Organisatie | Grootegast |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen |
Citeertitel | Beleidsregel bestuurlijke boete BRP gemeente Grootegast |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2017 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 26-09-2017 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast,
gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) en titel 5.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht,
overwegende dat de bestuurlijke boete Wet BRP ten doel heeft de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen, zoals genoemd in de artikelen 2:38, 2:39, 2:40 lid 5, 2:43 t/m 2:47, 2:50, 2:51 en 2:52 van de Wet BRP.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
de wet: de Wet basisregistratie personen;
toezichthouder: de op grond van het bepaalde in artikel 4.2 van de wet door het college benoemde ambtenaar;
boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 4.17 van de wet;
overtreder: degene die verwijtbaar niet heeft voldaan aan de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 2:38, 2:39, 2:40 lid 5, 2:43 t/m 2:47, 2:50, 2:51 en 2:52 dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan het bepaalde in artikel 4.17 onder b. van de wet of een valse aangifte heeft gedaan.
De begripsbepalingen van de wet zijn op deze beleidsregel onverkort van toepassing.
De boete heeft ten doel de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen, zoals genoemd in de artikelen 2;38, 2:39, 2:40 lid 5, 2:43 t/m 2:47, 2:50, 2:51 en 2:52 van de wet.
Artikel 3: Algemene bepalingen
Als op grond van de wet aan meerdere personen een boete kan worden opgelegd ten aanzien van dezelfde overtreding en het college besluit de boete ook aan meerdere personen op te leggen, dan zijn deze personen afzonderlijk hoofdelijk voor de gehele boete aansprakelijk.
Artikel 5: Hoogte van de boete
De hoogte van de op te leggen hogere boete bedraagt € 325,00. Deze zal worden opgelegd indien:
het aannemelijk is, dat de aangifteverplichting opgenomen in de artikelen 2.38, 2.39, 2.43 van de wet bewust niet is nagekomen;
het aannemelijk is, dat de verplichting opgenomen in artikel 2.46 van de wet bewust niet wordt nagekomen;
er sprake is van “gelegenheid geven” als bedoeld in artikel 4.17 onder b. van de wet;
De boete als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt alleen opgelegd als de overtreder bij voorbaat schriftelijk is geïnformeerd over de oplegging van een bestuurlijke boete bij het niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in de wet.
Artikel 7: Onvoorziene omstandigheden en afwijkingsbevoegdheid
In de gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het college.