Organisatie | Waddinxveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies |
Citeertitel | Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies, vastgesteld d.d. 25-06-2003
Gemeentewet, art. 82
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-08-2010 | Wijziging art. 3 | 31-03-2010 Hart van Holland, 11-08-2010 | 10/029 | ||
04-05-2006 | nieuwe regeling | 31-03-2006 Weekblad voor Waddinxveen, 03-05-2006 | 06/021 |
De gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen;
gelet op artikel 82 Gemeentewet;
gelezen de verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies d.d.25 juni 2003;
gehoord het seniorenconvent d.d.29 maart 2006;
In te trekken de Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies dd. 25 juni 2003;
Vast te stellen de volgende Verordening taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van raadscommissies:
Daarnaast kan een commissie al dan niet tijdelijk een subcommissie of een commissie ad hoc instellen binnen de zittingsperiode van de raad voor thematisch gerichte (deel-)onderwerpen. Dergelijke commissies ressorteren volledig onder en rapporteren rechtsreeks aan de commissie, die tot de instelling ervan heeft besloten.
Tenzij uit de strekking van de bepalingen van deze verordening het tegendeel blijkt, zijn die op deze (sub-)commissies (ad hoc) van overeenkomstige toepassing.
DEELNAME AAN DE VERGADERINGEN; AANWEZIGHEID COLLEGE, BURGEMEESTER GEMEENTESECRETARIS EN AMBTENAREN
Een raadscommissie heeft de volgende taken:
het voorbereiden van de besluitvorming van de raad terzake een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede lid genoemde onderwerpen;
het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid genoemde onderwerpen.
Wanneer de commissie tot de conclusie komt, dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging is voorbereid, kan de commissie aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of een aanvullend advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel vervolgens opnieuw wordt behandeld.
De vergaderingen worden belegd door de voorzitter, die zorgt dat elk lid - spoedeisende gevallen uitgezonderd - tenminste vijf dagen vóór het houden van een vergadering, schriftelijk wordt opgeroepen, onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan een commissie op grond van artikel 86 van de Gemeentewet in een besloten vergadering op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens de vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij/zij/het aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.
1.Na de opening van een openbare commissievergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over al dan niet op de agenda geplaatste onderwerpen, behorende tot de beleidsterreinen van de betreffende commissie.
Het woord kan niet gevoerd worden over: