Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet Kerkrade 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet Kerkrade 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervangen de Beleidsregels Loonkostensubsidie Participatiewet Kerkrade 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2018 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 09-01-2018 | 17n00640 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. college: het college van burgemeester en wethouders;
b. beschikking: beschikking als bedoeld in artikel 1:3 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. de belanghebbende : de persoon ten behoeve van wie loonkostensubsidie wordt verstrekt, dan wel de werkgever die een arbeidsovereenkomst sluit met de persoon ten behoeve van wie loonkostensubsidie wordt verstrekt als zijnde de werknemer.
Artikel 2. Vaststellen recht op loonkostensubsidie
Artikel 4. Voorwaarden voor de loonkostensubsidie en vaststelling loonwaarde
De forfaitaire loonkostensubsidie kan worden ingezet onder de volgende voorwaarden:
a. Er dient een dienstbetrekking te zijn voor minimaal de duur van 6 maanden en voor tenminste 12 uur per week.
b. De forfaitaire loonkostensubsidie kan 3 maanden worden ingezet met een optie tot eenmalige verlenging van nog eens 3 maanden.
c. Gedurende de periode zoals genoemd in lid 7, sub b dient de loonwaardemeting plaats te vinden.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen van voorziening loonkostensubsidie
Het college kan een voorziening weigeren of beëindigen, indien:
a. de belanghebbende niet behoort of niet meer behoort tot de rechthebbenden als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel;
b. de belanghebbende zijn verplichtingen verbonden aan de arbeidsovereenkomst niet nakomt;
c. de werknemer algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;
d. naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan arbeidsinschakeling;
e. de belanghebbende niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;
f. werknemer door een medische beperking alleen maar in deeltijd kan werken maar daarbij binnen deze deeltijd per uur wel volledig productief is;
Artikel 6. De werkervaringsplaats in relatie tot de loonkostensubsidie
In de schriftelijke overeenkomst ten behoeve van de werkervaringsplaats wordt het volgende vastgelegd:
- doel van de werkervaringsplaats;
- duur van de werkervaringsplaats;
- afspraken over werktijden en verlof;
- de werkzaamheden die uitgevoerd worden;
- de wijze waarop de begeleiding wordt vormgegeven (optioneel);
- dat aan deze voorziening geen kosten zijn verbonden
- dat de werkgever voor de persoon in kwestie de noodzakelijke verzekeringen afsluit
Wordt de loonkostensubsidie ingezet bij de voorziening beschut werk, dan worden de loonwaarde en de loonkostensubsidie eenmaal per drie jaar vastgesteld, tenzij op de werkplek blijkt dat er geen groeiperspectief is. In dat geval wordt de loonwaarde maximaal 5 jaar na de laatste loonwaardemeting opnieuw beoordeeld.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade op 09 januari 2018.
Het college, De secretaris
J.J.M. Som. H.J.M. Coumans MPM.
Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet 2018 Gemeente Kerkrade en beschrijven de regels voor de loonkostensubsidie De beleidsregels re-integratie Participatiewet zijn randvoorwaardelijk van toepassing voor deze beleidsregels loonkostensubsidie.
Uitgangspunt van de Participatiewet is dat iedereen, ook iemand met een arbeidsbelemmering, in staat moet worden gesteld als volwaardig burger te participeren in de samenleving, bij voorkeur via (regulier) werk. Het doel is dat iedereen economisch onafhankelijk is. Wanneer dat niet lukt of regulier werk (nog) niet mogelijk is, werken mensen op andere manieren naar vermogen. Het college heeft de taak en de ruimte haar inwoners, indien nodig, bij deze inspanningen te ondersteunen. Werk gaat daarbij boven inkomen, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid staan centraal. Onvolledige arbeidsproductiviteit bij de werkgever kan worden gecompenseerd met een loonkostensubsidie.
In de Participatiewet is de mogelijkheid opgenomen om werkgevers een loonkostensubsidie te bieden. Dit is specifiek voor mensen met een verlaagde loonwaarde als gevolg van een arbeidsbelemmering, die wél mogelijkheden hebben op de arbeidsmarkt, maar door ontbrekende arbeidsproductiviteit niet in staat zijn 100% van het wettelijk minimum loon te verdienen.
Financiering van de loonkostensubsidie vindt plaats vanuit het BUIG (inkomensdeel).
Werkgevers worden zo gestimuleerd mensen met een arbeidsbelemmering in dienst te nemen. De werkgever ontvangt loonkostensubsidie voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimum loon. Betaalt de werkgever méér dan het wettelijk minimum loon, dan komt het meerdere voor zijn rekening. De financiering van de additionele kosten vindt plaats vanuit het participatiebudget.