Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het verkrijgen en gebruiken van een omgevingsvergunning Beleidsregel Bomen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het verkrijgen en gebruiken van een omgevingsvergunning Beleidsregel Bomen
CiteertitelBeleidsregel Bomen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:82 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht
  6. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amersfoort/CVDR366365/CVDR366365_3.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-01-2018nieuwe regeling

24-10-2017

gmb-2018-2692

5613456

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het verkrijgen en gebruiken van een omgevingsvergunning Beleidsregel Bomen

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen het voorstel ……………………………………

overwegende dat het gewenst is beleidsregels te stellen voor bomen;

 

gelet op artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 4:81 tot en met 4:84 Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4:10 tot en met 4:12 G van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort,

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregel Bomen

 

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen, zoals omschreven in artikel 4:10 Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort zijn overeenkomstig van toepassing op de begrippen in deze beleidsregel.

Artikel 2 Noodkap

Het bevoegd gezag maakt slechts bij uitzondering gebruik van zijn in artikel 4:11, tweede lid, sub k. bedoelde bevoegdheid tot noodkap. Noodkap wordt toegepast in die gevallen waarin het onverantwoord is wegens acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang om de reguliere procedure voor het verkrijgen en gebruiken van een omgevingsvergunning te doorlopen.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het bevoegd gezag maakt slechts bij hoge uitzondering gebruik van zijn in artikel 4:12 tweede lid, bedoelde bevoegdheid.

Een vergunning kan op grond van artikel 4:12 derde lid, geweigerd worden in het belang van

 

  • 1.

    Natuurwaarde, in het bijzonder de ecologie en biodiversiteit ter plaatse. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      streekeigen is (genetisch oorspronkelijk); of

    • b.

      behoort tot de potentieel natuurlijke vegetatie; of

    • c.

      een belangrijke, structurele functie vervult voor het voortbestaan van een bepaalde plant- of diersoort; of

    • d.

      een kolonieboom is van blauwe reigers; of

    • e.

      een groeiplaats is voor een bijzondere plantensoort; of

    • f.

      onderdeel is van een geleiding voor vleermuizen.

       

  • 2.

    Landschappelijke waarde, waarbij de houtopstand bijdraagt aan de identiteit van het landschap of het landschapstype. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      een kenmerkende soort is voor het desbetreffende landschapstype; of

    • b.

      zichtlijnen versterkt of historische of verkeerskundige structuren accentueert; of

    • c.

      ongewenste objecten afschermt.

       

  • 3.

    Waarde voor stads- en dorpsschoon, waarbij de houtopstand bijdraagt aan de esthetische waarde van de bebouwde omgeving. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      onderdeel is van een beschermd stads- of dorpsgezicht; of

    • b.

      onderdeel is van een Rijks- of gemeentelijk monument.

       

  • 4.

    Beeldbepalende waarde, waarbij de houtopstand bestaande uit een boom of boomgroep bepalend is voor het straat-, wijk- of stadsbeeld of die opvalt in het landschap. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      bijzonder en/of zeldzaam is door hoogte, dikte, vorm, leeftijd of soort; of

    • b.

      nadrukkelijk in het (straat)beeld aanwezig is en/of een hoge belevingswaarde heeft; of

    • c.

      onderdeel is van de woonsfeer en/of karakteristiek is voor de plek.

       

  • 5.

    Cultuurhistorische waarde, waarbij de houtopstand een rol speelt in de plaatselijke geschiedenis, als representant van een tijdsbeeld of architectuur, of een karakteristieke eenheid vormt met gebouwen of plekken. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      een herinnering is aan een belangrijke gebeurtenis, zoals een herdenkingsboom; of

    • b.

      geadopteerd is, bijvoorbeeld door een school of bedrijf; of

    • c.

      een bij elkaar passend geheel vormt met een historisch pand; of

    • d.

      ‘ooggetuige’ is geweest van een belangrijke geschiedkundige gebeurtenis; of

    • e.

      een plek markeert, zoals een grensboom of een bakenboom; of

    • f.

      onderdeel is van een historische houtwal; of

    • g.

      een karakteristieke snoeivorm heeft, zoals knot- of leibomen.

       

  • 6.

    Waarde voor de leefbaarheid, waarbij de houtopstand staand in openbaar toegankelijk terrein algemeen gewaardeerd wordt en bijdraagt aan de gebruiks- en belevingswaarde van de straat, wijk of stad. Hiervan is sprake indien de houtopstand:

    • a.

      zorgt voor gewenste schaduw of beschutting; of

    • b.

      als klimboom voor de jeugd fungeert; of

    • c.

      een natuurlijke picknickplek is; of

    • d.

      gunstige effecten heeft op het microklimaat, de luchtkwaliteit of klimaatbestendigheid van de stad; of

    • e.

      het welbevinden van bewoners in lichamelijk en geestelijk opzicht versterkt.

       

  • 7.

    Boomwaarde, waarbij de houtopstand wordt beoordeeld op:

    • a.

      technische staat en conditie van de boom

    • b.

      boom staat op een goede groeiplaats en kan tot wasdom komen en soms zelfs uitgroeien tot een monumentale boom

    • c.

      voldoende ondergrondse ruimte, geen conflicten met riolering, kabels- en eidingen

    • d.

      voldoende bovengrondse ruimte, niet te dicht op gevels, gebouwen e.d.

    • e.

      voldoende water, voedingsstoffen, lucht voor de boom

    • f.

      passende combinatie van boomsoort en bodem

    • g.

      monetaire waarde op grond van de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Bomen’.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking.

 

Vastgesteld in de vergadering van 24 oktober 2017.

De secretaris,

De burgemeester,