Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017 |
Citeertitel | Beleidsregels re-integratie Participatiewet gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2017 | Nieuwe regeling | 05-12-2017 | 17INT12710 |
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling Beleid d.d. 5 december 2017;
gezien het advies van de Adviesraad Werk & Inkomen van 20 november 2017;
gelet op de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017;
In deze verordening wordt verstaan onder:
de verordening: de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017;
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de verordening, de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze beleidsregels zijn nadere regels opgenomen voor de werkgeverscheque, en overige vergoedingen bij het verrichten van activiteiten in het kader van re-integratie.
Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
Dit artikel is bedoeld om werkgevers te stimuleren om uitkeringsgerechtigde personen uit Pijnacker-Nootdorp een dienstverband aan te bieden. Aan de verstrekking van een werkcheque zijn voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden en de hoogte van de werkgeverscheque zijn afgestemd met de gemeenten in de arbeidsmarktregio’s Zuid-Holland Centraal en Haaglanden en vastgelegd in de regionale Toolbox, voor een zo eenduidig mogelijke dienstverlening aan werkgevers in de regio.
Artikel 4. Overige vergoedingen
Het is mogelijk om een vergoeding te verstrekken voor kosten die de persoon moet maken in het kader van een arbeidsmarktgerichte re-integratie-activiteit. Dit kan bijvoorbeeld gaan om kosten voor vervoer, kleding of overblijfkosten voor kinderen. Hierbij gaat het om de directe en indirecte kosten, die noodzakelijk en aantoonbaar zijn en die, in alle redelijkheid, niet ten laste van de persoon kunnen komen. Ook moet er voor deze kosten geen andere voorliggende voorziening zijn. Bovendien moet er sprake zijn van de goedkoopst adequate oplossing. Over de onkostenvergoeding worden in het trajectplan concrete afspraken gemaakt. Deze kosten worden gedekt uit het re-integratiebudget.