Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Emmen

Verordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen
CiteertitelVerordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpOverige

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-199922-12-2011nieuwe regeling

21-10-1999

Zuid-Oosthoeker, 26 oktober 1999

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen

Verordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Emmen van 21 oktober 1999.

 

INHOUDSOPGAVE

 

Hoofdstuk Titel Artikel

I Algemene bepalingen geldend voor de overlegpartners

§1 Begripsbepalingen 1

§2 Aanwijzing overlegpartners 2

§3 Taken en bevoegdheden 3

§4 Object van overleg/advies 4

§5 Financiën 5 t/m 7

§6 Aanwijzing coördinatiepunt en contactambtenaren 8

§7 Taak coördinatiepunt 9

§8 Werkbezoeken 10

 

II Dorps- en wijkraden

§1 Oprichting 11

§2 Werkgebied 12

§3 Samenstelling 13

§4 Wijze van verkiezing 14

§5 Vereisten voor het lidmaatschap 15

§6 Zittingsperiode/beëindiging

lidmaatschap 16

§7 Van de vergadering 17/18

§8 Besluitvorming 19/20

§9 Werkwijze 21/22

§10 Opheffing 23

 

III Belangenverenigingen

§1 Procedure van erkenning 24/25

§2 Werkgebied 26

§3 Werkwijze 27

 

IV Slotbepalingen 28

 

Toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen geldend voor de overlegpartners

§1 Begripsbepalingen

Artikel 1  

Deze verordening verstaat onder:

  • gemeente: de gemeente Emmen.

  • gemeenteraad: de gemeenteraad van Emmen.

  • burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Emmen.

  • dorp: een dorp of kern van de gemeente Emmen - "de stad Emmen" uitgesloten - waarvan de begrenzing en de naam op de bij deze verordening behorende kaart staan aangegeven.

  • kern: een gebiedseenheid van de gemeente Emmen anders dan een dorp, wijk of buurtschap en door de gemeente als zodanig erkend.

  • wijk: een deel van "de stad Emmen"

  • buurtschap: een deel van een dorp of kern van de gemeente Emmen, met uitzondering van de stad Emmen

  • bewoners van een dorp, kern, wijk of buurtschap: zij, die blijkens de gegevens van het persoonsregister van de gemeente Emmen binnen de grenzen van een dorp, kern, wijk of buurtschap woonachtig zijn.

  • dorpsraad: een volgens de bepalingen van deze verordening ingestelde commissie, als bedoeld in artikel 87, eerste lid onder b van de gemeentewet, waarvan de leden rechtstreeks door de bewoners van een dorp worden gekozen.

  • belangenvereniging: rechtspersoonlijkheid bezittende vertegenwoordiging van bewoners van een dorp, kern, wijk of buurtschap, die naar de mening van de raad voldoet aan de bepalingen van deze verordening en als zodanig door de raad is erkend.

  • contactambtenaar overlegpartners: de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen functionaris belast met het contact tussen de gemeente Emmen en dorps- en wijkraden alsmede de belangenverenigingen.

     

    §2 Aanwijzing overlegpartners

Artikel 2  

  • 1.

    Als overlegpartner van de gemeente worden met inachtneming van de bepalingen van de verordening bij besluit van de gemeenteraad erkend: dorps- en wijkraden en belangenverenigingen.

  • 2.

    Ter uitvoering van het gestelde in het eerste lid van dit artikel stellen burgemeester en wethouders na iedere dorps- of wijkraadsverkiezing een lijst samen, omvattende alle erkende overlegpartners.

     

    §3 Taak en bevoegdheden

Artikel 3  

  • 1.

    De dorps- en wijkraden alsmede de belangenverenigingen zijn bevoegd over alle aangelegenheden betreffende het dorp, de kern, de wijk- of buurtschap aanbevelingen te doen aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2.

    De in het eerste lid van dit artikel bedoelde overlegpartners hebben het recht schriftelijk aan burgemeester en wethouders inlichtingen te vragen over specifieke dorps-, kern-, wijk- of buurtaangelegenheden.

     

    §4 Object van overleg en advies

Artikel 4  

  • 1.

