Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rectificatie Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oldenzaal houdende regels omtrent openbare aankondigingen Verordening reclamebelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Gebied reclamebelasting |
Deze regeling vervangt de Verordening reclamebelastingen 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
artikel 227 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 18-12-2017 | INTB-17-03419 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
WOZ-waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar, bedoeld in artikel 7. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de WOZ-waarde van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Bij de bepaling van de WOZ-waarde wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste wordt de reclamebelasting voor een open-bare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtsper-soon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:
van instellingen, die door de rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Beo-gende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling;
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de reclamebelasting ver-schuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt voor de reclamebelasting, op schriftelijk verzoek, ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belas-tingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen worden be-taald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven met een minimum van twee, indien aan het navolgende wordt voldaan:
het totaal bedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen reclamebelasting of andere belastingen moet minder zijn dan € 6.600,00;
de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.
Artikel 11 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gel-den voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
behorende bij de Verordening reclamebelasting 2018
De reclamebelasting bedraagt voor één of meer aankondigingen die worden aangetroffen op, aan, in of bij een onroerende zaak per onroerende zaak per belastingjaar voor een onroerende zaak met een WOZ-waarde:
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Oldenzaal van 18 december 2017, nr. 763