Organisatie | Neerijnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neerijnen houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Neerijnen 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Neerijnen 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 08-12-2014 | 11-13997/4163 |
Hoofdstuk 1. Procedure en hoogte van het pgb
Artikel 2. Wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld
Artikel 4. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Er is een bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 4.1 Duur oplegging eigen bijdrage
Conform artikel 12 lid 1 sub b van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Lingewaal 2015 is cliënt een eigen bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening, dan wel pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot.
Artikel 5. Toetsing motivatie eis, bekwaamheid en kwaliteit
Een persoonsgebonden budget wordt na toetsing verstrekt, indien de cliënt aan alle onderstaande voorwaarden voldoet. :
Motivatie-eis: de cliënt stelt zich gemotiveerd op het standpunt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen; hiertoe dient de cliënt een persoonlijk pgb-plan in bij de gemeente. Tevens wordt gewaarborgd dat het de beslissing van de aanvrager zelf is om een pgb aan te vragen en dat de aanvrager zich voldoende heeft georiënteerd op de voorzieningen in natura.
Bekwaamheid: de cliënt dient naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat te worden geacht zijn belangen te kunnen behartigen en op eigen kracht dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat worden geacht de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren.
Kwaliteit: naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren en die de cliënt van het budget wil inkopen, van goede kwaliteit (veilig, doeltreffend en cliëntgericht) zijn. De kwaliteit wordt benoemd in het persoonlijk pgb-plan.
Hoofdstuk 2. Melden van calamiteiten en geweld
Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar stuurt de aanbieder binnen twee weken na de melding een feitenrelaas over de calamiteit toe aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar geeft aan uit welke elementen het feitenrelaas moet bestaan.
Artikel 10. Verzoek tot het doen van onderzoek
Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar voert de aanbieder een onafhankelijk onderzoek uit naar de calamiteit. De aanbieder legt binnen drie weken na het verzoek de opzet van het onderzoek aan de toezichthoudende ambtenaar voor en wacht op goedkeuring van de toezichthoudende ambtenaar. Na deze goedkeuring voert de aanbieder het onderzoek uit en stuurt de rapportage binnen uiterlijk zes weken na goedkeuring naar de toezichthoudende ambtenaar. De aanbieder draagt er zorg voor dat de opzet en uitvoering van dit onderzoek van verantwoord niveau zijn.
Burgemeester en wethouders van Neerijnen,
Gemeentesecretaris
P.W. Wanrooij
Burgemeester
L.H.M. van Ruijven-van Leeuwen
Behoeft geen nadere toelichting.
Hoofdstuk 2. Procedure en hoogte van het pgb
Artikel 2. Wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld
behoeft geen nadere toelichting.
De regering heeft aangegeven dat onder het sociale netwerk ook mantelzorgers kunnen vallen. Wel is de regering van mening dat de beloning van het sociale netwerk in elk geval beperkt moet blijven tot die gevallen waarin het de gebruikelijke hulp overstijgt en dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is. Overeenkomstig de huidige Wmo-praktijk met betrekking tot informele hulp wordt hierbij in ieder geval gedacht aan diensten (zorg van mantelzorgers bijvoorbeeld). Een voorbeeld van informele hulp bij woningaanpassingen is onder andere dat iemand uit het sociale netwerk de aanpassing realiseert, de zogenoemde ‘manuren’.
De budgethouder hoeft over de besteding van het vrij besteedbaar bedrag geen verantwoording af te leggen aan de gemeente. Het is bedoeld voor kleine uitgaven die te maken hebben met het PGB (voorbeeld: attentie voor de zorgverlener bij verjaardag, extra telefoonkosten, e.d.).
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 4. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Hoofdstuk3 van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB, zie bijlage I) handelt over de bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget.
In artikel 3.8 van de AMvB wordt onder a, b, c en d aangegeven welke bedragen de minister als maximum laat gelden voor welke groepen.
Lid 2 van artikel 3.8 geeft aan dat de gemeenteraad kan bepalen dat de genoemde bedragen in gelijke mate gewijzigd worden. Wat onder “in gelijke mate” wordt begrepen, staat verwoord in de AMvB. In dit artikel worden de bedragen genoemd zoals die van toepassing zijn. Als de bedragen en/of percentages in de AMvB worden gewijzigd, dan worden de bedragen en/of percentages overgenomen door de gemeente.
Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) bepaald, op basis van het verzamelinkomen van het peiljaar (het jaar twee jaar gelegen voor het jaar van aanvraag, voorbeeld aanvraag 2015 = peiljaar 2013) de eigen bijdrage.
De hoogte van de eigen bijdrage bestaat uit twee delen:
De inkomensafhankelijke bijdrage bedraagt maximaal 15% van het meerinkomen.
