Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent bekostiging gymnastiekruimte Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018 |
Citeertitel | Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2016.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2018 | nieuwe regeling | 05-12-2017 | 5633516 |
Het college van de gemeente Amersfoort;
gelet op de artikelen 91, 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 89, 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;
gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden en de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gezien het raadsbesluit van 21 november 2017 tot doordecentralisatie en daarmee de noodzaak tot het vaststellen van een nieuwe beleidsregel;
gezien het op overeenstemming gericht overleg dat is gevoerd op 30 november 2017 met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen met scholen in de gemeente;
Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2018
Artikel 1. Omvang en bekostiging gebruik
De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt.
Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.
Voor een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 136, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, respectievelijk artikel 14 van het besluit bekostiging WEC vastgestelde aantal groepen. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2,25 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de genoemde scholen niet beschikken over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.
Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymruimte ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het op grond van het eerste lid verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor bekostiging in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door een of meer andere scholen voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.
Artikel 2. Beslissing college in gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregel betreffende, waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college.
Het college stelt jaarlijks de in het kader van deze beleidsregel gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding bij op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.
Artikel 4. Intrekken oude beleidsregel
De Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2016 wordt ingetrokken.
Artikel 4a. Het niet van toepassing zijn van de beleidsregel op het basis-, speciaal basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs
Deze beleidsregel is niet van toepassing op het basis-, speciaal basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs van de bevoegde gezagsorganen waarmee een overeenkomst tot doordecentralisatie is gesloten op grond van respectievelijk artikel 111 van de Wet op het Primair Onderwijs en artikel 109 van de Wet op de Expertisecentra.
In plaats van toepasselijkheid van de beleidsregel wordt aan de in het eerste lid bedoelde bevoegde gezagsorganen jaarlijks een overeengekomen bedrag voor klokuurvergoeding beschikbaar gesteld. Betaling van het overeengekomen bedrag vindt plaats aan het bevoegd gezag dan wel aan de door het bevoegd gezag aangewezen rechtspersoon die bevoegd is krachtens volmacht het overeengekomen bedrag namens het bevoegd gezag in ontvangst te nemen.
Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.
Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D):
De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.
Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen
Speciale school voor basisonderwijs
In bijlage III, deel B, onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs
In bijlage III, deel B, onder B.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort 2015 is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
Tabel 2. N-factor per onderwijssoort
Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) die ook visueel gehandicapt zijn | |||
Dove kinderen (DO)Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps | |||
Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps | 7 1 | 7 1 | |
Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG)Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps | |||
Meervoudig gehandicapte kinderen (MG) met een van deze handicaps | 7 1 | 7 1 | |
Langdurig zieke kinderen (LZ) anders dan met een lichamelijke handicap | |||
Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten (PI) |
Bekostiging gebruik gymnastiekruimten
De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3.
De vergoeding bestaat uit een vast bedrag, een aanvullend vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur.
Tabel 3. Bekostigingsbedragen gebruik gymnastiekruimten
Standaard oppervlakte gymlokaal = 455 m2, overige ruimte is dan 455 m2 – 252 m2 oefenvloer = 203 m2.; 455 m2 x € 16,17 (prijspijl 2018) is basis voor bedragen in tabel.
De bovenstaande normbedragen zijn prijspeil 1 juli 2017 en worden vanaf 2018 jaarlijks op basis van het door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer bijgesteld.
Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs of voor speciaal basisonderwijs of voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt het aanvullend vast bedrag voor onderhoud en aanpassingen. Het vast basis bedrag en variabel bedrag is voor beheer en exploitatie.
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening
Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school, de gemeente of een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
In deze beleidsregel is de vergoeding voor lokalen bewegingsonderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en artikel 136 WPO en artikel 115 en artikel 130 WEC).
Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.
Als gevolg van de wetswijziging per 1 januari 2015 vervalt de zorgplicht voor de gemeente voor het bekostigen van onderhoud en aanpassingen van gymnastiekruimten die in eigendom zijn bij schoolbesturen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Ondanks het vervallen van de zorgplicht blijft de gemeente verantwoordelijk voor het vaststellen van de vergoeding voor onderhoud en aanpassingen van gymnastiekruimten die in eigendom zijn bij deze schoolbesturen, maar nu als onderdeel van de vergoeding materiële instandhouding (artikel 136 WPO en artikel 130 WEC).
Ook deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.
Artikel 1. Omvang en bekostiging gebruik
De capaciteit en het gebruik van gymnastiekruimte wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van gymnastiekruimte onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt.
Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van gymnastiekruimten die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor gymnastiekruimten die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, moet in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur worden verstrekt.
Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke gymaccommodatie gebruikt krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in het eerste lid zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.