Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en de invordering van toeristenbelasting Verordening toeristenbelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-01-2018 | nieuwe regeling | 06-11-2017 | 17.0210091 |
De raad van de gemeente Wageningen;
het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 26 september 2017;
artikel 224 van de Gemeentewet
________________________________________
________________________________________
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2018
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
Artikel 5 - Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.
Artikel 6 - Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met derde lid, wordt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige de jaarlijks verschuldigde belasting bepaald op een vast bedrag. Dit bedrag wordt afgestemd op de jaarlijkse verschuldigde belasting berekend overeenkomstig het bepaalde in het eerste tot en met derde lid van dit artikel en jaarlijks verhoogd met het kalenderjaargemiddelde van het CBS-indexcijfer voor de gezinsconsumptie voor alle huishoudens.
In de gevallen waarin gebruik is gemaakt van de mogelijkheid genoemd in het vierde lid van dit artikel, vinden eenmaal per periode van vijf jaar tellingen plaats conform het bepaalde in het eerste tot en met derde lid van dit artikel. Op basis van de uitkomst van deze tellingen wordt het vaste bedrag als bedoeld in het vierde lid van dit artikel voor het belastingtijdvak volgende op het jaar van telling opnieuw vastgesteld.
Artikel 7 - Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 13 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 15 - Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.