Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Wet Maatschappelijke Ondersteuning |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | Nieuwe regeling | 14-11-2017 | B17-023688 |
Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;
onder voorbehoud van vaststelling door de gemeenteraad van de “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018”,;
gelet op artikel 2.1.3, 2.1.4, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierbij behorende nadere regelen en artikel 12 en artikel 21 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018;
het navolgende Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018 vast te stellen.
Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2018
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN
1. In dit besluit de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. collectief vraagafhankelijk vervoer: vervoer van deur tot deur op afroep, middels een Deeltaxi;
b. college: college van burgemeester en wethouders;
c. hulpmiddel: roerende zaak die bedoeld is om beperkingen in de zelfredzaamheid of de participatie te verminderen of weg te nemen, bijvoorbeeld een scootmobiel;
d. ingezetene: degene die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Bergen op Zoom;
e. maatschappelijke ondersteuning: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;
f. maatwerkvoorziening: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, welke kan worden verstrekt in natura of middels een persoonsgebonden budget;
g. natura: een maatwerkvoorziening welke in de vorm van een product of dienst rechtstreeks van een door de gemeente gecontracteerde aanbieder aan de cliënt wordt aangeboden en waarvoor het college de aanbieder betaalt;
h. niet-professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke niet in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en/of welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning niet in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor niet als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
i. onderhoud: alle noodzakelijke werkzaamheden die nodig zijn om een voorziening bruikbaar voor de cliënt te houden, uitgezonderd reparaties als gevolg van bijvoorbeeld aanrijding en onzorgvuldig gebruik;
j. pgb (persoonsgebonden budget): bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;
k. professionele zorgaanbieder: organisatie die professionele zorg en ondersteuning verleent en hiervoor geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
l. professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
m. resultaat: hetgeen met de maatwerkvoorziening bereikt dient te worden om de zelfredzaamheid en/of participatie te behouden of te vergroten;
n. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet.
HOOFDSTUK 3: PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Overeenkomstig artikel 12, lid 4, sub a, van de Verordening, dient in het door de cliënt aangeleverde budgetplan in ieder geval vermeld te worden:
Indien uitbetaling van pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen door de SVB wordt gemandateerd aan het college, vindt uitbetaling plaats door het college na:
Verantwoording van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen vindt plaats door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld formulier waarbij de in het formulier opgenomen gegevens dienen te worden vermeld. De SVB beoordeelt of het door de cliënt gedeclareerde pgb overeenkomt met het verstrekte pgb.
Verantwoording van het pgb voor hulpmiddelen, sportvoorzieningen en autoaanpassingen door de cliënt aan het college vindt plaats binnen drie maanden na dagtekening van het besluit en omvat minimaal:
een factuur van de maatwerkvoorziening (bij aanschaf van een maatwerkvoorziening) of een huur- of leaseovereenkomst (bij huur/lease van een maatwerkvoorziening). Uit de factuur of huur- of leaseovereenkomst moet kunnen worden opgemaakt dat:1. met de aanschaf van de maatwerkvoorziening is voldaan aan het programma van eisen, en;2. de te bereiken resultaten, waarvoor het pgb is verstrekt, met de maatwerkvoorziening worden behaald.
b. daar waar opgenomen in het (toekennings)besluit: een door cliënt afgesloten verzekerings-, onderhouds- en servicecontract.
4. Verantwoording van het pgb voor een aard- en nagelvaste voorziening ten behoeve van wonen of het bezoekbaar maken van een woning door de cliënt aan het college vindt plaats binnen zes maanden (bij kosten minder dan € 20.000,00) of twaalf maanden (bij kosten vanaf € 20.000,00) na dagtekening van het besluit en omvat minimaal: .
a. een factuur van de maatwerkvoorziening (bij aanschaf van een maatwerkvoorziening) of een huur- of leaseovereenkomst (bij huur/lease van een maatwerkvoorziening). Uit de factuur of huur- of leaseovereenkomst moet kunnen worden opgemaakt dat:
1. met de aanschaf van de voorziening is voldaan aan het programma van eisen, en;
2. de te bereiken resultaten, waarvoor het pgb is verstrekt, met de voorziening worden behaald.
b. daar waar opgenomen in het (toekennings)besluit: een door cliënt afgesloten verzekerings-, onderhouds- en servicecontract.
5. Verantwoording van het pgb voor verhuishulp door de cliënt aan het college vindt plaats binnen drie maanden na dagtekening van het besluit en omvat minimaal een factuur waaruit kan worden opgemaakt dat het te bereiken resultaat, waarvoor het pgb is verstrekt, met de maatwerkvoorziening is behaald.
6. Verantwoording van het pgb voor (rolstoel)taxivervoer of een alternatieve vervoersvoorziening door cliënt aan het college vindt plaats binnen 3 maanden na dagtekening van het besluit en daaropvolgend ten minste ieder kwartaal, en omvat minimaal een (verzamel)factuur en een rittenregistratie (bij (rolstoel)taxivervoer) of (bij een alternatieve vervoersvoorziening) een rittenregistratie, waaruit moet kunnen worden opgemaakt wat het aantal kilometers is dat in de aflopen maanden is afgelegd met het betreffende vervoersmiddel.
7. Het college vraagt (aanvullend) verantwoording voor de besteding van het pgb op indien daar naar aanleiding van de declaratie/verantwoording (bij de SVB en/of het college) van het pgb door de cliënt reden toe bestaat. De cliënt zal worden verzocht andere gegevens zoals bijvoorbeeld een bankafschrift te overleggen aan het college ten behoeve van de controle van de verantwoording.
8. In alle overige gevallen dient de cliënt op verzoek van het college een verantwoording van het pgb te kunnen overleggen. Dit zal steekproefsgewijs plaatsvinden.
In bijzondere gevallen kan ten gunste van de cliënt worden afgeweken van hetgeen bij of krachtens dit besluit is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 11. Intrekken oud besluit en overgangsrecht
1. Het Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom 2015 wordt ingetrokken per 1 januari 2018.
2. Een cliënt houdt recht op een lopende maatwerkvoorziening (in natura of middels pgb), totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze maatwerkvoorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.