Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen Barendrecht 2018 |
Citeertitel | Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen Barendrecht 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2018 | Nieuwe regeling | 19-12-2017 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
overwegende, dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gezien het advies van de commissie Planning en Control 27 november 2017;
gelet op de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de gemeentewet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as of het bijwonen van een rouwdienst in het rouwcentrum of voor het verrichten van noodzakelijke werkzaamheden of voor het bezoeken van de begraafplaats indien daarvoor ingevolge het vierde lid toestemming is verleend.
Degenen die de begraafplaats buiten de in het eerste lid genoemde tijden willen bezoeken, dienen hiervoor minimaal 10 dagen voorafgaand aan het bezoek schriftelijk toestemming te vragen aan het college. In dit verzoek moeten de reden, het tijdstip en de geschatte tijdsduur van het bezoek worden vermeld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 10 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 19, tweede lid.
Artikel 11 Kist, lijkomhulsel en grafgiften
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient tenminste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring te worden overgelegd – volgens een door burgemeester en wethouders vast te stellen model - omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen:
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 13 Indeling particuliere graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de particuliere graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 17 Termijnen particuliere en algemene graven
De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.
Het in lid 1a en 2a van dit artikel bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende omgezet worden in een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd.
Dit geldt niet voor een wandgraf genoemd in lid 2b.
De aanvraag voor verlenging of omzetting naar onbepaalde tijd dient vóór het verstrijken van de lopende termijn te worden ingediend, maar niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn en mits de aanvraag niet strijdig is met een voorgenomen sluiting van de begraafplaats.
Gedurende een periode van één jaar na de datum van de aanvraag van de verlenging kan deze termijn door de rechthebbende worden omgezet in een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd.
De rechthebbende van het recht op een particulier kindergraf voor bepaalde tijd kan dit recht omzetten in een recht op een particulier kindergraf voor 80 jaar. Voor de directe nabestaande van het overleden kind, welke volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens op de datum van overlijden van het kind is geregistreerd als inwoner van de gemeente Barendrecht is het omzetten kosteloos.
Een recht zoals bedoeld in lid 1c en lid 4. wordt kosteloos verleend voor de directe nabestaande van het overleden kind of overleden foetus, welke volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens op de datum van overlijden van het kind of foetus is geregistreerd als inwoner van de gemeente Barendrecht.
De rechthebbende, wiens adres bij de houder van de begraafplaats bekend is, wordt een jaar voor het verlopen van de lid 1a bedoelde termijn per brief aan deze bepaling herinnerd en krijgt vervolgens de gelegenheid verlenging van de termijn aan te vragen of het recht om te zetten naar een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd. Indien zulks niet geschiedt vervalt het recht aan de gemeente en kan de grafbedekking worden verwijderd en het graf worden geruimd.
De herinnering genoemd in lid 6. geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. De mededeling wordt uiterlijk een jaar voor het verlopen van de termijn kenbaar gemaakt.
Van een verlenging is geen sprake bij het recht genoemd onder lid 1b,1c en 8. van dit artikel.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 19 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op een particulier graf binnen zes maanden op aanvraag te worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daar aan voorafgaand te worden gedaan.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen en daarmee ook het recht tot het hebben van een grafbedekking.
Artikel 20 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
De in artikel 21 bedoelde grafbedekking worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vorst, storm, waterlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen va n een grafbedekking ten behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende.
Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot het verwijderen en vernietiging van de grafbedekking over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college tot het herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
De rechthebbende of gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden. Onder dit onderhoud wordt begrepen het herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften, en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.
Indien de rechthebbende of gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Artikel 25 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken.
Artikel 26 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende dertien weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 was verleend.
De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 28 Schudden van particuliere graven
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden). Dit is alleen mogelijk na de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar en afhankelijk van de lokale situatie.
Na het schudden is er, weer ruimte om overledenen te begraven. Het schudden van een particulier kinder-of foetusgraf is niet mogelijk.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 29 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 13, tweede lid, 16 en 21, tweede lid, van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Artikel 32 Intrekking oude regeling
De Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van Barendrecht 2011 vastgesteld op 7 december 2010, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van Barendrecht 2011, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met artikel 3 lid 3, lid 5 en artikel 4 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.