Organisatie | Landsmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-01-2018 | Nieuwe regeling | 21-12-2017 |
De raad van de gemeente Landsmeer;
Gezien het voorstel op 21 november 2017;
Gelet op de artikelen 216, 219, eerste lid, alsmede 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en art. 15.33 van de Wet milieubeheer;http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003245&z=2017-08-30&g=2017-08-30
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing.
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een belasting geheven als bedoeld in art. 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel, waaronder mede begrepen een stacaravan, een woonboot en een woonwagen, ten aanzien waarvan ingevolge art. 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Onder het begrip perceel wordt niet verstaan een volkstuinhuisje, zomerhuisje of vakantiehuisje, tenzij een dergelijk huisje dient tot hoofdverblijf.
Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene die naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Indien op basis van art. 7, lid 2, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing.