Organisatie | Binnenmaas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Binnenmaas 2018 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Binnenmaas 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Verordening maatschappelijke ondersteuning |
Geen
wet Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
nee
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 15-02-2020 | Nieuwe regeling | 21-12-2017 |
De raad van de gemeente Binnenmaas;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna te noemen de Wet), 5.4 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 alsmede gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de raadscommissie van 6 december 2017;
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan; dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In de verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Gemeenschappelijke ruimten: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de cliënt of waar deze zijn hoofdverblijf heeft vanaf de toegang tot het woongebouw te bereiken. Hieronder begrepen ruimten voor gemeenschappelijk gebruik zoals een keuken of recreatieruimte;
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres hij in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven staat of zal staan. Indien de cliënt met een briefadres in de BRP ingeschreven staat, gaat het om het feitelijk woonadres;
Professionele organisatie: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister en/of Kamer van Koophandel (KvK) als zijnde verlener van maatschappelijke ondersteuning en die voldoet aan door het College te beoordelen kwaliteitseisen voor in ieder geval de medewerkers die bij de instelling in dienst zijn;
Uitvoeringsbesluit: het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (landelijk);
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2.4 Vaststellen identiteit
Het college is bevoegd de identiteit van de vertegenwoordiger of mantelzorger van de cliënt vast te stellen aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
HOOFDSTUK 4 BEOORDELING VAN DE AANSPRAAK
Artikel 4.2 Wettelijke criteria maatwerkvoorziening
Een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Binnenmaas komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet:
De maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met het verslag en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Artikel 4.5 Specifieke criteria maatwerkvoorziening
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds in het kader van deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande verordeningen is verstrekt en daarvan de normale afschrijvingstermijn nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
HOOFDSTUK 5 PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Artikel 5.2 Schriftelijke overeenkomst bij diensten
De cliënt sluit met degene aan wie het Persoonsgebonden budget wordt besteed een door het college én de Sociale verzekeringsbank goedgekeurde schriftelijke overeenkomst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de toepasselijke modelovereenkomst die de Sociale verzekeringsbank ter beschikking stelt.
Artikel 5.4 Hoogte Persoonsgebonden budget begeleiding en kortdurend verblijf
De hoogte van een Persoonsgebonden budget bedraagt niet meer dan het maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst passende bijdrage, tenzij de cliënt aantoont dat met het toe te kennen Persoonsgebonden budget de geïndiceerde maatwerkvoorziening niet kan worden ingekocht. Daaronder is ook het vervoer begrepen van en naar de locatie waar de geïndiceerde maatwerkvoorziening wordt geboden.
Het Persoonsgebonden budget voor personen die behoren tot het sociaal netwerk van de cliënt bedraagt niet meer dan het op grond van de Wet langdurige zorg geldende tarief voor zorg van niet-professionele zorgverleners.
HOOFDSTUK 7 BEGELEIDING, DAGBESTEDING EN KORTDUREND VERBLIJF
Artikel 7.1 Maatschappelijke ondersteuning
Het college kan aan de cliënt een maatwerkvoorziening verlenen in de vorm van:
Artikel 7.3 Begeleiding en dagbesteding
De te bereiken resultaten van begeleiding en/of dagbesteding worden slechts geboden indien deze gericht zijn op:
HOOFDSTUK 8 ONDERSTEUNING GERICHT OP HET WONEN
Artikel 8.1 Maatschappelijke ondersteuning
Onder maatschappelijke ondersteuning in dit hoofdstuk wordt in ieder geval verstaan:
Het te bereiken resultaat ten aanzien van woonvoorzieningen wordt slechts geboden indien deze bestaat uit het kunnen gebruiken van de noodzakelijke gebruiksruimten in verband met het normale gebruik van de woning waar de cliënt zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben.
Artikel 8.3 Criterium primaat van verhuizen
Voor zover de cliënt kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning, welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 8.2 van deze verordening, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden om het bedoelde resultaat te bereiken. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de kosten van aanpassing van de woning het in het Besluit genoemde bedrag te boven gaan:
HOOFDSTUK 9 ONDERSTEUNING BIJ HET DEELNEMEN AAN HET MAATSCHAPPELIJK VERKEER
Artikel 9.1 Maatschappelijke ondersteuning
Onder maatschappelijke ondersteuning in dit hoofdstuk wordt in ieder geval verstaan:
HOOFDSTUK 10 BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 10.1 Maatwerkvoorziening en Persoonsgebonden budget
De bijdrage in de kosten is verschuldigd met inachtneming van de regels waaronder het bijdrageplichtig inkomen van het Uitvoeringsbesluit.
De bijdrage in de kosten is gelijk aan de maximale bedragen zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit en volgen telkens de aanpassingen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 10.2 Hoogte bijdrage in de kosten
HOOFDSTUK 11 TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN
De persoon met een beperking of chronisch psychisch of psychosociaal probleem kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de met die beperking of chronisch psychisch of psychosociaal probleem verband houdende aantoonbare of aannemelijke meerkosten ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie voor:
In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming verhuiskosten- en inrichtingskosten toekennen in het besluit waarin het primaat van verhuizen wordt toegepast als bedoeld in artikel 8.3 van de verordening. In het toekenningsbesluit kan het college een periode opnemen waarbinnen de cliënt de kosten dient te declareren.
HOOFDSTUK 12 NIEUWE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN, HERZIENING, INTREKKING, TERUGVORDERING EN TERUGBETALING
Artikel 12.1 Opschorting en beëindiging
Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet kan het college een toegekende aanspraak op een maatwerkvoorziening dan wel (uitbetaling van) Persoonsgebonden budget of een tegemoetkoming als bedoeld in hoofdstuk 11 van de verordening geheel of gedeeltelijk beëindigen, dan wel de inzet (levering) daarvan tijdelijk (laten) opschorten indien:
Artikel 12.2 Herziening of intrekking
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college desgevraagd of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot een heroverweging van de beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet of het recht op een tegemoetkoming als bedoeld in hoofdstuk 11 van de verordening.
Het college kan onder toepassing van het eerste lid een besluit tot toekenning tegemoetkoming als bedoeld in hoofdstuk 11 herzien of intrekken indien achteraf blijkt dat de persoon bedoeld in dat hoofdstuk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zouden hebben geleid.
Artikel 12.3 Terugvordering en verrekenen
Onverminderd artikel 2.4.1 van de wet kan het college nadat het besluit tot toekenning van een maatwerkvoorziening (natura of in de vorm van een Persoonsgebonden budget) of een tegemoetkoming als bedoeld in hoofdstuk 11 van de verordening is herzien of ingetrokken:
HOOFDSTUK 13 BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het college zet in op fraudepreventie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college cliënten informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening (in natura of in de vorm van een Persoonsgebonden budget) zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
HOOFDSTUK 14 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 14.5 Prijs kwaliteitsverhouding
Het college stelt voor het leveren van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet, vast:
een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan overeenkomst met derde; of
§ 4. Betrekken van ingezetenen
Artikel 14.6 - Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 15.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van hetgeen bij deze verordening is bepaald, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het hierop berustende Besluit geldende bedragen (niet zijnde de bijdrage in de kosten) verhogen of verlagen met een index. De wijze van indexeren is opgenomen in het Besluit.
Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Binnenmaas 2017 ingetrokken, met dien verstande dat besluiten welke zijn genomen op grond van die verordening, met de daarbij behorende rechten en plichten in stand blijven, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen, waarbij het toekenningsbesluit van de maatwerkvoorziening of het Persoonsgebonden budget wordt ingetrokken.