Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Emmen

Algemene Subsidie Verordening Gemeente Emmen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Subsidie Verordening Gemeente Emmen
CiteertitelAlgemene subsidieverordening gemeente Emmen 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-200601-01-2012nieuwe regeling

30-11-2006

Zuidervelder, Emmen officieel,Dinsdag 5 december 2006, nummer 49-I

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidie Verordening Gemeente Emmen

Raadsbesluit

 

De raad van de gemeente Emmen;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d., nr.;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 Algemene Wet Bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende :

 

Algemene Subsidie Verordening Gemeente Emmen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Activiteit

:

De activiteit die door de natuurlijke persoon of een groep van natuurlijke personen of een rechtspersoon zal worden uitgevoerd en die door het college kan worden gesubsidieerd;

b.

Activiteitenplan

:

Een overzicht van de activiteiten overeenkomstig artikel 4:62 van de wet;

c.

College

:

Het college van burgemeester en wethouders van Emmen;

d.

Raad

:

De gemeenteraad van Emmen;

e.

Prestatie

:

In meetbare eenheden omschreven resultaten;

f.

Natuurlijk persoon

:

Een persoon of groep van personen die de activiteiten uitvoert of laat uitvoeren;

g.

Rechtspersoon

:

Een rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk wetboek die zich zonder winstoogmerk, de behartiging van de belangen van ideële en/of materiele aard van (een deel van) de bevolking van Emmen ten doel stelt;

h.

Subsidie

:

Aanspraak op financiële middelen, verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente Emmen geleverde goederen of diensten;

i.

Structurele subsidie

:

Een subsidie die aan de subsidieontvanger wordt verstrekt om gedurende meer dan één kalenderjaar bepaalde vooraf vastgestelde activiteiten te verrichten;

j.

Incidentele subsidie

:

Een subsidie die ten behoeve van eenmalige en kortdurende activiteit wordt verstrekt;

k.

Subsidieperiode

:

Het in de subsidieverleningbeschikking en/of de uitvoeringsovereenkomst bepaalde respectievelijk overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt. Dit tijdvak is met betrekking tot subsidies van structurele aard, zoals genoemd in artikel 4: 51 van de Wet, gelijk aan een kalenderjaar;

l.

Uitvoeringsovereenkomst

:

De overeenkomst in de zin van artikel 4:36 van de wet tussen de subsidieontvanger en het college ter uitwerking van de subsidieverlening beschikking. In de uitvoeringsovereenkomst wordt in ieder geval aangegeven:

 

 

 

 

a.

De looptijd van de subsidie

 

 

 

b.

De beoogde prestaties

 

 

 

c.

De doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en te verrichten prestaties;

 

m.

Voorzieningen

:

Vermogensbestanddelen die worden gevormd ten laste van de de exploitatie voor toekomstige uitgaven die een periode van 2 of meer jaren omvatten en die niet binnen de jaarlijkse exploitatie opgevangen kunnen worden, nu reeds te voorzien zijn, onvermijdelijk zijn, hun oorzaak in het huidige verslagjaar of verleden hebben en kwantificeerbaar en / of berekenbaar zijn;

n.

Wet

:

Algemene wet bestuursrecht;

o.

Boekjaar

:

Een kalenderjaar.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle subsidieaanvragen en subsidiebesluiten die betrekking hebben op rechtspersonen of (groep van) natuurlijke perso(o)n(en) werkzaam op de door de raad bepaalde beleidsterreinen.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de raad de benodigde gelden heeft toegekend.

  • 3.

    Tot de in lid 1 genoemde beleidsterreinen behoren:

    • Welzijn, maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg;

    • Sociaal cultureel werk;

    • Monumenten;

    • Ouderen, gehandicapten en zieken;

    • Dorpshuizen en wijkcentra;

    • Dorp- en buurtverenigingen;

    • Emancipatiebeleid;

    • Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk;

    • Jeugd-, jongeren- en kinderwerk;

    • Speelruimtebeleid en speellocaties;

    • Kunst en cultuur;

    • Volkshuisvesting;

    • Verkeer en vervoer;

    • Economie en werkgelegenheid;

    • Lokale omroep;

    • Sport;

    • Recreatie en toerisme;

    • Onderwijs en educatie;

    • Ontwikkelingssamenwerking;

    • Groen, natuur- en milieu;

    • Duurzaam bouwen;

    • Evenementen;

  • 4.

