Organisatie | Scherpenzeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening, regelende de instelling, taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet |
Citeertitel | Verordening raadscommissies 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de raadscommissies 2011.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-05-2011 | 13-05-2011 | intrekking | 12-05-2011 Onbekend | 11-V-08 | |
12-02-2009 | 13-05-2011 | nieuwe regeling | 12-02-2009 Scherpenzeelse Krant d.d. 24-2-2009 | presidium van 6 januari 2009 |
HOOFDSTUK 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING
Artikel 2 Instelling commissies
De commissie Samenleving en Bestuur adviseert en overlegt over de onderwerpen die behoren bij de sectoren Burgerij en Middelen en de stafafdeling POC (Personeel, Organisatie en Communicatie), zoals welzijn, zorg, volksgezondheid, onderwijs, cultuur, sociale zaken, financiën, organisatie en bestuur, openbare orde.
De commissie Grondgebied adviseert en overlegt over de onderwerpen die behoren bij de sector Grondgebied, zoals ruimtelijke ordening, groen, milieu, economische zaken. De commissies worden geacht voorstellen integraal te bespreken, derhalve inclusief de aan een voorstel of onderwerp verbonden financiële of ruimtelijke aspecten/gevolgen.
Elke commissie vergadert voorts als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien twee leden dit schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter verzoeken. In het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen twee weken, nadat het verlangen daartoe ter kennis van de voorzitter is gebracht.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 10, lid 6. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Artikel 13 Besloten vergaderingen
Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.
Het verslag wordt vertrouwelijk aan alle leden van de commissie toegezonden. De leden van de raad die geen deel uitmaken van de commissie kunnen de stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd inzien bij de griffier.
Artikel 15 Bespreking en overleg
Aan het eind van de bespreking van een agendapunt vraagt de voorzitter aan de commissie of het betreffende voorstel als hamerstuk door naar de raad kan, waarna geen verdere beraadslaging plaatsvindt. Dit betreft een intentieverklaring. Als een raadslid op een later moment toch nog beraadslaging in de raad wenst, is daartoe altijd de ruimte.
Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, dan wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het betrokken lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter stelt toehoorders in de gelegenheid om hetzij bij aanvang van een vergadering, hetzij onmiddellijk voorafgaande aan de eerste termijn van de bespreking van het aan de orde zijnde agendapunt, gedurende een tijdsduur van maximaal vijf minuten per inspreker, daarover vragen te stellen of opmerkingen te maken. De voorzitter kan bepalen van de hiervoor genoemde tijdslimiet zowel naar boven als naar beneden af te wijken en hij kan besluiten de toehoorder die van het spreekrecht gebruik maakt, een tweede termijn het woord te geven. Een lid kan de voorzitter hierom verzoeken.
De voorzitter stelt toehoorders desgewenst in de gelegenheid om bij het begin van een vergadering over een niet aan de orde zijnd onderwerp, gedurende een tijdsduur van maximaal 5 minuten per inspreker of zoveel langer of korter als de voorzitter bepaalt, opmerkingen te maken. Lid 3 van dit artikel is van toepassing.
De griffier zorgt dat van zowel openbare vergaderingen als besloten vergaderingen beknopte verslagen worden gemaakt. De verslagen worden, met inachtneming van het gestelde in artikel 13, lid 4, aan de leden, de leden van de raad en het college van burgemeester en wethouders toegezonden. In de eerstvolgende vergadering worden de verslagen door de commissie vastgesteld.
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Scherpenzeel van 12
februari 2009,
E. Hoogstraten J.J.H. Colijn-de Raat
griffier voorzitter
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN VAN DE COMMISSIES
Artikel 2 Instelling commissies
Dit artikel regelt de instelling en bevoegdheden van commissies die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen.
Het gehele gemeentelijk beleidsterrein wordt verdeeld over twee commissies. De onderwerpen van de commissies zijn gerelateerd aan de gemeentelijke sectoren en het stafbureau Personeel, Organisatie en Communicatie (POC).
De grondslag voor de instelling van deze commissies is artikel 82 van de nieuwe Gemeentewet die het dualisme introduceert.
Commissies zijn geen adviescommissies aan het college, maar commissies van voorbereiding en besluitvorming van de raad.
Dit artikel regelt de taken van de commissie. In de commissie worden raadsvoorstellen beeldvormend of wel informatief besproken. De beide andere fasen uit het besluitvormingsproces (oordeelsvorming of debat en besluitvorming) vinden in de raadsvergadering plaats. De commissie adviseert het presidium of er al dan niet voldoende informatie beschikbaar is om het debat in de raad te kunnen voeren en om tot besluitvorming te kunnen komen.
De commissies voeren overleg met de burgemeester en wethouders over het gevoerde of te voeren bestuur al dan niet aan de hand van van tevoren verstrekte informatie. Van tevoren verstrekte informatie zijn meestal memo’s die bij de commissiestukken zijn gevoegd.