    Overleg is mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur. Het verplicht vroegtijdig inwinnen van advies door het gemeentebestuur vindt in ieder geval plaats op het terrein van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, openbare werken, verkeersvoorzieningen en milieu, dat rechtstreeks het dorp, de kern, de wijk of de buurtschap aangaat.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn verplicht alle inlichtingen te verstrekken die voor het geven van een goed advies van belang kunnen zijn, voor zover hierdoor zaken, de persoonlijke sfeer en het persoonlijk leven van particulieren betreffende, niet worden geschaad en het geen stukken betreft die ingevolge wettelijk of een anderszins gegeven voorschrift als geheim of vertrouwelijk dienen te worden beschouwd.

  • 3.

    Wanneer burgemeester en wethouders een aangelegenheid waartoe het advies van een dorps- of wijkraad of belangenvereniging is ingewonnen aan de gemeenteraad ter beslissing voorleggen, wordt het daarover uitgebrachte advies aan de gemeenteraad bijgevoegd.

  • 4.

    Wanneer burgemeester en wethouders bij het nemen van een beslissing of bij de voorbereiding van een aangelegenheid waarover de gemeenteraad dient te beslissen van een door de dorps- of wijkraad of de belangenvereniging gegeven advies afwijken, wordt daarvan met vermelding van motieven gelijktijdig mededeling gedaan aan de betreffende overlegpartner.

     

    §5 Financiën

Artikel 5  

  • 1.

    Voor de door de dorps- en wijkraden en de belangenverenigingen te maken kosten voor het houden van vergaderingen en voeren van administratie wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verleend.

  • 2.

    De hoogte en samenstelling van de beschikbaar te stellen gelden wordt door burgemeester en wethouders bepaald.

Artikel 6  

De dorps- en wijkraden en de belangenverenigingen zijn verplicht over de hun toegekende financiële ondersteuning binnen drie maanden na afloop van enig kalenderjaar bij burgemeester en wethouders rekening en verantwoording af te leggen.

Artikel 7  

Aan de leden van de dorps- en wijkraden en de belangenverenigingen zullen uit van gemeentewege toegekende gelden geen presentiegelden voor bijgewoonde vergaderingen worden uitgekeerd.

 

§6 Aanwijzing coördinatiepunt contactambtenaren

Artikel 8  

Burgemeester en wethouders wijzen ten behoeve van het overleg met de dorps- of wijkraden en de belangenverenigingen een Coördinatiepunt, alsmede een aantal contactambtenaren aan.

 

§7 Taak Coördinatiepunt

Artikel 9  

  • 1.

    Het Coördinatiepunt heeft tot taak:

    • a.

      te bevorderen dat, met inachtneming van de in deze verordening omschreven regels, binnen het gemeentelijk apparaat rekening wordt gehouden met de positie van dorps- of wijkraden en belangenverenigingen, zodat tussen gemeentebestuur en de overlegpartners een goed functionerend tweerichtingsverkeer van overleg kan ontstaan tussen de gemeente en de overlegpartner;

    • b.

      de planning, voorbereiding, organisatie van het in artikel 10 bedoelde programma van overleg alsmede het vastleggen van het aldaar besprokene en de bewaking van de daarbij gemaakte afspraken;

    • c.

      het zonodig in de gemeentelijke informatiepagina doen opnemen van berichten aangaande de werkzaamheden van dorps- of wijkraden en belangenverenigingen;

       

      §8 Werkbezoeken

Artikel 10  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een programma van overleg vast met de individuele dorps- en wijkraden en de belangenverenigingen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk II Dorps- en wijkraden.

§1 Oprichting

Artikel 11  

  • 1.

    Kiesgerechtigde inwoners van een dorp of wijk kunnen verzoeken over te gaan tot instelling van een dorps- of wijkraad. Zij doen hiertoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de gemeenteraad.

  • 2.

    De raad beslist binnen drie maanden na de dag waarop het verzoek is ingekomen of tot instelling van een dorps- of wijkraad kan worden overgegaan.

  • 3.

    Aan de instelling van een wijkraad wordt geen verdere medewerking verleend, wanneer die wijk minder dan 4500 bewoners telt.

     

    §2 Werkgebied

Artikel 12  

Het werkgebied van een dorps- of wijkraad strekt zich uit tot de grenzen van een dorp of wijk, een en ander vast te leggen bij het besluit als bedoeld in artikel 11, tweede lid.

 

§3 Samenstelling

Artikel 13  

  • 1.

    De dorps- of wijkraad bestaat uit:

    • -

      5 tot 12 leden bij een inwonertal tot 8000.

    • -

      9 tot 16 leden bij een inwonertal van 6000 tot 10.000.

