Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018 |
Citeertitel | Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Geen |
Deze regeling vervangt de beleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2017
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-08-2020 | wijziging regeling | 13-12-2019 | ||
01-01-2019 | 01-01-2020 | art.1 onder l en m, 3 lid 4 en 5, 5 lid 6, 6 lid 1 en 2, 8 lid 4 en 9 | 22-11-2018 | Geen | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 26-11-2017 | Geen |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 tweede lid van de Algemene subsidieverordening Rheden;
dat één van de vervolgstappen van de vaststelling van de beleidsnotitie peuterbeleid 2019-2022 en de notitie ‘Nadere uitwerking van het ontwikkelrecht voor alle peuters in de gemeente Rheden’ is het opstellen van ‘nadere regels peuteropvang gemeente Rheden’, waarin de subsidieregels zijn uitgewerkt;
dat de regels betrekking hebben op het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor een peuter van ouders die niet onder de Wet kinderopvang (Wko) vallen;
dat de mogelijkheid moet worden geboden aan alle kinderopvangaanbieders in de gemeente Rheden om vanaf 1 januari 2019 een subsidieaanvraag in te dienen voor peuteropvang voor peuters van ouders die niet onder de Wko vallen en voor extra VVE aanbod voor doelgroeppeuters;
vast te stellen de Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018
Artikel 2 Algemene subsidieverordening Rheden/nadere regels
De Algemene subsidieverordening Rheden (Asv) is van toepassing op subsidies die op basis van deze nadere regels worden verleend.
Artikel 3a Subsidie voor deelname peuteropvang
Artikel 3b Subsidie voor deelname VVE
De subsidie voor peuteropvang en/of VVE wordt door de (VVE-)aanbieder bij de gemeente aangevraagd, en door de gemeente aan de (VVE-)aanbieder uitgekeerd. Om subsidie aan te kunnen vragen, overlegt de (VVE-) aanbieder digitaal aan de gemeente een volledige en juist samengestelde aanvraag. Daarbij geldt een termijn van 1 maand waarin de gemeente deze aanvraag beoordeelt en besluit of de (VVE-)aanbieder subsidie kan aanvragen.
In de eerste week na elk kwartaal vraagt de (VVE-)aanbieder -in afwijking van artikel 6 van de Asv- de volledige subsidie voor dat kwartaal aan bij de gemeente, waarvoor de volledig en juist ingevulde kwartaalformulier(en) daadwerkelijke afname per peuter en het kwartaalformulier daadwerkelijke afname per (VVE-)aanbieder wordt overgelegd aan de gemeente, danwel de gegevens zoals op dit formulier door middel van een eigen format.
De (VVE-)aanbieder vraagt per halfjaar een subsidie aan met:
een aanvraag tot subsidieverlening waarin de VVE-aanbieder een voorschot aanvraagt voor het eerste of tweede halfjaar. De (VVE-)aanbieder dient deze aanvraag uiterlijk een maand voor aanvang van het halfjaar in bij het college met gebruikmaking van het aanvraagformulier ‘Geschatte afname per (VVE-)aanbieder’. Dit betekent dat de aanvraag voor de periode van januari tot en met juni van een kalenderjaar uiterlijk tot 1 december van het voorgaande kalenderjaar en de aanvraag voor de periode van juli tot en met december van een kalenderjaaruiterlijk uiterlijk tot 1 juni van het kalenderjaar moet worden ingediend;
een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie waarin de VVE-aanbieder het college verzoekt om de als voorschot verleende subsidie vast te stellen. De (VVE-)aanbieder dient deze aanvraag uiterlijk een maand na afloop van het jaar in bij het college met gebruikmaking van het aanvraagformulier ‘Werkelijke afname per peuter’ en/of ‘werkelijke afname per (VVE-)aanbieder’. Dit betekent dat de aanvraag uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar moet worden ingediend.
Artikel 7 Subsidievaststelling
De gemeente stelt de subsidie jaarlijks vast, in het eerste kwartaal van elk volgend jaar, aan de hand van alle door de (VVE-)aanbieder overgelegde formulieren, documenten en gegevens:
Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplaatsen (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren peutervoorziening en voorschoolse educatie), het werkelijk gehanteerde uurtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen.
Het subsidieplafond voor het plaatsen van kinderen in de peuteropvang (deelname peuteropvang) bedraagt € 146.230,00 voor 2020. Voor VVE geldt geen subsidieplafond, de rijksbijdrage die hiervoor wordt ontvangen bedraagt in 2020 € 902.674,00.