1.

  De vergunninghouder en de handelaar met een dagplaats maakt gebruik van de kraam die van de door het college aangewezen kramenverhuurder kan worden gehuurd.

• 2.

  Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van een vergunninghouder kan het college toestemming verlenen om met eigen materiaal de marktplaats in te nemen.

• 3.

  Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

  • b.

    een gedetailleerde tekening of foto’s van het eigen materiaal;

  • c.

    indien het eigen materiaal wordt of is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd of waarmee verwarmd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal, evenals de te gebruiken apparatuur, worden overlegd.

• 4.

  Het in het derde lid, sub c. genoemde bewijs wordt jaarlijks opnieuw overgelegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden heeft plaatsgevonden.

• 5.

  De toestemming kan worden geweigerd, indien het eigen materiaal de door het college vastgestelde maximum afmeting van de marktplaats overschrijdt, dan wel technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt. Aan de toestemming kan het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal en het aanzien verbinden.

Artikel 14. Persoonlijk innemen marktplaats

• 1.

  De vergunninghouder en handelaar van een marktplaats, standwerkersplaats of dagplaats neemt de marktplaats persoonlijk in. Hij mag de marktplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven. De vergunninghouder en de genoemde handelaren mogen zich op de marktplaats doen bijstaan.

• 2.

  De vergunninghouder mag zich laten vervangen in geval van ziekte, bijzondere omstandigheden en vakantie conform de voorschriften genoemd in artikel 16.

Artikel 15. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

• 1.

  De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn marktplaats in te nemen en niet in zijn vervanging kan voorzien, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder met inachtneming van het bepaalde in lid 3 aan, hoe lang zijn afwezigheid duurt.

• 2.

  De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

• 3.

  Het college kan ontheffing verlenen van de verplichting genoemd in artikel 15 lid 2 in geval van ziekte en/of bijzondere omstandigheden. De ontheffing geldt voor maximaal een half jaar, te rekenen vanaf de dag van ziekmelding of vanaf het ontstaan van de bijzondere omstandigheid en in geval van vakantie maximaal 6 weken per jaar.

• 4.

  Het college kan om redenen van klaarblijkelijke hardheid van het bepaalde in dit artikel afwijken.

Artikel 16. Vervanger

• 1.

  De vergunninghouder kan maximaal twee personen aanwijzen als zijn vervanger in geval van ziekte, bijzondere omstandigheden en vakantie. De vervangers worden op de vergunning vermeld. De vervanger kan bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder, diens verplichtingen als vergunninghouder nakomen.

• 2.

  Als vervanger kunnen uitsluitend in aanmerking komen de echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner, kind van de vergunninghouder, de medevennoot of een werknemer.

• 3.

  Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:

  • a.

    een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie, niet ouder dan een maand;

  • b.

    voor de werknemer: een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat minimaal overeenkomt met het aantal uren dat de vervanger op de markt marktplaats gaat innemen.

• 4.

  Indien er een vervanger/vervangers zijn aangewezen, kan de vergunninghouder geen gebruik maken van het bepaalde in artikel 15.

• 5.

  Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening en/of Marktreglement door de vervanger begaan, worden toegerekend aan de vergunninghouder.

• 6.

  Het college kan om redenen van klaarblijkelijke hardheid van het bepaalde in dit artikel afwijken.

Artikel 17. Algemeen

• 1.

  Op de markt mag uitsluitend een soort of assortiment van waren of artikelen worden verhandeld uit de hoofdbranches en bijbehorende subbranches die zijn aangewezen in het branchepatroon van de markten in Nijmegen, zoals aangegeven in bijlage III Branchepatroon markten Nijmegen.

• 2.

  Er worden niet meer vergunningen uitgegeven dan het maximum per branche zoals aangegeven in bijlage III.

• 3.

  De vergunninghouder mag slechts in één hoofdbranche actief zijn. Deze branche wordt vermeld op de vergunning van de vergunninghouder.

• 4.

  Een subbranche binnen de hoofdbranche wordt alleen toegestaan indien er binnen de branchering op de betreffende markt nog ruimte is. Vermenging van hoofdbranches wordt niet toegestaan.

• 5.

  Minimaal een keer per twee jaar zal het college, na advisering door de marktcommissie, het branchepatroon toetsen op basis van vraag en aanbod met het doel te komen tot een attractieve markt.

• 6.

  Zogenaamde rage-artikelen zijn vooral non-food artikelen zoals speelgoed en zijn slechts tijdens een kortdurende periode zeer gewild bij de consument. Deze rage artikelen zijn niet opgenomen in de branchering en worden in deze korte periode toegestaan bij alle non food branches.

• 7.

  De vergunninghouder in de biologische foodbranche dient Skal gecertificeerd te zijn.

Artikel 18. Voertuigen op de markt

• 1.

  Het is verboden, onverminderd het bepaalde in artikel 12, tijdens de uren dat de markt voor publiek is geopend zich met een voertuig op het marktterrein te bevinden, of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

• 2.

