Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpCommissie bezwaarschriften

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-01-2018Nieuwe regeling

02-01-2018

gmb-2018-9622

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 januari 2018;

 

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna aangehaald als Awb);

besluit:

 

vast te stellen:

 

de volgende verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2 – Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 – Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie is onderverdeeld in 3 kamers.

    • a.

      de Ambtenarenkamer adviseert inzake beslissingen op bezwaarschriften van ambtenaren op het terrein van personele- en rechtspositionele aangelegenheden;

    • b.

      de Sociale Kamer adviseert inzake de bezwaarschriften op het terrein van sociale zekerheids- en aanverwante wetgeving, de Jeugdwet alsmede omtrent gehandicaptenparkeerkaarten;

    • c.

      de Algemene Kamer adviseert inzake beslissingen op bezwaarschriften op de overige beleidsterreinen.

  • 2.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden per kamer.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden per kamer.

  • 4.

    De voorzitters en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitters.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid worden in de Ambtenarenkamer één lid en een plaatsvervanger aangewezen door vertegenwoordiging van de toegelaten organisaties, deel uitmakende van de commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken.

Artikel 4 – Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 – Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitters en de (plaatsvervangende) leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

  • 2.

    De voorzitters en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslagnemende voorzitters of (plaatsvervangende) leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Het college kan, indien dit nodig wordt geacht, gemotiveerd van het bepaalde in het eerste lid afwijken.

Artikel 6 – Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 – Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 – Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • -

    artikel 2:1, tweede lid;

  • -

    artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • -

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    artikel 7:4, tweede lid;

  • -

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 – Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 – Hoorzitting

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen, met dien verstande dat de zittingen van de Sociale Kamer en de Algemene Kamer eens per maand in beide gemeentehuizen zullen plaatsvinden. De Ambtenarenkamer zal op afroep, al naar gelang er bezwaarschriften binnenkomen, bijeen komen.

Artikel 11 – Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de verzending van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 – Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat tenminste twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 13 – Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 – Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de Algemene Kamer zijn in beginsel openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4.

    De zittingen van de Sociale Kamer en de Ambtenarenkamer zijn niet openbaar.

Artikel 15 – Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 – Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 – Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 – Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat het op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Artikel 19 – Afdoening zonder advies van de commissie

Indien het bestuursorgaan van oordeel is dat op grond van het bepaalde in artikel 7:3 van de Awb van het horen dient te worden afgezien, kunnen zij beslissen op het bezwaarschrift zonder advies van de commissie. Het bestuursorgaan doet hiervan onverwijld mededeling aan de commissie.

Artikel 20 – Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21 – Intrekking en inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 2 januari 2018, onder intrekking van de “Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Bellingwedde” van 18 december 2014 en de “Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Vlagtwedde” van 19 februari 2015.

Artikel 22 – Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en die op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling nog niet zijn overgedragen aan de commissie voor de bezwaarschriften, worden afgehandeld overeenkomstig deze regeling.

Artikel 23 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Westerwolde”.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 januari 2018.

De raad voornoemd,

raadsgriffier

voorzitter