De commissie Grondgebied heeft een tweetal extra taken op het gebied van ruimtelijke ordening.
Dit artikel regelt de samenstelling en benoeming van de leden van de commissie en haar voorzitter.
Dit artikel beantwoordt vervolgens aan de in de Gemeentewet neergelegde eis van evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.Verder wordt rekening gehouden met de benoeming van schaduwraadsleden in commissies.
De vervanging van een raadslid en een schaduwraadslid is mogelijk door een raadslid of een schaduwraadslid.
Sinds de invoering van het dualisme is een raadslid voorzitter van een raadscommissie. Hij wordt door de raad gekozen en kan door de raad ontslagen worden. Ook worden in dit artikel de taken van de voorzitter genoemd.
Dit artikel behandelt de zittingsduur van de commissieleden en de wijze waarop ontslag geregeld is.
Artikel 7 Burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders zijn geen lid van de raadscommissies. Zij zijn voor iedere commissievergadering waarin onderwerpen uit hun portefeuille aan de orde komen of kunnen komen uitgenodigd. Wel kan de commissie bij aanvang van de vergadering beslissen dat zij of één van hen niet in de vergadering aanwezig mogen zijn.
Burgemeester en wethouders beantwoorden vragen die gesteld worden en kunnen de commissieleden zowel op verzoek van de commissieleden als van burgemeester of wethouders nader informeren over een al dan niet geagendeerd onderwerp. Het verdedigen van voorstellen is niet aan de orde, het debat wordt in de raad gevoerd.
Burgemeester en wethouders mogen zich ambtelijk laten ondersteunen.
De commissie kan adviseurs of gasten uitnodigen. Zij kunnen een bijvoorbeeld een presentatie geven over hun deskundigheidsterrein of kunnen de commissie informeren over hun visie op of belang bij een bepaald beleidsterrein. Indien de voorzitter dit aangeeft, kunnen zij ook deelnemen aan de bespreking en het overleg (art. 15, lid 8).
Dit artikel bevat een nadere regeling analoog aan artikel 19, tweede lid, van de Gemeentewet. In dit artikel is opgenomen dat er een openbare kennisgeving van de vergadering moet zijn.
De conceptagenda wordt door het presidium vastgesteld. Deze wordt vervolgens in de vergadering door de raadscommissie zelf vastgesteld.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Dit artikel geeft aan op welke wijze met openbare stukken omgegaan moet worden en hoe te handelen met stukken waarop geheimhouding rust.
Artikel 13 Besloten vergaderingen
Het artikel voorziet in een nadere regelgeving ingeval met gesloten deuren wordt vergaderd. Het opleggen van geheimhouding is uitputtend geregeld in artikel 86 van de Gemeentewet.
Een commissie mag pas vergaderen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Als het quorum niet aanwezig is, kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen. In deze volgende vergadering kan, ongeacht het aantal opgekomen leden, worden beraadslaagd en besloten over de onderwerpen die op de oorspronkelijke uitnodiging vermeld stonden.
Artikel 15 Bespreking en overleg
In dit artikel wordt geregeld op welke wijze de bespreking en het overleg verlopen en wie daaraan op welke wijze deel mogen nemen. Er is voor gekozen de mogelijkheden van de bespreking zo ‘ruim’ mogelijk te houden, door het aantal termijnen te kunnen veranderen en door anderen deel te kunnen laten nemen aan de bespreking of het overleg.
In de eerste termijn krijgen fracties het woord. Als een fractie in een commissie met twee leden vertegenwoordigd is, mogen niet beide leden het woord voeren in de eerste termijn. Het ligt voor de hand dat de portefeuillehouder uit de fractie het woord voert.
Toehoorders die gebruik maken van het spreekrecht hebben daarvoor in principe vijf minuten tijd, waarna de commissieleden aan hen informatieve vragen kunnen stellen. Als de voorzitter het nodig acht, krijgen zij zoveel meer of minder spreektijd als hij nodig acht. Ook kan een toehoorder die van het spreekrecht gebruik maakt, een tweede termijn het woord krijgen. De voorzitter beslist hierover al dan niet op verzoek van een lid.
Toehoorders die gebruik maken van het spreekrecht kunnen bij opgave aangeven of ze gebruik willen maken van de gelegenheid om gedurende de gehele behandeling van het betreffende agendapunt aan tafel te blijven zitten en deel te nemen aan de besprekingen.
Het spreekrecht kan uitgeoefend worden over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen.
Om pragmatische en publieksvriendelijke redenen is het moment van inspreken gekoppeld aan de behandeling van een agendapunt.
Dit artikel regelt de wijze van verslaglegging, de verzending en haar vaststelling en beoogt een beknopte verslaglegging te bewerkstelligen, zodanig dat personen die de vergadering niet hebben bijgewoond wel een indruk van het besprokene kunnen krijgen.