    • -

      11 tot 18 leden bij een inwonertal 8.000 of meer inwoners.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt de bevolking van een dorp of wijk geacht te bestaan uit het aantal inwoners, zoals dit naar de toestand op 31 december van het jaar, voorafgaande aan de verkiezing van de leden van de dorps- of wijkraad, wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen bepalen, dat het aantal inwoners op een latere datum als criterium zal gelden.

     

    §4 Wijze van verkiezing

Artikel 14  

  • 1.

    De leden van een dorps- of wijkraad worden rechtstreeks gekozen door de inwoners van het dorp of de wijk. Zij moeten voldoen aan de benoemingsvereisten die genoemd worden in de Kieswet.

  • 2.

    De verkiezing wordt gelijktijdig gehouden met de verkiezing voor de leden van provinciale staten.

  • 3.

    Als hoofd en tevens centraal stembureau voor deze verkiezing treedt op het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad der gemeente Emmen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders onderzoeken de geloofsbrieven, beslissen over de toelating van de gekozene en over de geschillen die dienaangaande of aangaande de verkiezing zelf oprijzen.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan de gemeenteraad bepalen dat tijdelijk van het gestelde in het tweede lid van dit artikel wordt afgeweken.

  • 6.

    De Kieswet is voor de verkiezing van een dorps- of wijkraad voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om praktische redenen van de in de Kieswet genoemde termijnen en de wijze van uitvoering af te wijken.

     

    §5 Vereisten voor het lidmaatschap

Artikel 15  

Leden van een dorps- of wijkraad kunnen zijn inwoners van het dorp of de wijk, die voldoen aan de vereisten genoemd in artikel 10 van de Gemeentewet.

 

§6 Zittingsperiode/beëindiging lidmaatschap

Artikel 16  

  • 1.

    De leden van de dorps- of wijkraad worden gekozen voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel bij besluit van de gemeenteraad worden afgeweken.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de dorps- of wijkraad eindigt:

    • a.

      door het verstrijken van de zittingsperiode.

    • b.

      door tussentijds aftreden op eigen verzoek.

    • c.

      wanneer een lid ophoudt inwoner te zijn van het betreffende dorp of de betreffende wijk

    • d.

      door overlijden.

  • 4.

    Degene, die ter vervulling van een buiten de gekozen tijd van aftreding opengevallen plaats tot lid van een dorps- of wijkraad is benoemd treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd zou moeten aftreden.

     

    §7 Van de vergadering

Artikel 17  

  • 1.

    De dorps- of wijkraad vergadert tenminste 4 maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht of als tenminste een vijfde deel van de dorps- of wijkraad het verzoek daartoe schriftelijk en met vermelding van redenen aan de voorzitter kenbaar maakt.

  • 2.

    Met betrekking tot de oproeping van de leden is, voorzover mogelijk, artikel 19 van de gemeentewet van toepassing, met dien verstande, dat daar waar "de burgemeester" wordt genoemd "de voorzitter" wordt gelezen.

  • 3.

    De voorzitter draagt er zorg voor, dat tegelijk met de in artikel 17, lid 2 vermelde oproeping de datum, de plaats en het aanvangstijdstip van de vergadering van de dorps- of wijkraad ter openbare kennis van de bewoners worden gebracht.

  • 4.

    De agenda- en bijbehorende bijlagen- van de vergaderingen, alsmede een opgave van de ingekomen stukken en van de verdere bescheiden dienen - zo mogelijk - tenminste vijf dagen voor de vergadering op een voor ieder toegankelijk adres in het werkgebied van de dorps- of wijkraad ter inzage te worden gelegd; hiervan moet in een openbare publicatie melding worden gemaakt.

  • 5.

    Tegelijkertijd dient de dorps- of wijkraad alle in lid 4 bedoelde stukken, alsmede de notulen van de gehouden vergaderingen ter kennisneming toe te zenden aan burgemeester en wethouders, met dien verstande, dat notulen van een besloten vergadering vertrouwelijk worden toegezonden.

Artikel 18  

  • 1.

    De vergadering wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer het door een vijfde der aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter het nodig vindt.

  • 3.

    De vergadering beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4.

    Omtrent onderwerpen, waarover burgemeester en wethouders een niet-openbaar advies hebben gevraagd, wordt in ieder geval met gesloten deuren vergaderd.

  • 5.

