Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolaansluitrecht 2018 |
Citeertitel | Verordening rioolaansluitrecht 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2017 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 28-11-2017 |
De raad van de gemeente Duiven;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;
gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van het rioolaansluitrecht in de gemeente Duiven”.
Onder de naam rioolaansluitrecht wordt een eenmalig recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het mogelijk maken van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering.
Eigendommen, welke in verband met de uitoefening van een beroep, bedrijf of anderszins als een eenheid kunnen worden beschouwd, worden voor de toepassing van deze verordening als een eigendom aangemerkt, tenzij voor elk van die eigendommen afzonderlijk aansluitingen op de gemeentelijke riolering tot stand worden gebracht.
Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld.
De belastingplicht ontstaat zodra de in artikel 1 bedoelde aansluiting tot stand is gebracht.
Artikel 6. Termijn van betaling.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 8. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het rioolaansluitrecht.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 10, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van het rioolaansluitrecht hiervoor in die periode plaatsvindt.