Organisatie | Midden-Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018 |
Citeertitel | Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bezwaar bezwaarschrift |
eveneens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2019 | 02-02-2021 | gewijzigde verordening | 23-05-2019 | ||
05-01-2018 | 01-01-2018 | 20-06-2019 | nieuwe regeling | 02-01-2018 |
De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Midden-Groningen;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van de gezamenlijke colleges van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Menterwolde van 22 augustus 2017;
gezien het advies van de klankbordgroep van 31 oktober 2017;
gelet op artikel 84 Gemeentewet, 147 en 149 Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
besluit de Verordening commissie bezwaarschriften Midden-Groningen 2018 vast te stellen.
De voorzitters en de leden van de Algemene kamer en de Sociale kamer worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Aftredende voorzitters en leden kunnen maximaal één keer herbenoemd worden voor een periode van vier jaar. De voorzitter en de leden van de Personele kamer worden benoemd voor een periode van 2 jaren en kunnen worden herbenoemd voor maximaal 4 jaren.
Artikel 6. Minnelijke schikking en (pre-)mediation
De secretaris van de commissie kan in overleg met de voorzitter, na ontvangst van een bezwaarschrift dat behandeling in de commissie behoeft, onderzoeken of het bezwaar in de minne kan worden bijgelegd. De secretaris en de medewerker(s) van de behandelende afdeling verrichten daartoe de nodige handelingen.
De bevoegdheden ingevolgde de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie.
a. Artikel 2:1, tweede lid Awb; het overleggen van een schriftelijk bewijs van machtiging;
b. Artikel 6:6 Awb, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 Awb, kan worden hersteld
c. Artikel 6:14, eerste lid Awb, betreffende het bevestigen van de ontvangst van het bezwaarschrift;
d. Artikel 6:17 Awb, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;
e. Artikel 7:4, tweede lid Awb, wat betreft het ter inzage leggen van stukken voorafgaand aan de hoorzitting.
Voor het houden van een zitting is vereist dat in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.
Artikel 12. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitters en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De secretaris maakt op basis van de geluidsopname als bedoeld in het eerste lid van dit artikel een schriftelijk verslag van het besprokene, wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht voor zijn besluitvorming of wanneer een belanghebbende daar om verzoekt dan wel dat een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.