    5.Ten aanzien van de behandeling van niet-openbare zaken zijn de leden gebonden aan een geheimhoudingsplicht.

     

    §8 Besluitvorming

Artikel 19  

De dorps- of wijkraad kan geen rechtsgeldige besluiten nemen als niet de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Als blijkens de presentielijst het voor de besluitvorming vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd, waarbij zoveel mogelijk wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 29 van de Gemeentewet. Deze vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden, dat is opgekomen. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen der aanwezige leden.

Artikel 20  

  • 1.

    Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd maar over personen bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 2.

    Wanneer bij het nemen van een besluit over een aangelegenheid door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin een herstemming plaatsvindt. Als dan de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 4.

    Wanneer over personen de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het lot.

     

    §9 Werkwijze

Artikel 21  

  • 1.

    Elke dorps- of wijkraad stelt een huishoudelijk reglement vast. Dit reglement behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De bepalingen van dit reglement mogen niet in strijd zijn met deze verordening.

  • 3.

    Het huishoudelijk reglement dient in ieder geval de volgende punten te regelen:

    • a.

      de wijze, waarop de bewoners van het dorp of de wijk bij de werkzaamheden worden betrokken

    • b.

      de taak en werkwijze van het dagelijks bestuur

    • c.

      het maken van de notulen

Artikel 22  

De dorps- en wijkraad draagt zorg voor het opstellen van een jaarverslag. Dit verslag wordt aan burgemeester en wethouders toegezonden binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar, waarop het verslag betrekking heeft.

 

§10 Opheffing

Artikel 23  

  • 1.

    De gemeenteraad beslist tot opheffing van een dorps- of wijkraad indien:

    • a.

      de dorps- of wijkraad daarom verzoekt;

    • b.

      bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, ten gevolge waarvan het bestaan van een dorps- of wijkraad niet langer nodig of gewenst is.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn verplicht om voorafgaande aan het doen van een voorstel als in dit artikel onder 1b bedoeld de betreffende dorps- of wijkraad te horen.

Hoofdstuk III Belangenverenigingen

§1 Procedure van erkenning

Artikel 24  

  • 1.

    Om voor de in artikel 2 bedoelde erkenning in aanmerking te komen dient het bestuur van de belangenvereniging aan te tonen representatief te zijn voor het betreffende dorp, kern, wijk of buurtschap.

  • 2.

    Bij een verzoek als in het eerste lid van dit artikel bedoeld dient een exemplaar van de notariële akte tot oprichting, alsmede een exemplaar van de statuten te worden overgelegd. Het aantal bestuursleden dient in overeenstemming te zijn met de in artikel 13 genoemde aantallen.

Artikel 25  

Een erkenning als bedoeld in artikel 2 van deze verordening wordt niet verleend indien er sprake is van elkaar in hun werkgebieden overlappende belangenverenigingen en/of dorps- en wijkraden.

 

§2 Werkgebied

Artikel 26  

Het werkgebied van een belangenvereniging strekt zich uit tot de grenzen van een dorp, kern, buurtschap of wijk, een en ander vast te leggen bij besluit van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 2.

 

§3 Werkwijze

Artikel 27  

  • 1.

    Om de in artikel 2 bedoelde erkenning te behouden dient het bestuur van de belangenvereniging tenminste vier maal per jaar in het openbaar te vergaderen en voorts zal er sprake moeten zijn van een zodanige wijze van functioneren dat gesproken kan worden van een werkwijze die overeen komt met de bedoeling van deze verordening.

  • 2.

    De agenda van de vergadering en de daarbij behorende stukken dienen tenminste 5 dagen voor de vergadering op een voor ieder toegankelijk adres in het werkgebied ter inzage te worden gelegd; hiervan moet in een openbare publicatie melding worden gemaakt.

  • 3.

    De in het tweede lid van dit artikel bedoelde bescheiden dienen tenminste vijf dagen voor de vergadering te worden toegezonden aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Het bestuur is verplicht de inwoners van hun werkgebied bij de werkzaamheden te betrekken.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen.

Artikel 28  

  • 1.

    In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening op de overlegstructuren binnen de gemeente Emmen".

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 december 1999, met dien verstande, dat het bepaalde in artikel 14, derde lid, eerst inwerking treedt op het tijdstip van inwerkingtreden van de wet houdende wijziging van de kieswet, met betrekking tot het combineren van stemmingen.