Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels parkeerontheffingen blauwe zone gemeente Beuningen 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels parkeerontheffingen blauwe zone gemeente Beuningen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Beleidsregels parkeerontheffingen blauwe zone |
Deze beleidsregels vervangen de Beleidsregels parkeerontheffingen blauwe zone gemeente Beuningen vastgesteld op 10 april 2007 (BW07.00464)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 09-01-2018 | BW17.00694 |
Burgemeester en wethouders van gemeente Beuningen,
gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994,
gelet op van artikel 87 en het bepaalde in artikel 25 (parkeerschijf-zone), van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990),
maandag tot en met donderdag: 9.00 - 18.00 uur;
de navolgende beleidsregels vast te stellen voor de beoordeling van parkeerontheffingsaanvragen:
Ontheffing: de ontheffing van het verbod om op de in aanhef genoemde tijden zonder gebruik te maken van een parkeerschijf te parkeren bij blauwe strepen in de parkeerschijf-zone in gemeente Beuningen;
Ontheffinghouder: de natuurlijke persoon aan wie een ontheffing is verleend;
Motorvoertuig: het voertuig op kenteken zoals bedoeld in het RVV 1990.
Artikel 2. Doelgroepen ontheffingen
Een ontheffing voor maximaal één jaar tegen een in de gemeentelijke legesverordening bepaald tarief kan worden, onder de volgende voorwaarden, worden verleend aan:
het gebruik dient noodzakelijk te zijn voor de primaire bedrijfsvoering, dat wil zeggen de hoofdactiviteiten van het bedrijf. Als noodzakelijk voor bedrijfsuitoefening wordt in ieder geval niet aangemerkt: woon/werkverkeer, laden en lossen van goederen en het vervoeren van de financiële dagopbrengst en andere geldtransporten;
Bij de aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2, dient een kopie te worden overgelegd van het kentekenbewijs van de bewuste voertuigen.
Artikel 4. Voorwaarden ontheffing; intrekkingsgronden
1. De ontheffingskaart dient, zolang van de ontheffing gebruik wordt gemaakt, achter de voorruit op een van buitenaf zichtbare plaats te zijn aangebracht.
2. De houder van de ontheffing is verplicht eventuele schade, die hij door het gebruik van de ontheffing veroorzaakt, te vergoeden en redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden ten gevolge van het gebruik van de ontheffing schade lijden.
3. Bij niet-nakoming van de voornoemde voorwaarden wordt de ontheffing ingetrokken.
4. Aan de ontheffing kunnen geen rechten worden ontleend voor de periode na afloop van de ontheffingstermijn.
5. De ontheffing garandeert niet dat voor de ontheffinghouder langs of achter de blauwe streep in de parkeerschijf-zone parkeerruimte beschikbaar is.