Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling melding vermoeden misstand of integriteitsschending (Interne klokkenluidersregeling gemeente Lochem) |
Citeertitel | Meldregeling vermoeden misstand of integriteitsschending |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 19-12-2017 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem;
Gelezen het voorstel van 30 november 2017
gelet op artikel 2 van de Wet Huis voor klokkenluiders, artikel 125quinquies onder f van de Ambtenarenwet en het bepaalde in artikel 15:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten,
gelet op de door de ondernemingsraad verleende instemming van 4 juli 2017;
vast te stellen de navolgende regeling:
Regeling melding vermoeden misstand of integriteitsschending
In deze regeling wordt verstaan onder:
vermoeden integriteitsschending: het op redelijke gronden gebaseerde vermoeden van een werknemer dat binnen de organisatie waarin hij werkt of bij een andere organisatie indien hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van schending van de normen en waarden van de organisatie van de werkgever;
Artikel 2. Informatie, advies en ondersteuning voor de werknemer
Een werknemer kan bij een vermoeden van een misstand of integriteitsschending:
Hoofdstuk 2. Bescherming tegen benadeling
Artikel 4 Bescherming van de melder tegen benadeling
De werknemer die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand of integriteitsschending meldt, zal in verband daarmee geen nadelige gevolgen voor zijn rechtspositie ondervinden tijdens en na de behandeling van deze melding bij de werkgever, een andere organisatie of een externe instantie.
Artikel 5 Het tegengaan van benadeling van de melder
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De vertrouwenspersoon maakt een zakelijk verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de gemeentesecretaris.
Artikel 8 Vertrouwelijke omgang met de melding en de identiteit van de melder en adviseur
Als het vermoeden van een misstand of integriteitsschending is gemeld via de vertrouwenspersoon en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon stuurt dit onverwijld door aan de melder.
Hoofdstuk 3. Interne meldprocedure
Artikel 10 Behandeling van de interne melding door de werkgever
De gemeentesecretaris beoordeelt of een externe instantie van de interne melding van een vermoeden van een misstand of integriteitsschending op de hoogte moet worden gebracht. Indien de gemeentesecretaris een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden geschaad.
Artikel 11 De uitvoering van het interne onderzoek door de onderzoekers: onderzoeksrapport
Artikel 12 Standpunt van de werkgever
Als duidelijk is dat het standpunt niet binnen acht weken kan worden gegeven, dan informeert de werkgever de melder daar schriftelijk over. Daarbij wordt aangegeven binnen welke termijn de melder het standpunt tegemoet kan zien. Als de totale termijn daardoor meer dan twaalf weken is, wordt dit gemotiveerd.
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of een externe instantie van de interne melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de hoogte moet worden gebracht. Indien de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden geschaad.
Artikel 13 Hoor en wederhoor ten aanzien van onderzoeksrapport en standpunt werkgever
Als de melder in reactie op het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand of integriteitsschending niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de werkgever hier op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Op dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
Hoofdstuk 4. Externe meldprocedure