    Deze verordening is tevens van toepassing op subsidies die worden verstrekt ter uitvoering van een regeling van het rijk, de provincie of een ander bestuursorgaan, voorzover dit niet in strijd is met de betreffende regeling.

Artikel 3 Bevoegdheidsverdeling

  • 1.

    Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan de uitvoering van de in deze verordening aan hem toegekende bevoegdheden opdragen aan gemeenteambtenaren die deze uit naam van en onder verantwoordelijkheid van het college uitvoeren.

  • 3.

    De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden, voor zo ver mogelijk, overeenkomstige toepassing op de in artikel 3 lid 2 genoemde functionarissen.

Artikel 4 Beleidsregels

  • 1.

    Bij een beleidsregel dan wel op basis van een wettelijk voorschrift kunnen de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt nader worden bepaald, alsmede andere criteria die voor de verstrekking gelden.

  • 2.

    Beleidsregels zijn van toepassing op nader door het college te benoemen beleidsterreinen.

Artikel 5 Subsidiëring van activiteit of activiteiten.

  • 1.

    Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze naar de mening van het college in voldoende mate in een direct aanwijsbaar belang voor de gemeente wordt geacht, passend binnen het door de raad geformuleerde beleid.

  • 2.

    Subsidiëring van activiteiten kan worden afgewezen indien de subsidieontvanger zelf in de kosten daarvan kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of combinatie daarvan.

Artikel 6 Algemene voorwaarden

Het college kan nadere algemene voorwaarden stellen aan de subsidieontvanger waaraan de subsidie is verleend.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan jaarlijks een subsidieplafond vaststellen voor bepaalde subsidies dan wel categorieën van subsidies.

  • 2.

    Bij de bekendmaking van het plafond wordt de wijze van verdeling bekend gemaakt.

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt verlaagd en verhoogd voorzover de vaststelling of goedkeuring van de begroting daartoe noopt. Aanvragen om een incidentele subsidie geschieden met inachtneming van het bepaalde in artikel 8.

Artikel 8 Begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Voorzover een subsidie wordt verleend ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd kan het college de voorwaarde stellen dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld of dat goedkeuring wordt verleend.

  • 2.

    De voorwaarde vervalt, indien het college daar niet binnen 4 weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting een beroep op hebben gedaan.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Het college kan besluiten op de subsidie baten in de vorm van eigen bijdragen, ontvangsten en andere inkomsten waaronder donaties en sponsoring in mindering te brengen op de kostensoorten waarop zij betrekking hebben.

Hoofdstuk 2.0 Subsidieaanvraag, -verlening, -bevoorschotting, -vaststelling

Paragraaf 2.1 Subsidieaanvraag

Artikel 10 Vereisten aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie bevat naast de in artikel 4:2, eerste lid van de wet en- indien van toepassing –artikel 4:61 van de wet genoemde gegevens, ter uitwerking van artikel 4:2, tweede lid van de wet:

    • a.

      Naam en adres van de aanvrager;

    • b.

      Een activiteitenplan;

    • c.

      Een raming van de met de in het activiteitenplan vermelde activiteiten samenhangende inkomsten en uitgaven met begroting, exploitatierekening en balans;

    • d.

      Gegevens over de aard en omvang van het eigen vermogen van de aanvrager.

  • 2.

    Een aanvraag door een groep van natuurlijke personen en / of niet volledig rechtsbevoegdheid bezittende aanvragers dient ondertekend te zijn door tenminste twee natuurlijke personen. De beslissing op aanvraag zoals genoemd in lid 2, wordt te naam gesteld van de personen die de aanvraag om subsidie hebben ondertekend.

  • 3.

    De personen op wie de beslissing tot het geheel of gedeeltelijk toekennen van de subsidieaanvraag is gesteld, zijn persoonlijk en hoofdelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de aan de naleving van de aan het subsidiebesluit verbonden verplichtingen .

