Organisatie | Metropoolregio Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2018 |
Citeertitel | Treasurystatuut Metropoolregio Eindhoven 2018 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Dit is op 1 januari 2018 de inhoud van het Treasurystatuut Metropoolregio Eindhoven 2018
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Treasurystatuut Metropoolregio Eindhoven 2018 | 01-11-2017 |
In dit treasurystatuut wordt de treasuryfunctie van de Metropoolregio Eindhoven beschreven. Ten opzichte van de vorige versie is het statuut sterk vereenvoudigd; uitgebreide en formele bepalingen die in de praktijk nooit van toepassing bleken, zijn verwijderd en vervangen door een algemene bepaling dat in voorkomende uitzonderingsgevallen het bestuur (anders) kan besluiten. Dit verhoogt de lees- en toepasbaarheid van het statuut.
Dit statuut omvat zowel de korte termijn geldstromen (tot en met één jaar) als de (middel)lange termijn geldstromen (vanaf één jaar).
Aandacht wordt besteed aan de volgende onderdelen:
- doelstelling en richtlijnen;
- verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden en informatievoorziening;
- administratieve organisatie en interne controle.
Tevens is een begrippenkader toegevoegd.
Minimaal elke 4 jaar zal het treasurystatuut ter actualisatie worden beoordeeld en aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden.
2. Doelstelling en richtlijnen
De doelstelling van de treasuryfunctie:
1. Door het verzekeren van duurzame toegang tot de geld- en kapitaalmarkt, er voor zorgen dat er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn om de taken uit te oefenen.
2. Het beperken van financiële risico’s, door het beheersen van renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s.
3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.
5. Het genereren van informatie ter ondersteuning van het te voeren treasurybeleid.
a. Wettelijke bepalingen zoals opgenomen in de Wet Fido, Ruddo, WGR, BBV en eventueel andere, ook nog vast te stellen, relevante regelgeving worden altijd in acht genomen.
b. Aantrekken van financiële middelen geschiedt alleen ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak; uitzonderingen daarop zijn alleen mogelijk na goedkeuring door het Algemeen Bestuur.
c. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren.
d. Aantrekken en uitzetten van financiële middelen buiten schatkistbankieren geschiedt alleen bij de huisbankier en in euro’s.
e. Van de bepaling onder d kan worden afgeweken als marktomstandigheden aanleiding geven tot het aantrekken of uitzetten bij een andere financiële instelling, maar dan uitsluitend met instemming van het Dagelijks Bestuur.
f. Het Dagelijks Bestuur wijst de huisbankier aan.
g. De directeur rapporteert middels paragraaf financiering in de begroting, bestuursrapportage en jaarrekening aan het Dagelijks Bestuur over de uitvoering van het treasurybeleid.
2.3 Richtlijnen voor het aantrekken van langlopende financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van een jaar en langer, gelden aanvullend op artikel 2 de volgende richtlijnen:
a. De omvang, de rente typische looptijd en het renteniveau van nieuwe leningen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de meerjarige-liquiditeitenplanning en de actuele rentevisie.
b. Renterisico’s op de vaste schuld bedragen maximaal de renterisiconorm, conform Wet Fido.
2.4 Richtlijnen voor het aantrekken van kortlopende financiering
Voor het aantrekken van kortlopende financieringen met een looptijd tot één jaar gelden aanvullend op artikel 2 de volgende richtlijnen:
a. De omvang, de rente typische looptijd en het renteniveau van nieuwe leningen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de meerjarige-liquiditeitenplanning en de actuele rentevisie.
b. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en rekening-courant krediet.
c. Bij het aantrekken van kortlopende middelen wordt de kasgeldlimiet conform de Wet Fido niet overschreden.
2.5 Richtlijnen voor het uitzetten van financiële middelen
Voor het uitzetten van financiële middelen, gelden de volgende richtlijnen:
a. Overtollige financiële middelen worden aangehouden in ’s rijksschatkist, conform de Wet Fido.
b. Uitgezonderd van de verplichting om overtollige middelen in ’s Rijks schatkist aan te houden zijn de middelen tot het drempelbedrag conform de Wet Fido.
c. Tevens uitgezonderd van de verplichting om overtollige middelen in ’s Rijks schatkist aan te houden zijn de middelen bestemd ten behoeve van de zorg voor gesloten stortplaatsen conform de Wet milieubeheer.
d. De organisatie verstrekt alleen leningen in het kader van de Investeringsregeling SIR. Hiervoor gelden de bevoegdheden zoals opgenomen in paragraaf 3.3. Uitzonderingen hierop zijn slechts mogelijk na goedkeuring van het Algemeen Bestuur.
e. De organisatie verstrekt geen garanties aan derden. Uitzonderingen hierop zijn slechts mogelijk na goedkeuring van het Algemeen Bestuur.
3. Administratieve organisatie en interne controle
3.1 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasury-activiteiten zijn op eenduidige wijze vastgelegd in dit treasurystatuut. Ten aanzien van de bevoegdheden geldt bovendien dat functiescheiding wordt toegepast met als nadere voorwaarden:
a. Iedere transactie wordt minimaal door twee functionarissen geautoriseerd.
b. De uitvoering, registratie en controle geschieden door afzonderlijke functionarissen.
c. Verdere delegatie en mandaat worden schriftelijk en geautoriseerd vastgelegd.
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie staan in onderstaande tabel weergegeven:
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasury-activiteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering:
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
* Controller is bevoegd een medewerker van het team financiën te mandateren voor het verstrekken