Rekenvoorbeeld (basis CAK normen 2014)
Verzamelinkomen € 23.295,-- ð maximale bijdrage per periode van 4 weken € 19,--
Verzamelinkomen meer dan € 23.295,-- ð eigen bijdrage per periode van 4 weken € 19,-- +
15% van meerdere boven € 23.295,-- : 13 periodes
De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van de AMvB dan wel het totaal van deze bijdragen bedraagt:
Het CAK vraagt bij de Belastingdienst het inkomen van belanghebbende (en zijn eventuele partner) op. Op basis van het totale verzamelinkomen wordt de maximale ruimte voor de betaling van de eigen bijdrage opgelegd. Alle kosten worden bij elkaar opgeteld en afgezet tegen de beschikbare financiële ruimte. De te betalen eigen bijdrage is nooit meer dan de kostprijs van de voorziening en de beschikbare financiële ruimte.
Artikel 4.1 Duur oplegging eigen bijdrage
In de Toelichting op het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 staat dat gemeenten een bijdrage in de kosten kunnen opleggen. Die bijdrage is verschuldigd zolang iemand van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget gebruik maakt, met als maximum de kostprijs van de voorziening of het bedrag van het persoonsgebonden budget op grond van artikel 2.1.4, derde lid, van de Wmo 2015.
Artikel 5. Toetsing motivatie eis, bekwaamheid en kwaliteit
Deze eisen zijn genoemd in de Wmo 2015 (zie artikel 2.3.6). We hebben de motivatie eis en de kwaliteitseis iets verder geconcretiseerd ten opzichte van de wetstekst.
Bij de motivatie van het standpunt van de cliënt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen kan het gaan om de aard van de hulpvraag, waarbij godsdienstige, levensbeschouwelijke of culturele overwegingen een rol kunnen spelen, omdat zij met het budget een aanbieder kunnen contracteren passend bij de eigen levensovertuiging.
Wanneer een cliënt van oordeel is dat hij de onderbouwing in redelijkheid heeft beargumenteerd, is deze voorwaarde geen grond voor de gemeente om een pgb te weigeren, mits ook wordt voldaan aan de tweede en derde voorwaarde: bekwaamheid en kwaliteit. Dit geldt ook wanneer de gemeente in haar ogen een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod in natura heeft gedaan aan de cliënt.
Bij het toetsen van de bekwaamheid van de cliënt om zijn eigen belangen te kunnen behartigen, verwacht de gemeente van een cliënt dat deze zelfstandig een redelijke waardering kan maken van zijn belangen ten aanzien van de ondersteuningsvraag. Daarbij kan de cliënt gevraagd worden:
De budgethouder kan voor zichzelf gebruik maken van de pgb-zelftest van Per Saldo. Dit kan hij gebruiken als toetsingskader om te zien of het pgb voor hem een geschikt instrument is.
Bij het toetsen van de bekwaamheid om de pgb taken op een verantwoorde wijze uit te voeren kan de cliënt gevraagd worden hoe gedacht wordt over:
Door de invoering van het trekkingsrecht, waarbij het belangrijkste deel van het budgetbeheer wordt overgenomen door de SVB, gaat het bij het toetsen van de bekwaamheid niet om de vaardigheden van de cliënt om een budget te beheren, maar wel om de bekwaamheid van het voeren van een gedegen administratie.
Het is wettelijk bepaald dat een pgb-houder die voor 4 dagen of meer per week ondersteuning inkoopt een werkgever is, met de werkgeversplichten die hierbij horen. De cliënt dient hierbij te denken aan onder meer het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn.
Om in aanmerking te komen voor een pgb dient de kwaliteit van de maatwerkvoorziening naar het oordeel van het college gewaarborgd te zijn. Het college kan op basis van deze bepaling vooraf toetsen of de veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid voldoende is gegarandeerd.
Voor de ondersteuning die ingekocht wordt met het pgb gelden waar mogelijk dezelfde kwaliteitseisen als voor voorzieningen in natura. Niet alle kwaliteitseisen die gelden voor de ingekochte ondersteuning in natura kunnen één op één worden toegepast op het pgb. Bij het beoordelen van de kwaliteit weegt de gemeente daarom mee of de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt.
In het geval van een pgb heeft de cliënt zelf de regie over de ondersteuning die hij contracteert. Daarmee krijgt hij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde ondersteuning en kan hij deze zo nodig bijsturen.
De gemeente kan periodiek in gesprek gaan met de cliënt over de behaalde resultaten met het pgb of (steekproefsgewijs) toezicht houden op de daaraan verbonden voorwaarden, waaronder de vraag of de ingekochte ondersteuning aan de kwaliteitseisen voldoet.
Artikel 6. Persoonlijk plan bij pgb aanvraag
In dit artikel geven we aan dat bij de aanvraag voor een pgb wordt gevraagd om een persoonlijk plan op te stellen en geven we aan uit welke onderdelen zo’n plan minimaal moet bestaan.
Hoofdstuk 2. Melden van calamiteiten en geweld
De artikelen 7 tot en met 10 in het besluit regelen de verplichtingen van aanbieders die Wmo-voorzieningen leveren m.b.t. het melden van calamiteiten en de vervolgstappen die door de aanbieders genomen moeten worden naar aanleiding van een melding. De verdere werkwijze van de toezichthoudend ambtenaar zal worden vastgelegd in een nog op een later moment door de colleges vast te stellen sociaal calamiteitenprotocol.
Hetgeen is opgenomen onder hoofdstuk 3 en 4 behoeft geen nadere toelichting.