  • 4.

    Het college kan met betrekking tot de subsidieaanvraag nadere regels vaststellen.

     

    Artikel 10a Beslistermijn

    1. Het college beslist op een volledige aanvraag binnen een redelijke termijn, maar ten hoogste binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag.

    2. Het college kan een beslissing op een aanvraag voor de duur van maximaal 4 weken verdagen.

     

Paragraaf 2.2 Subsidieverlening

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college kan, naast de in artikel 4:35 van de Awb genoemde weigeringsgronden, een

subsidieverlening weigeren indien de activiteiten niet gericht zijn op de gemeente Emmen en

of aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Emmen.

Artikel 12 Subsidieverlening meerjarige structurele subsidie

  • 1.

    Het college kan voor een periode van meer jaren subsidie verlenen.

  • 2.

    Deze verlening geschiedt onder voorwaarde dat voldoende gelden beschikbaar worden gesteld (begrotingsvoorbehoud).

  • 3.

    Het college kan terzake nadere regels stellen.

Artikel 13 Uitvoeringsovereenkomst.

  • 1.

    Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan het college een uitvoeringsovereenkomst sluiten.

  • 2.

    Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteit te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 14 Verplichtingen met betrekking tot het financiële beheer

  • 1.

    Als verplichtingen als bedoeld in artikel 4: 37 van de wet legt het college de subsidieontvanger het volgende op :

    • a.

      De subsidieontvanger is verplicht de administratie op een overzichtelijke wijze te voeren en verleent desgevraagd inzage in de administratie en vertrekt inlichtingen die van belang zijn voor de beoordeling van de doelmatigheid en de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie en/of naleving van voorschriften die aan de subsidieverlening zijn verbonden.

    • b.

      De subsidieontvanger volgt de aanwijzingen op die het college in het belang van een doelmatig beheer en goede administratie kan geven.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze van inrichting van de financiële en administratieve bescheiden.

Artikel 15 Overige verplichtingen

  • 1.

    Het college kan aan de subsidieverlening verplichtingen verbinden. In ieder geval kunnen verplichtingen worden opgenomen ten behoeve van het beperken of wegnemen van nadelige gevolgen van de subsidie voor derden.

  • 2.

    Opheffing, faillissement en liquidatie:

    • a.

      Indien een rechtspersoon wordt opgeheven dan wel de natuurlijke persoon of groep natuurlijke personen failleert dient het bestuur dan wel de natuurlijke persoon of groep van personen daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis te geven aan het college. Hetzelfde geldt bij het door de rechtspersoon geheel of gedeeltelijk staken van door de gemeente te subsidiëren dan wel gesubsidieerde activiteiten.

    • b.

      Bij liquidatie zijn de voorschriften over de verantwoording alsmede die betreffende de vaststelling van de subsidie van overeenkomstige toepassing.

    • c.

      Een met subsidie verworven batig liquidatiesaldo dient, met toepassing van het bepaalde in artikel 4:41 van de wet, zo spoedig mogelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het bedrag dat in totaliteit over de laatste vijf jaren aan subsidie is verstrekt.

  • 3.

    3 Vermogensvorming:

    • a.

      Indien het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger daarvoor in de in artikel 4:41 lid 2 van de Awb genoemde gevallen een vergoeding verschuldigd.

    • b.

      De subsidieontvanger is vergoedingsplichtig naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de vermogensvorming heeft bijgedragen.

    • c.

      Het college kan vrijstelling verlenen van de vergoedingsplicht als bedoeld in het eerste lid.

       

Paragraaf 2.3 Bevoorschotting

Artikel 16 Voorschotten

Het college kan aan de subsidieontvanger voorschotten op de verleende subsidie verstrekken.

 

Paragraaf 2.4 Vaststelling

Artikel 17 Vaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen 13 weken na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in en stuurt daarbij een financieel en een inhoudelijk verslag in, tenzij bij wettelijk voorschrift of beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald. Indien de subsidieontvanger ingevolge een wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of indien dit bij de beschikking tot subsidieverlening is bepaald, legt hij in plaats van een financieel verslag de jaarrekening over.

