Regeling generatiepact gemeente Nieuwkoop 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a) medewerker: De ambtenaar zoals bedoeld in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR;

b) CAR/UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en uitwerkingsovereenkomst.

c) arbeidsduur: de vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de ambtenaar moet worden verricht;

d) formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur per week volgens de aanstelling

e) feitelijke arbeidsduur: de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld na gebruikmaking van deze regeling;

f) salaris: maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van de formele arbeidsduur;

g) salaristoelagen: de toegekende toelage in aanvulling op het salaris uit hoofdstuk 3 van de CAR/UWO.

h) feitelijke salaris: maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend na toepassing van deze regeling;

i) verlofuren:

het aantal uren vakantie per jaar waarop de medewerker recht heeft, met behoud van bezoldiging.

Artikel 2 Doel en reikwijdte

1. De doelstelling van het generatiepact is om oudere medewerkers de mogelijkheid te bieden om minder te werken met gedeeltelijk behoud van salaris, waardoor de kennis en vaardigheden behouden blijft. Daarnaast wordt ruimte gecreëerd om vrijgekomen formatie her te bezetten door jongere medewerkers (leeftijd jongere medewerker is bij voorkeur jonger dan 28 jaar, maar maximaal 35 jaar).

2. De medewerker die gezien zijn leeftijd gebruik kan maken van het flexibel pensioen bij het Abp, met een vast dienstverband bij de gemeente Nieuwkoop van zeven jaar of langer kan gebruik maken van het generatiepact.

3. De medewerker doet een schriftelijk verzoek via het daarvoor bestemde formulier aan zijn leidinggevende.

4. Een verzoek wordt minimaal drie maanden van te voren aangevraagd tenzij deze gelijk valt met de ingangsdatum van de regeling (1 januari 2018). De start is per de eerste van de maand.

5. Een verzoek wordt gehonoreerd tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

6. Medewerkers die gedurende de looptijd van deze regeling gebruik maken van de regeling kunnen dit blijven doen tot hun AOW-gerechtigde leeftijd.

7. De medewerker kan geen verzoek tot beëindiging van de deelname aan het generatiepact doen.

8. De medewerker kan geen aanspraak maken op urenvermeerdering bij gebruik making van deze regeling (artikel 2.7 lid 2).

Artikel 3 Keuze van het generatiepact

1. Het gebruik maken van het generatiepact houdt in dat de medewerker kiest voor één van volgende mogelijkheden:

- de 80-90-100 regeling (het eerste getal staat voor het percentage werken van de oorspronkelijke aanstelling, het tweede getal staat voor percentage uitbetaling van het salaris en salaristoelagen en het derde getal staat voor 100% pensioenopbouw): hierbij wordt 20% van de oorspronkelijke werktijd in de vorm van buitengewoon verlof verleend;

- de 65-80-100 regeling: hierbij wordt 35% van de oorspronkelijke werktijd in de vorm van buitengewoon verlof verleend;

- de 50-70-100 regeling: hierbij wordt 50% van de oorspronkelijke werktijd in de vorm van buitengewoon verlof verleend.

2. De medewerker blijft minimaal 50% van zijn oorspronkelijke aanstelling werken en dit is ook minimaal 50% van zijn aanstelling, zoals deze was 10 jaar voor zijn pensioengerechtigde leeftijd.

3. De medewerker die gebruik maakt van de regeling kan gedurende de looptijd van de regeling niet van variant wijzigen.

Artikel 4 Salaris en pensioenopbouw

1. Bij gebruik van de 80-90-100 regeling wordt 90% van het salaris, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering, de levensloopbijdrage en de salaristoelagen van de aanstellingsomvang betaald.

2. Bij gebruik van de 65-80-100 regeling wordt 80% van het salaris, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering, de levensloopbijdrage en de salaristoelagen van de aanstellingsomvang betaald.

3. Bij gebruik van de 50-70-100 regeling wordt 70% van het salaris, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering, de levensloopbijdrage en de salaristoelagen van de aanstellingsomvang betaald.

4. Bij alle varianten geldt dat de pensioenpremies door werkgever als werknemer worden betaald in de normale verhouding zoals die door het ABP wordt vastgesteld.

Artikel 5 Vakantieverlof

Het verlof (inclusief leeftijdsverlof) wordt teruggebracht tot het verlof dat hoort bij de feitelijke arbeidsduur.

Artikel 6 Ziekte en arbeidsongeschiktheid

1. Wanneer een medewerker langdurig arbeidsongeschikt wordt wegens ziekte vindt op basis van 7.3 van de CAR een vermindering plaats van het salaris. Hierbij wordt uitgegaan van de oorspronkelijke brutobedragen. Deze bedragen worden stapsgewijs teruggebracht tot 70% van de oorspronkelijke bedragen.

2. Als de medewerker weer volledig reïntegreert, worden de afspraken van de regeling generatiepact hervat.

Artikel 7 Van werk naar werk

1. Wanneer een medewerker die gebruikt van deze regeling boventallig conform het sociaal statuut dan wordt er een “van werk naar werk”traject gestart voor het aantal uren hij volgens de regeling feitelijk werkt.

2. Wanneer het niet lukt om voor de medewerker een passende of geschikte functie te vinden, kan afloop van het traject ontslag worden verleend. Dit ontslag gaat uit van de uren op basis van de formele arbeidsduur per week.

Artikel 8 Slotbepalingen

1. Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling generatiepact gemeente Nieuwkoop 2018”.

2. De regeling treedt in werking op 1 januari 2018 en geldt tot en met 31 december 2019.

3. De medewerker die op 31 december 2019 gebruik maakt van de regeling blijft dat doen tot het moment waarop hij uit dienst treedt.

4. Na het tweede kwartaal van 2019 wordt de regeling geëvalueerd en wordt bepaald of de regeling, al dan niet in aagepaste vorm vanaf 1 januari 2020 wordt voortgezet.

5. In geval waarin de (toepassing) van de regeling onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan de gemeentesecretaris/algemeen directeur van deze regeling afwijken.