Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2017
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 20-12-2017 | 17Rb056 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. accommodatie: hotel, pension, congrescentrum en vakantie-onderkomen;
b. vakantie-onderkomen: woning en andere verblijven, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in een accommodatie, tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van verblijf met overnachting door personen die jonger zijn dan 6 jaar.
Bij de invordering van de belasting wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.
Artikel 12 Nachtverblijfregister
Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:
b. samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;
c. datum van aankomst en datum van vertrek;
d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.