  • 2.

    In de inhoudelijke rapportage worden in ieder geval beschreven de aard en de omvang van de activiteiten en een vergelijking tussen nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen. Het college kan daartoe nadere regels stellen.

  • 3.

    Voor het in lid 1 genoemde financieel verslag of de jaarrekening kan een verklaring van getrouwheid worden geëist, zoals bedoeld in artikel 393 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een daartoe bevoegde accountant. Daarbij wordt tevens gerapporteerd omtrent recht- en doelmatigheid, alsmede over de naleving van de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen.

  • 4.

    Het college stelt de subsidie vast binnen 16 weken, nadat de aanvraag bedoeld in het eerste lid is ingediend, tenzij het college nadere regels heeft gesteld. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste 4 weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

  • 5.

    Indien de aanvraag tot vaststelling niet binnen de daartoe gestelde termijn is ingediend, kan het college de subsidieontvanger een termijn stellen, waarbinnen de aanvraag alsnog wordt ingediend.

  • 6.

    Het college kan de subsidie ambtshalve vaststellen, als na afloop van de in het 5e lid bedoelde termijn geen aanvraag is ingediend.

  • 7.

    Het college kan met betrekking tot de subsidievaststelling nadere regels stellen.

Artikel 18 Directe subsidievaststelling

Het college kan besluiten de subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak of de te

subsidiëren activiteit definitief vast te stellen zonder dat er voorafgaand een voorlopige

subsidieverlening plaatsvindt.

Hoofdstuk 3 Nadere regels over per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen

Artikel 19 Toepasselijkheid

  • 1.

    Afdeling 4.2.8. van de Wet is van toepassing op de door het college verstrekte subsidies aan de volgende instellingen werkzaam op het gebied van basisvoorzieningen bibliotheken (OBE), kunst en cultuur (Centrum voor de Kunsten ( CQ) en welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Sedna.

  • 2.

    Het college kan besluiten afdeling 4.2.8. van de wet van toepassing te verklaren op andere instellingen dan genoemd in lid 1 van dit artikel.

Artikel 20 Subsidieverlening

  • 1.

    De aanvraag voor subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt ingediend voor 30 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.

    De beschikking tot verlening wordt gegeven binnen 6 weken na vaststelling van de gemeentelijke begroting, doch uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 21 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt per boekjaar vastgesteld.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient binnen 6 maanden na afloop van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in, tenzij bij wettelijk voorschrift of door het college anders wordt bepaald.

  • 3.

    Het college stelt de subsidie vast binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 22 Accountantsverklaring

Op grond van het bepaald in artikel 4:78 van de Wet kan het college vrijstelling of ontheffing verlenen van de verplichting een eerste subsidieaanvraag te vergezellen van een accountantsverklaring indien de kosten van zo’n verklaring, naar het oordeel van het college niet in een evenredige verhouding staat tot het subsidiebedrag.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 23 Ontheffing

  • 1.

    Het college kan van verplichtingen, gesteld bij of krachtens deze verordening, ontheffing of vrijstelling verlenen.

  • 2.

    Bij overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Wet kan het college met de betrokken subsidieontvanger overeen komen een of meerdere gedeelten van deze verordening binnen de desbetreffende subsidierelatie buiten toepassing te laten.

Artikel 24 Hardheidsclausule

Het college kan passend binnen door de raad vastgestelde budgetten, op grond van bijzondere omstandigheden afwijken van een of meer bepalingen van deze algemene subsidieverordening in een voor de subsidieontvanger gunstige zin.

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 december 2006.

  • 2.

    De Algemene Subsidie Verordening 2001 die is vastgesteld d.d. 20 december 2001,

  • 3.

    wordt tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepaling

De Algemene Subsidie Verordening 2001 blijft van toepassing op subsidies die voor de

inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als "Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2006".

 

 

Vastgesteld in openbare vergadering

van de raad van 30 november 2006,

 

de wnd. griffier,

de voorzitter,

 

 

 

 

G. Marissen

C. Bijl