  Het college kan van het verbod als in het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 19 Obstakels en welstand

• 1.

  Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren.

• 2.

  De kramen en verkoopinrichtingen, die op de marktterreinen worden gebruikt of geplaatst, evenals de boven- en achterzeilen, die worden aangebracht of gebruikt, moeten voldoen aan de eisen, gesteld door het college.

Artikel 20. Schoonhouden en opleveren marktplaats

• 1.

  De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn marktplaats en de zich daarop bevindende verkoopinrichting steeds een goed verzorgd aanzien biedt zulks ter beoordeling van de marktmeester;

  • b.

    tijdens de markt, zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen en voor het publiek niet zichtbaar op te slaan;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat, zijn marktplaats en onmiddellijke omgeving daarvan, schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen.

• 2.

  Een vergunninghouder die opdracht krijgt om aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid afvalbakken te plaatsen, dient hieraan te voldoen en volle afvalbakken regelmatig te legen. Dit afval hoort ook bij het bedrijfsafval van de vergunninghouder.

• 3.

  Een vergunninghouder die handel drijft in producten en/of artikelen waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn marktplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen te geschieden.

Artikel 21. Gebruik van geluidsapparatuur

• 1.

  Het gebruik maken van geluidsapparatuur is niet toegestaan.

• 2.

  Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 22. Veiligheidsnormen elektriciteit

• 1.

  De vergunninghouder is verplicht, voor zover hij gebruik maakt van elektrische energie, deze te betrekken vanuit de door het college beschikbaar gestelde elektriciteitsvoorzieningen.

• 2.

  De elektrische installatie die de vergunninghouder gebruikt moet voldoen aan de norm NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties).

• 3.

  De elektrische installatie moet zijn voorzien van groepszekeringen en een aardlekschakelaar met een normale aanspreekstroom van 30 mA.

• 4.

  Kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met rubberen afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester.

• 5.

  Voor de verlichting van de kraam zijn alleen spaarlampen of LED lampen toegestaan. Bouwlampen worden niet toegestaan.

Artikel 23. Veiligheidsnormen bakken en braden

• 1.

  Het gebruik van kook-, bak- en braadinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van het college.

• 2.

  Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur dient aangelegd te zijn overeenkomstig de norm NPR 2577 (installaties in mobiele werktuigen).

• 3.

  De bak- en braadtoestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en tegen omvallen of omstoten worden beschermd.

• 4.

  Het draagvlak onder bak- en braadtoestellen moet tenminste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel zijn bekleed met een onbrandbaar en de warmte slecht geleidend materiaal. De wanden en zeilen, in de nabijheid waarvan de toestellen zijn geplaatst, moeten tot op een ½ meter van het toestel onbrandbaar zijn dan wel voorzien zijn van de warmte slecht geleidend materiaal.

• 5.

  Elk bak- en braadtoestel moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190C.

• 6.

  Indien in de kraam of verkoopwagen wordt gebakken, gekookt of verhit moet een goedgekeurd blustoestel met een inhoud van ten minste 6 kg poeder of 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige vulling aanwezig zijn.

• 7.

  In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad-, kook- of frituurtoestel moeten goed passende deksels of een blusdeken aanwezig zijn om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken.

Artikel 24. Veiligheidsnormen gasinstallatie

• 1.

  Er mogen niet meer aanwezige losse gastank(s) en/of gasflessen aanwezig zijn dan de benodigde werkvoorraad per dag. Een losse gastank en/of gasfles mag een waterinhoud hebben van ten hoogste 115 liter.

• 2.

  De gasflessen moeten voldoende geventileerd en buiten bereik van onbevoegden staan opgesteld; lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten veilig worden opgesteld.

• 3.

  Een gasinstallatie moet blijvend voldoen aan het bepaalde in norm NPR 2577 (mobiele verwarmingssystemen).

• 4.

  Een verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel dient voorzien te zijn van het GASTEC keurmerk en door middel van deugdelijke rvs slangklemmen te zijn bevestigd. Het gebruik van gasslangen ouder dan 2 jaar en een reduceerventiel (drukregelaar) ouder dan 5 jaar is verboden.

Artikel 25. Overgangsbepalingen

Waar vergunninghouders op grond van de Marktverordening Nijmegen 2007 en/of de nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007 over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement, blijven die rechten gerespecteerd tot zij door het college zijn ingetrokken of aangepast.

Artikel 26. Benaming en inwerkingtreding

• 1.

  Deze nadere regels worden aangehaald als Marktreglement Nijmegen 2017.

• 2.

  Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

• 3.

  De nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007, vastgesteld bij collegebesluit van 29 mei 2007, worden per gelijke datum ingetrokken.

Bijlage I Kaarten A t/m E marktlocaties

Bijlage II Plaats, dag en tijden van de weekmarkten