Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | AANWIJZINGSBESLUIT PARKEERBELASTINGEN 2018 |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | parkeerbelastingen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 12-12-2017 |
Artikel 1 Plaats en maximale parkeerduur betaald parkeren
Als plaatsen waarop tegen betaling van belasting, als genoemd in “Artikel 2, onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, vastgesteld op 14 november 2017 door de gemeente Súdwest- Fryslân, mag worden geparkeerd en de maximale duur van het betaald parkeren, worden de onderstaande wegen en terreinen aangewezen, voor zover deze niet zijn aangewezen ten behoeve van gehandicapten of oplaadpunten voor elektrische voertuigen:
Sneek, straten en terreinen binnen de stadsgrachten (binnenstad Sneek)
Sneek, straten en terreinen buiten de stadsgrachten (kort parkeren Sneek)
Lemmerweg, gelegen tussen rotonde Lemmerweg, Frieswijkstraat, Scherhemstraat en kruising met de Balthuskade | |||
Leeuwarderweg tussen de Oosterpoortsbrug en de Regenboogstraat |
Sneek, straten en terreinen buiten de stadsgrachten (lang parkeren Sneek)
Bolsward, straten en terreinen in het centrum (Binnenstad, Bolsward)
NB: het aanwijzen van gebieden voor de betaling van belasting van Artikel 2, onderdeel b, vergunningen, is niet vastgelegd in dit Aanwijzingsbesluit. Dit is geregeld in artikel 2.1 van de Parkeerverordening, en wordt opgenomen in het Aanwijzingsbesluit behorende bij de Parkeerverordening.
Artikel 2 Tijdstip betaald parkeren
Het tijdstip waarop slechts tegen betaling van de onder artikel 1 genoemde belastingen mag worden geparkeerd, zijn vastgesteld:
Ter zake van het betaald parkeren geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur:
bij plaatsen waarbij in de tabel in artikel 1 in de kolom ‘wijze van betalen’ een ‘4’ staat: door het inwerpen van muntstukken van € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 of € 2,00, dan wel door middel van het betalen met papiergeld van € 5,--, € 10,--, € 20,-- en € 50,--, dan wel door middel van een bankpas;
Indien bij het betaald parkeren gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na inwerkingstelling een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.
In afwijking van het bepaalde onder 1a, 1b, 1c en 1e kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur ook geschieden door het via een telefoon inloggen op de centrale computer van een bij het SHPV aangesloten provider of een provider die met een bij het SHPV aangesloten provider samenwerkt. De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode digitaal door te geven aan de provider. Ook neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden van de provider in acht. Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven bij wege van voldoening op aangifte overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 6 en geldt de betalingstermijn zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 7 van de Verordening parkeerbelastingen 2018.