Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van reclamebelasting Verordening reclamebelasting 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van reclamebelasting Verordening reclamebelasting 2018
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening reclamebelasting 2017.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 227 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-01-2018nieuwe regeling

06-11-2017

gmb-2018-7844

17.0210089

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van reclamebelasting Verordening reclamebelasting 2018

De raad van de gemeente Wageningen;

 

gelezen:

het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 26 september 2017;

 

gelet op:

artikel 227 van de Gemeentewet

 

 

 

Besluit

________________________________________

 

 

  • 1.

    de Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018 vast te stellen.

________________________________________

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) reclameobjecten;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt.

Artikel 2. Belastinggebied

De verordening reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Wageningen zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 3. Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 4. Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging, waarop en/of waarbij één of meerdere reclameobjecten worden aangetroffen.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per vestiging.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf bedraagt een vast bedrag, afhankelijk van de straat waarin de vestiging gelegen is.

Artikel 6. Belastingtarief

Het tarief van de belasting bedraagt voor één of meer aankondigingen per belastingjaar:

  • a.

    voor vestigingen die in de Hoogstraat gelegen zijn: € 622,35;

  • b.

    voor vestigingen die in andere straten binnen het in artikel 2 gedefinieerde gebied gelegen zijn: € 466,76.

Artikel 7. Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingjaar.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingjaar aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt de reclamebelasting verminderd op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9. Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10. Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die als algemene bewegwijzering en/of andere verkeersaanwijzingen en andere verkeers- en/of openbaar vervoeraanduidingen, waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • b.

    die door of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • c.

    die door een (semi)overheidsinstantie dan wel een instelling met een cultureel, maatschappelijk dan wel daarmee gelijk te stellen doel zijn geplaatst of aangebracht en die een cultureel charitatief of ideëel belang dienen;

  • d.

    op zuilen, borden muren of andere constructies die daartoe uitdrukkelijk zijn aangewezen door de gemeente;

  • e.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • f.

    die zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woon- of verblijfruimten of onroerende zaken;

  • g.

    die korter dan dertien (13) weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan dertien (13) weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk dertien (13) weken of meer aanwezig zijn;

  • h.

    op een bord met een maximale oppervlakte van 0,09 m2, indien er voor het overige geen reclameobjecten op de vestiging zijn, waarbij het college van burgemeester en wethouders over de aard en inhoud van de aankondiging alsmede de afmetingen en overige kenmerken van het bord nadere regels kan geven;

  • i.

    die nostalgische uitingen aan de gevel zijn ouder dan vijftig (50) jaar en die geen relatie hebben met de uitoefening van het bedrijf.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening reclamebelasting 2017 van 7 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening reclamebelasting 2018.

     

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2017

de voorzitter,

de griffier,