Organisatie | Coevorden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gemeentelijke belastingen Coevorden |
Citeertitel | Beleidsregels gemeentelijke belastingen Coevorden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels gemeentelijke belastingen Coevorden, vastgesteld bij besluit van 18 oktober 2016
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2017 | 21-11-2018 | Nieuwe regeling | 17-10-2017 | n.v.t. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van de Publieksservice, team Burgerzaken en Belastingen d.d. 17 oktober 2017;
dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen voor de heffing van gemeentelijke belastingen;
artikel 231, 253 en 244 van de Gemeentewet;
artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;
en het bepaalde over de belastingplicht in de verordening onroerende-zaakbelastingen, de verordening afvalstoffenheffing, de verordening rioolheffing, de verordening forensenbelasting;
besluit vast te stellen de volgende:
Beleidsregels gemeentelijke belastingen Coevorden.
De beleidsregels in dit besluit zijn onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:
1. Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie;
2. Beleidesregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie;
3. Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van gemeentelijke belastingen;
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel, eigendom). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen hanteert de gemeente Coevorden een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
Onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing van gebruikers voor niet-woningen
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing die wordt geheven van gebruikers voor niet-woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;
degene die in de Basisregistratie Personen als bewoner van de onroerende zaak het langst staat ingeschreven, mits deze bewoner 18 jaar of ouder is. Indien dit laatste niet het geval is, dan de bewoner die op één na het langst in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven, mits 18 jaar of ouder.
Voor zover meerdere gebruikers op dezelfde datum als bewoner van de onroerende zaak in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven:
de oudste van deze gebruikers (minimaal 18 jaar);
indien de geboortedatum van de gebruikers gelijk is, de gebruiker met het laagste BSN nummer.
degene die als gebruiker in het bestand van de Kamer van Koophandel vermeld is;
degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.
Rioolheffing van gebruikers en afvalstoffenheffing
Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
degene die in de Basisregistratie Personen als bewoner van de onroerende zaak het langst staat ingeschreven, mits deze bewoner 18 jaar of ouder is. Indien dit laatste niet het geval is, dan de bewoner die op één na het langst in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven, mits 18 jaar of ouder.
Meerdere aanslagen verenigd op één aanslagbiljet
Tijdstip bepaling voorkeursvolgorde
Afwijking van de voorkeursvolgorde
Wijzigingen eerstvolgende tijdvak
Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor een onroerende zaak in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) meer personen (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende zijn. Op grond van artikel 24 van de Wet WOZ mag de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden plaatsvinden. De gemeente Coevorden hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige die de aanslag onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing of afvalstoffenheffing op zijn of haar naam krijgt.
Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van overeenkomstige toepassing.
2. Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van niet-woningen zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers van niet-woningen van overeenkomstige toepassing.
3. Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van woningen (huurders) zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de rioolheffing van gebruikersen deafvalstoffenheffing van overeenkomstige toepassing.
Artikel 1 Reikwijdte en definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag;
Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend
Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 10,– per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:
Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, onderscheidelijk voor de dagtekening van het beleidsbesluit of andere schriftelijke aanwijzing, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.